Geneeskundestudenten die onprofessioneel gedrag vertonen van de opleiding verwijderen is te moeilijk, zegt prodecaan Gerda Croiset van de Faculteit Medische Wetenschappen.
Mario Maas, voorzitter van de landelijke examencommissies geneeskunde, pleitte er afgelopen dinsdag in de Volkskrant voor om dit makkelijker te maken. Geneeskundestudenten kunnen weggestuurd worden met een beroep op een wettelijke regeling, het Iudicium Abeundi. Maar dat kan alleen als de student de veiligheid van een patiënt in gevaar heeft gebracht. En dat moet anders, vindt Maas.
Hij wil ook studenten kunnen wegsturen die moreel laakbaar gedrag vertonen, die bijvoorbeeld manipulatief zijn naar collega’s, seksueel getinte opmerkingen maken of een agressieve toon aanslaan naar patiënten.
Verbetertraject
Croiset is dat met hem eens. Bij artsen die niet functioneren bleek dat dit gedrag vaak achteraf al in de opleiding te zien was. Die studenten worden er nu al eerder uitgepikt, vertelt ze, bij het vak professionele ontwikkeling. Dat loopt door het hele curriculum heen. Zij gaan dan een verbetertraject in.
Maar dat heeft niet altijd het beoogde effect. Zowel Maas als Croiset benadrukken dat dit om een enkeling gaat. ‘Het gaat met 99 procent van de studenten goed’, zegt Croiset. ‘En dan is er één procent die het niet in zich heeft en die geen dokter of tandarts moet worden.’
Vaak lukt het om tot zo iemand door te dringen, zegt ze. Die maakt vervolgens de bachelor af en gaat iets anders doen. Maar soms werkt dat niet en blijft de student keer op keer in de fout gaan, bij meerdere co-schappen, en zonder in te zien dat zijn gedrag het probleem is.
Tuchtraad
Via het college van bestuur kan zo’n student van de opleiding worden gehaald, maar dan kan hij naar de tuchtraad in Den Haag om het besluit aan te vechten. En dan wordt het misschien nog wel ingewikkelder dan een ontslagprocedure van een niet-functionerende medewerker, zegt Croiset. Want op houding en gedrag iemand van de opleiding af krijgen, ‘dat lukt nu bijna niet.’
Iedereen heeft immers recht op onderwijs, zegt Croiset. ‘Dus iemand moet het wel heel fout gedaan hebben, wil je diegene dat recht ontnemen.’ Tegelijkertijd hoort zo iemand ook niet met patiënten te werken, vindt ze. ‘Houding en gedrag moeten onberispelijk zijn.’
Het gaat volgens haar ook om vertrouwen tussen collega’s. ‘Iedereen moet van iedereen op elkaar aankunnen, anders maak je medische missers.’