De wet, die de internationalisering van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek moet bevorderen, werd aan het eind van het debat zonder stemming aanvaard.
De senatoren in de Kamer plaatsten nog wel wat vraagtekens bij het voornemen van de RUG om een campus in China te openen. Wat is precies de noodzaak, vroegen CDA, SP zich af. ‘Welke meerwaarde heeft een nevenvestiging boven een joint-programma (gezamenlijke opleidingen met buitenlandse instellingen, red.)’, wilde GroenLinks daarnaast weten. Bussemaker was er duidelijk over: ‘Internationalisering vindt plaats en is wenselijk, terugtrekken achter de dijken is geen optie.’
De demissionaire minister ziet de mogelijkheid om een campus in het buitenland op te richten als aanvulling op de al bestaande mogelijkheden voor internationale samenwerking. Maar dat betekent volgens haar echter niet dat de universiteit vrij spel krijgt. ‘Ik maak wel voorwaarden, en daar gaat deze wet over’, zei ze.
Waarborgen
De minister wil van de universiteit weten wat de reden is achter de oprichting van de campus. ‘Ik wil de aanvraag beoordelen op de toegevoegde waarde voor het onderwijs in Nederland’, zei ze. De wet moet volgens Bussemaker de academische vrijheid op campussen in het buitenland waarborgen.
D66 vroeg de minister of de Nederlandse Onderwijsinspectie kan worden ingezet om de academische vrijheid op de Chinese campus te bewaken. ‘Het kan een welkome ruggesteun opleveren voor Groningse bestuurders daar’, zei D66-Kamerlid Alexander Rinnooy Kan. De minister zei toe dat de Onderwijsinspectie in elk geval zal beoordelen of het nodig is om ter plaatse inspecties te doen.
Universiteiten en hogescholen die een campus in het buitenland willen beginnen, moeten daarvoor zelf de financiële middelen bij elkaar sprokkelen. Er gaat geen belastinggeld naar het onderwijs in het buitenland. Extra geld dat de instellingen eventueel binnenhalen, hoeven ze niet af te staan aan de Nederlandse Staat.
Promotierecht
Het wetsvoorstel behelsde niet alleen de internationalisering van hoger onderwijsinstellingen, maar behandelde ook de uitbreiding van het promotierecht. De Eerste Kamer stemde er dinsdag mee in dat universiteiten ook hoofddocenten als promotor mogen benoemen. Het promotierecht is nu alleen nog toegekend aan hoogleraren. De uitbreiding zorgt volgens de leden voor betere loopbaanperspectieven voor onderzoekers in Nederland en sluit aan bij internationale ontwikkelingen.