Docenten van de faculteit rechten maken zich zorgen om het welzijn en de studieresultaten van studenten. En ook over hun aanwezigheid tijdens fysieke colleges; ze komen gewoon niet opdagen.
‘Bij hoorcolleges waar 75 van de 120 studenten mogen zitten, zijn er tien’, zegt docent Pepijn Tukker. Bij werkgroepen komt 50 procent opdagen ‘en dan heeft ook niet iedereen het hoorcollege bekeken’.
Tukker ziet tegelijk ook tegenvallende resultaten, evenals Marc de Groot van de fractie Ten Behoeve van Rechtenstudenten (TBR) in de faculteitsraad. Hij noemt de resultaten ‘redelijk bedroevend slecht’, met slagingspercentages van 44, 21 en 30 procent bij enkele vakken.
Grote onvrede
Ook docent Frank Veenstra merkt grote onvrede onder docenten over de aanwezigheid en de resultaten. Hij hoort ook verhalen over gastdocenten: ‘Die gaan dan twee, drie uur met de trein heen en ook weer terug. En ze zitten vervolgens in een zaal met vier studenten.’
Een docent heeft zelfs collega’s ingezet om de zaal maar een beetje op te vullen, volgens Veenstra. ‘We maken een belabberde indruk.’
Dat ligt misschien niet aan het onlineonderwijs, zegt onderwijsdirecteur Jaap Dijkstra. Hij wijst erop dat cijfers in de lockdown juist goed waren. Hij vermoedt dan ook dat studenten de verloren studententijd nu ‘in al te enthousiaste mate’ aan het inhalen zijn.
Omschakelen
En vergeet niet dat het voor studenten lastig is dat ze steeds moeten omschakelen tussen on site en online, merken studieadviseur Michelle Bokma-Calderón en hoogleraar Irene Burgers op. Dat is een andere manier van informatie verwerken en dat kan de slechte resultaten misschien ook verklaren.
Veenstra ziet een simpele oplossing: wel streamen, maar niet opnemen. ‘Corona is geen reden om niet te streamen. En je kunt altijd aantekeningen vragen van een studiegenoot die er wel bij was.’ Docenten moeten daarom zelf kunnen beslissen of ze opnemen of niet, vindt hij.
Decaan Wilbert Kolkman erkent het probleem. Bij de commissie onderwijsinnovatie, die in januari bijeen komt, is dit volgens hem dan ook ‘een groot punt’: Hoe krijgen we mensen terug in de zaal?’