Leeftijd: 21 jaar
Waar ben je?
Uppsala, Zweden
Studie: derdejaars pedagogische wetenschappen
Uppsala, Zweden
Zeefruit slobberen
In augustus trapte Marleen haar verblijf af met een Kräftskiva party: ‘Het is eigenlijk heel smerig als je het ziet of hoort. Eerst zuig je de kreeft uit en daarna breek je hem om het vlees op te kunnen eten.
Eigenlijk hou ik niet van schaaldieren of vis, maar dit was wel lekker. Je eet het met sterke drank en in totaal kostte het zo’n tien euro.’
Ook Fika, koffie met een gebakje, mocht niet ontbreken: ‘Dat kost zo’n vier tot zes euro. Voor bier ben je wat meer kwijt. In een gewone bar in Uppsala betaal je zo’n vijf tot zes euro. In de nations was het ‘maar’ drie euro. Eigenlijk ben ik in Uppsala dan ook niet echt ‘gewoon’ uitgegaan.’
Het Zweedse Uppsala, niet echt een bekende stad. Vanwaar die keuze?
‘Allereerst wilde ik binnen Europa blijven en wel in een land met onderwijs van niveau. Qua vakken kwam ik uit bij Oslo en Uppsala. Die laatste is echt een studentenstad. Ik ben al in augustus hier naartoe gegaan om een Zweedse taalcursus te doen en nog iets van de zomer mee te pakken, voordat we van heel lange dagen overgingen naar heel korte.’
Had je meteen een groep vrienden om je heen verzameld?
‘Vooral internationals van m’n taalcursus, want voor de rest was er in augustus echt geen kip in de stad. Eind augustus liep het vol en ben ik bij een nation gegaan. In Uppsala zijn 13 nations, te vergelijken met onze studentenverenigingen. Je moet lid zijn van eentje om naar feesten te kunnen. De nation ‘Stockholm’ lijkt op het corps, daar moet je bijvoorbeeld meer letten op hoe je gekleed gaat. Al wordt er niet gedaan aan ontgroeningen. Ik ben bij ‘Snerikes’ gegaan, dat was de enige met feestjes in de zomer. Ik ontmoette daar Zweden, maar ook enkele internationals.’
Kent de vereniging ook speciale traditites?
‘Ik weet niet of het iets typisch Zweeds is, of van Uppsala, maar nations organiseren bijvoorbeeld ‘gasques’. Dat zijn diners met daarna een feest. Tijdens het eten heeft iedereen een songbook en wordt er in het Zweeds gezongen. Ook zijn er speeches, een koor en een orkest. Ik ben zelf lid geworden van het zangkoor van ‘Snerikes’ en heb daardoor ook wat Zweedse vrienden gemaakt, al blijft het lastig als je de taal niet spreekt.’
Was het makkelijk woonruimte te vinden?
‘De universiteit doet aan het begin van het jaar één aanbod aan studenten, dat je kunt afwijzen of accepteren. Ik heb mijn aanbod, een kamer voor 400 euro in een studentenflat, meteen geaccepteerd; al heb ik ook vriendinnen die in nood waren en 600 euro per maand betalen. Verder weet je natuurlijk dat je naar een duur land gaat.’
Hoe is het onderwijs geregeld?
‘Het is heel anders. In Nederland zit je vaak in een grote zaal en luister je. Hier hadden we kleinere klasjes. Daarnaast was alles in het Engels, dat was nieuw voor mij. Omdat het kleine klasjes waren, doe je ook actiever mee. Ik had het idee dat ik meer leerde. Een interessant vak dat ik volgde, ging over Zweeds onderwijs. Daarvoor heb ik ook drie weken meegelopen op een basisschool in een klasje met kinderen met taalbeperking. Verder had ik geen tentamens; je wordt beoordeeld op papers en presentaties.’
Wat valt er, los van de nations, verder nog te beleven in Uppsala?
‘Er staan mooie gebouwen, zoals de oudste kerk van Scandinavië. Eigenlijk is het een beetje als Groningen; ik zou niet weten wat ik zou moeten laten zien aan bezoekers, maar het is een leuke stad om in te wonen. Zelf heb ik ook veel gereisd: naar Stockholm, met de booze cruise naar Tallinn (Estland – red.) om goedkoop drank te kopen, naar Oslo. En onlangs naar Lapland, dat was heel vet: een heel groot en uitgestrekt sneeuwlandschap met bomen. Wel was het heel koud, met min twintig graden hadden we nog geluk.’
Zie je jezelf later weer terugkeren in Zweden?
‘Na deze maanden vind ik Nederland eigenlijk heel lelijk, ik mis de Zweedse natuur. Maar als ik erheen zou willen verhuizen, zou ik wel echt de taal moeten leren. Plus dat er in de winter veel te weinig licht is. Maar een zomerhuisje in Zweden, dat lijkt me wel wat!’
Eerder verschenen
Anton Jongeling – Barcelona, Spanje
Desiree Niezen – Kiel, Duitsland
Anton Wuis – Busan, Zuid-Korea
Juliëtte Eijkelkamp – Yogyakarta, Indonesië
Iris Groenendijk – Cheltenham, Engeland