De Russische Ksenia Robbe initieerde de open brief waarin de RUG wordt opgeroepen om noodbeurzen voor Oekraïense wetenschappers in te stellen. Maar ze hoopt ook dat ze met haar onderzoek naar herinneringen aan crises beide volkeren in de toekomst weer bijeen kan brengen.
De dag voor Rusland Oekraïne binnenviel, was Ksenia Robbe in Boedapest. Ze leidde daar een seminar over herinneringen aan politieke transities in Oost-Europa. Drie decennia na de val van de Berlijnse Muur probeerden Duitse, Russische en Poolse wetenschappers een manier te vinden om door middel van dialoog mensen met elkaar te verbinden die zich zulke gebeurtenissen heel anders herinneren.
De volgende ochtend leek al hun onderzoek voor niets te zijn geweest. ‘De oorlog was begonnen en ik dacht: hoe kunnen we het nu überhaupt over dialoog hebben?’
Maar toen ze daarna Oekraïens en Russisch hoorde spreken in de straten van Warschau – ‘Er is een exodus geweest de laatste maanden’ – gaf dat haar nieuwe hoop dat er op een dag behoefte zou zijn aan dialoog. Robbe, docent Europese talen en culturen aan de RUG, was gastonderzoeker aan het Polish Institute of Advanced Studies.
Open brief
Robbe besloot dat ze niet wilde wachten tot het zo ver was om actie te ondernemen: terwijl ze nog onderweg terug was naar Groningen, begon ze een open brief op te stellen waarin de RUG opgeroepen wordt om noodbeurzen in te stellen voor Oekraïense wetenschappers.
Ze is weliswaar geboren en getogen in Rusland in een familie met Oekraïense wortels, maar die achtergrond was niet wat haar motiveerde, zegt ze. Dat was de snelheid waarmee Poolse universiteiten een eenvoudige procedure aankondigden om gevluchte Oekraïense academici een baan aan te kunnen bieden.
Voor de academische wereld, waarin sollicitatieprocedures meestal lang duren, was dat een cruciale stap, zegt Robbe. Omdat Nederland niet zo snel handelde als andere Europese landen, legt ze uit, ‘voelde ik zowel de verantwoordelijkheid als de behoefte om gevluchte collega’s te helpen hun leven te kunnen blijven leiden, hun gezinnen bijeen te houden en gewoon hun geestelijke gezondheid te behouden’.
De brief werd ondertekend door meer dan tweehonderd RUG-medewerkers in een paar dagen tijd. ‘Ik was erg blij dat mensen onmiddellijk bereid waren om hun krachten te bundelen en gezamenlijk de universiteit aan te sporen om zich te richten op concrete acties voor academici en studenten die gedwongen zijn om Oekraïne te ontvluchten’, zegt Robbe. ‘Ongeacht of ze burger van dat land zijn en welke huidskleur ze hebben.’
Hoewel het college van bestuur tot nu toe nog niet gereageerd heeft, houdt Robbe hoop. ‘Ik had niet snel iets verwacht, maar ik hoop dat onze brief, samen met voorstellen van diverse faculteiten en de Jonge Akademie, effect zal hebben.’
Zij aan zij
Met het oog op de toekomst hoopt ze ook dat wetenschappers uit Oekraïne, Rusland en Belarus – ‘Degenen die protesteren tegen de daden van de Russische regering en zich ertegen verzetten’ – zij aan zij kunnen staan.
Dat zal niet gemakkelijk zijn, weet ze, gezien de mensenrechtenschendingen die gaande zijn. In Rusland worden wetenschappers de mond gesnoerd door een recent aangenomen wet waarmee mensen die ‘desinformatie’ over de oorlog delen celstraffen tot vijftien jaar kunnen krijgen.
Robbes eigen politieke activisme – haar papers over de Russische cultuur bevatten ‘behoorlijk sterke politieke standpunten’, zegt ze – zorgt er mogelijk voor dat ze een persona non grata wordt in haar eigen land. ‘Ik denk dat ik misschien niet welkom zal zijn in Rusland, vanwege mijn publicaties en mijn werk met maatschappelijke organisaties die democratische praktijken stimuleren’, zegt ze. ‘Dat doet me enorm pijn, want mijn ouders en andere familie wonen daar.’
Herinneringen
Hoewel ze zich kan voorstellen dat het nu aanlokkelijk is om de Russische maatschappij er de schuld van te geven dat een regime als dat van Poetin aan de macht kan blijven, vreest ze dat dit in de toekomst tot een breuk kan leiden tussen mensen die al jaren met elkaar verbonden zijn.
Door haar onderzoek, dat zich richt op herinneringen aan crises en transities, weet ze dat herinneringen ten goede en ten kwade ingezet kunnen worden. Ze kunnen mensen met elkaar verbinden en ze lijnrecht tegenover elkaar doen staan.
Een duidelijk voorbeeld van dat laatste is hoe de Russische staat selectief gebruik maakte van de nostalgie die in Rusland bestond naar de Sovjet-Unie – ‘Doordat het uiteenvallen ervan leidde tot het ineenstorten van de economie, politieke conflicten en een verandering in identiteit’- om haar eigen politieke doelen te bereiken.
‘Poetin heeft het uiteenvallen van de Sovjet-Unie beschreven als “de grootste geopolitieke catastrofe” van de twintigste eeuw. En helaas is dat soort nostalgie heel handig gebruikt om extreem-nationalistische en imperialistische gemeenschappen te vormen’, zegt Robbe.
‘Maar nostalgie kan mensen ook verenigen rond waarden die nu als gemarginaliseerd worden gezien, zoals internationalisme of kosmopolitisme – zelfs als die in het verleden nooit helemaal gerealiseerd zijn.’
Herzien
Hoewel de meerderheid van de mensen in Rusland en Belarus ‘bang, geïntimideerd en in de war is door de propaganda’, hoopt Robbe dat er een tijd komt dat haar kennis van de manier waarop herinneringen gebruikt kunnen worden nuttig kan zijn om hen weer te verenigen. Ze kijkt daarbij naar voorbeelden in voormalig Joegoslavië, Zuid-Afrika, Duitsland en Spanje en gaat nadenken welke werkwijzen toepasbaar zijn in Rusland en welke er nieuw bedacht moeten worden als Poetin weg is.
‘Alles zal herzien worden, ook de politiek van herinneringen. En ik denk dat dit een heel ingewikkeld proces zal zijn, waarbij er behoefte is aan kritische stemmen die niet zomaar alles uit het verleden willen schrappen, maar tegelijkertijd een duidelijk moreel beeld hebben van wat acceptabel was en wat niet.’
Maar voor nu wil Robbe alleen maar helpen om de stemmen van Oekraïense wetenschappers te verheffen. Aangezien de studie van de Oekraïense cultuur nog nauwelijks in Slavische studieprogramma’s zit, wil ze als eerste stap Russischtalige Oekraïense literatuur in haar syllabus opnemen, en experts uitnodigen om over de Oekraïense cultuur te komen vertellen. ‘Dit is een machtsongelijkheid waar in elk geval nu iets aan gedaan moet worden.’