Kenners
Actuele onderwerpen nader toegelicht door RUG-deskundigen
Fracken
Rien Herber
Hoogleraar Geo-Energie
‘Dat dit gebeurt is niet zo bijzonder. In de laatste decennia zijn er in Nederland al meer dan tweehonderd putten gefrackt. De techniek van het fracken wordt gebruikt als een gasreservoir in een gesteente moeilijk stroomt. In de meeste gevallen zit gas in zandsteen. Als de poriën daarin goed verbonden zijn, stroomt het gas makkelijk naar de put toe. Maar als die poriën klein zijn, gaat dat lastiger. Met fracking worden haarscheurtjes veroorzaakt zodat het gas wel beter stroomt. Tegenwoordig wordt dat ‘hydraulisch stimuleren’ genoemd, omdat de term ‘fracken’ een eigen leven is gaan leiden in het schaliegas-dossier.
Schaliegas is gewoon gas, maar dan in kleisteen. Omdat kleisteen nauwelijks poreus of permeabel is, stroomt het gas niet in het boorgat. Fracken is dan de enige manier om het eruit te krijgen. Door alle ophef die daarover is ontstaan, ook door de documentaire Gasland, is in Nederland besloten: dat gaan we niet doen. Ook omdat het potentieel van schaliegas hier heel klein is. Maar fracken in zandsteen wordt al heel lang gedaan. Het Staatstoezicht op de Mijnen heeft daar protocollen voor die er in voorzien dat het proces veilig kan verlopen.
Fracken kan ook bij geothermische putten worden toegepast, omdat ook daar het reservoir soms moeilijk tot stromen is te brengen, maar in dit geval betreft het water. Je moet voor geothermie twee putten boren, ongeveer anderhalf kilometer van elkaar. In de ene put injecteer je koud water, in de andere put pomp je het warme water omhoog. Dat gaat tot dieptes van 2500 tot 3000 meter. Daar is in Nederland nooit bezwaar tegen geweest, want geothermie is ‘goed’ en gas niet. Er hangen hier allemaal emoties mee samen.’
Ruven Fleming
Universiteit docent bij het Groningen Centre of Energy Law
‘Juridisch en technisch gezien moet je een verschil maken tussen conventioneel fracken, wat de NAM wil in Pieterzijl, en onconventioneel fracken. Conventioneel fracken gebeurt in verschillende gesteentes, waaronder zandsteen. Deze techniek wordt in Nederland al sinds de jaren vijftig gebruikt, evenals in Duitsland en in wezen in heel Europa.’
Wat wel nieuw is, is onconventioneel fracken in schalie (kleisteen). In veel Europese landen is er wetgeving, en Nederland is daarin geen uitzondering, die schaliegaswinning verbiedt. Maar je hebt twee types verboden.
Allereerst is er wat ik noem het politieke moratorium. Vaak zegt een overheid dan: We doen niet aan schaliegaswinning tot er meer onderzoek is gedaan, of er wordt een einddatum genoemd. In Nederlands is dat het jaar 2023. Dit moratorium kan een regering installeren en ook weer opheffen wanneer het maar wil. Daarnaast heb je een wettelijk moratorium of verbod, zoals in Frankrijk en Bulgarije. Het parlement heeft een wet uitgegeven waarin staat dat er niet in schalie mag worden gefrackt.
Op basis van de Mijnbouwwet van 2003 heb je een vergunning nodig voor het exploiteren en produceren van olie en gas, maar je hebt ook een winningsplan en een meetplan nodig. Het productieplan laat zien welke productietechnieken je gaat gebruiken, zoals fracken. In het meetplan staan onder andere de metingen van bewegingen van de aarde. Op basis van het productieplan zie ik niet in hoe een gemiddelde burger het fracken bij Pieterzijl kan tegenhouden, behalve in de rechtbank. Een gebruikelijk voorbeeld is dat een boer een drinkwaterbron heeft in de buurt van het gasveld. Maar je moet bewijzen dat jij persoonlijk geraakt kan worden. Dat is het cruciale punt.’
Kees Hummelen
Hoogleraar Chemie en doet onderzoek naar zonnepanelen
‘Als je vraagt wat ik hier als Groninger van vind, dat men in andere gebieden in Groningen toch weer gas gaat winnen en zelfs het onderste uit de kan wil halen, dan ben ik daar helemaal niet voor. Het is een duidelijke zaak dat we de gaswinning moeten afbouwen en op volle kracht door moeten met de transitie.
Het Staatstoezicht van de Mijnen heeft ons verboden om hoogwaardig water uit de grond te halen op het Zernike-terrein vanwege een risico op problemen met gasbellen. Als die beslissing is genomen, waarom zou je dan wel een nieuw risico nemen in een gasveld in Noord-Groningen?
Ik roep al jaren dat het in de provincie Groningen tijd is voor een radicale ommezwaai van gas naar duurzaam. Bij voorkeur zie ik dat Groningers zelf de energieproducenten zijn. Tegen wind is veel weerstand, maar met zon is ontzettend veel te doen. In Groningen kunnen we zonder probleem vele honderden hectares zonnepanelen neerleggen. Die plannen zijn er ook.
Ik ga hier niet roepen dat je met elektriciteit even gas vervangt. Dat doe je ook met warmtepompen en wko-installaties (warmte-koude-opslag red.). Ik ben oud genoeg dat ik heb meegemaakt dat we aan het gas gingen. Mijn moeder kookte nog elektrisch. In mijn tienertijd werd het landschap ‘s nachts steeds meer oranje door de verlichting van de aardgasvelden. Nu gaat het weer donker worden. Ik kan wel makkelijk roepen “Dat doen we even”, maar dat is een periode van twintig, dertig jaar.’
Ik ben een typische bèta-optimist: ik ben er altijd van overtuigd dat technologische ontwikkelingen de mensheid vooruitbrengen. En de vooruitgang gaat ongelooflijk snel, als je kijkt wat er met silicium en met zonnepanelen gebeurt. Het is een ongelooflijk mooie revolutie die zich afspeelt.’