Op het moment dat de opwinding rond het lustrum en de Nacht van Kunst en Wetenschap voelbaar werd op de universiteit en in de stad, kreeg ik onvermijdelijk een vieze smaak in mijn mond. Ik dacht vooral aan de worstelingen en de giftige dynamiek waarmee ik als lid van de organisatie te maken kreeg.
Het lustrum en de Nacht van Kunst en Wetenschap waren geweldige evenementen waar ik enorm van genoten heb. Ik woon nu vier jaar in Nederland en tijdens de congressen werden precies díe gesprekken gevoerd, waar ik jaren op gewacht heb in de academische wereld in dit land.
Maar in de verhoudingen in het team dat was ingehuurd om deze evenementen te organiseren was niets inclusiefs te bekennen.
Klachten van studenten
Inclusiviteit was geen echte prioriteit. Al tijdens de eerste weken in het lustrumkantoor ging het mis. Om te beginnen stond op de eerste versie van de lustrumbanner een witte mannelijke professor; een fout die heel gemakkelijk te vermijden was geweest. Vervolgens kregen we klachten van studenten die het gevoel hadden dat ze uitsluitend waren gevraagd om te poseren voor de banner omdat ze er ‘niet-Nederlands uitzagen’.
Mijn collega die de pr deed en ik schreven een verontschuldiging, maar mochten die vervolgens niet publiceren. De afdeling communicatie zei dat de klachten alleen maar erger zouden worden als we de problemen erkenden. ‘Het is niet zo dat we bang zijn om over inclusiviteit te praten, maar we denken gewoon niet dat deze content werkt voor onze volgers.’
De problemen rond inclusiviteit erkennen zou alleen maar meer klachten opleveren, zei de afdeling communicatie
Terwijl we bezig waren om de campagne op sociale media te lanceren, leek het een goed idee om het inclusiviteitsbeleid van de universiteit als uitgangspunt te nemen. Maar tijdens een bijeenkomst met de diversity officer werd ons duidelijk gemaakt dat er geen concreet beleid is.
We sloten de bijeenkomst af met het plan mijn collega een team te laten samenstellen van mensen die binnen de RUG inclusiviteit vertegenwoordigen. Zij konden dan beleidsvoorstellen doen. Een week later belde de diversity officer om te zeggen dat het project was geannuleerd.
Dus vergeef me als ik een beetje sceptisch was toen mensen aan het einde van de lustrumconferenties zo positief waren over het feit dat de universiteit concrete actie ondernam voor inclusief beleid.
Tot slot ontdekten we op het laatste moment dat er geen budget was voor de queer artiesten waar mijn collega en ik al maandenlang contact mee hadden. Er werden duizenden euro’s besteed aan het uitnodigen van bekende Nederlanders, maar er was geen geld voor lokaal opkomend talent. Niet inclusief.
Onprofessioneel gedrag
Ik zou verder kunnen gaan, maar ik wil nu iets zeggen over de verstikkende dynamiek die sommige student-assistenten te verduren kregen door het onprofessionele gedrag van onze leidinggevenden.
Op het kantoor waren drie leidinggevenden en zes student-assistenten. Een andere student en ik waren lid van het team dat de Nacht van Kunst en Wetenschap ‘hielp organiseren’, wat maar al te vaak ‘fixen’ betekende.
Daarnaast moesten we de sociale media bijhouden (een taak die ons onmogelijk werd gemaakt door de beperkingen die de communicatieafdeling ons oplegde), podcasts produceren en nog veel meer. Ondanks het algemene gebrek aan organisatie en de chaotische toewijzing van taken, viel het werk nog wel mee.
Eén spreker ontdekte pas dat hij was geschrapt toen hij zijn naam niet op het programma zag staan
Het gebrek aan professionaliteit raakte niet alleen mij. Een prominente spreker hadden we geboekt voor 2000 euro. Mijn collega moest deze persoon afzeggen maar weigerde dat, omdat ze vond dat onze leidinggevende zijn eigen fouten maar moest oplossen.
Vervolgens – met nog maar een week te gaan tot de Nacht van Kunst en Wetenschap – ontdekten we dat die boodschap nooit was doorgegeven; de spreker kwam er pas achter dat hij was geschrapt, toen hij op zoek ging naar zijn naam op het programma en die niet kon vinden.
Onze leidinggevende vroeg ons om veel sprekers en artiesten te boeken, zonder op het budget te letten. Toen duidelijk werd dat er niet genoeg geld was, moesten we deze mensen bellen om ze af te zeggen – weken of zelfs maanden later.
Ik was daar enorm verontwaardigd over, want sommige van de sprekers die ik had uitgenodigd maakten deel uit van mijn eigen netwerk en ik had hard gewerkt om dat op te bouwen. Ik vond het erg onprofessioneel, maar er werd me gezegd dat dit nu eenmaal is hoe het gaat in een échte werkomgeving.
Achter gesloten deuren ging het nog veel vaker mis. Ik was vooral teleurgesteld dat ons verzoek aan het team om genderneutrale voornaamwoorden te gebruiken voor genderneutrale artiesten uitdraaide op geklaag van sommige teamleden dat we iedereens taal probeerden te reguleren.
De situatie kwam tot een kookpunt toen we het gala aan het plannen waren. Mijn collega stelde dat we het gala geen inclusief feest konden noemen als er geen inclusief beleid werd gevoerd – wat mij vrij logisch in de oren klinkt. Maar er werd ons gezegd dat het niet uitmaakte als het feest niet inclusief was. Zolang we maar kaarten verkochten.
Stemverheffingen en agressief gedrag werden dagelijkse kost op het kantoor. De werksfeer was zo onplezierig dat sommigen van ons vanuit huis begonnen te werken – wat het organiseren van de evenementen nog moeilijker maakte.
Voeg de daad bij het woord
Het voorgaande is vooral zo zorgwekkend, vind ik, omdat het gaat om een organisatie die ‘inclusiviteit’ moet bevorderen. Nu, na een weekend van festiviteiten, klopt iedereen zich op de borst voor een geslaagde klus.
En hoewel sommigen – zoals Monica Lopez Lopez en haar team – daar zeker recht op hebben, moet de universiteit serieus kijken naar haar beleid en de mensen die ze inhuurt om dat beleid te implementeren.
Intimidatie, ongepast gedrag en een gebrek aan actie door de universiteit worden steeds vaker besproken onder studenten en medewerkers. De sprekers die naar het lustrum kwamen, leerden ons ongelooflijk waardevolle lessen. Nu is het aan de universiteit om de daad bij het woord te voegen.