All inclusive is gevoelig thema
Verenigd in afkeuring
De lustrumorganisatie werd verrast door de tegenstand die het thema ‘inclusiviteit’ voor het lustrum van 2019 onmiddellijk opriep. Zelfs de student-assistenten die ingehuurd waren om te helpen met het op poten zetten van het evenement waren kritisch. ‘Ik was ongerust dat de universiteit het thema alleen zou gebruiken om zich als inclusief instituut neer te zetten’, zegt student-assistent Manuel Pinto Reyes.
Die zorg kwam in de weken daarna vaker ter ore bij de organisatie, zegt Frank den Hollander, lid van het kernteam van de lustrumorganisatie. ‘Sommige mensen denken dat het thema betekent dat we claimen dat de universiteit nu al inclusief is. Dat is een groot misverstand.’
Volgens Frank stelde rector magnificus Elmer Sterken eerst “vrouwen in de wetenschap” voor als thema. Maar een academische raad – die voornamelijk uit vrouwen bestond – was bezorgd dat mensen die geen vrouw waren of niet in de wetenschap werkten zich buitengesloten zouden kunnen voelen.
‘Toen zei iemand: we moeten zorgen dat dit all inclusive is. Dat bleef hangen. “All inclusive” is ook een onderwerp in de reisbranche, dus dat drukt een leuk stempel op de luchtigere onderdelen van het programma.’
Controverse
Maar dat luchtige gevoel vervloog al snel toen de kritiek aanzwol. ‘Wij waren de boodschappers die werden neergeschoten’, zegt Frank. ‘Mensen dachten dat wij de belangrijkste diversiteitsmedewerkers waren die beleid probeerden in te stellen – maar we zijn alleen maar een productieteam dat ingehuurd is om het lustrumprogramma te organiseren.’
Het team besefte pas echt hoe controversieel het thema was tijdens de kick-off van het lustrum. ‘Mijn collega Bram en ik lichtten om de beurt het evenement toe met een powerpoint-presentatie. Toen kwamen er boze e-mails binnen waarin geklaagd werd dat de kick-off geleid werd door twee witte Nederlandse mannen – “zo typerend”.’
Maar in werkelijkheid, zegt zijn collega Jessica Hoekstra, werden de belangrijkste onderwerpen gepresenteerd door vrouwen. ‘Ik lichtte throwback Saturday toe en Monica Lopez-Lopez, het wetenschappelijke hoofd van het lustrum, vertelde over de conferentie.’
We dachten niet dat taart een probleem zou zijn
UKrant zag een aantal e-mails in die het lustrumteam na de kick-off ontving. De afzenders bekritiseerden een essaywedstrijd die alleen open stond voor Nederlandstalige inzendingen, de presentatoren die overwegend wit en man waren en hoe er omgegaan werd met religieuze diversiteit.
Maar vooral de bakwedstrijd van die avond bleek een pijnpunt voor meerdere mensen. Eentje schreef: ‘Halverwege de presentatie [gegeven door mannen] werd er verteld over een bakwedstrijd, waarbij een jonge vrouwelijke student naar voren werd gehaald om de taarten te beschrijven die ze voor dit evenement had gemaakt. Dit gaf duidelijk de rol van de vrouw thuis weer (of “in de keuken”).’
Frank schudt zijn hoofd. ‘We dachten dat taart met champagne een leuke, informele aftrap zou zijn. Een van de studenten die voor ons werkt vond het een goed idee en wilde een taart bakken, dus moedigden we haar aan om hem te presenteren – omdat zij al dat werk had gedaan.’
Het team antwoordde niet op de klacht. ‘We gingen natuurlijk niet uitleggen dat ze dol is op bakken en zelf voorstelde om het te doen’, zegt Jessica. ‘We dachten niet dat taart een probleem zou zijn.’
Misstappen
Maar de briefschrijvers hadden ook zwaarwegendere zorgen. Ze konden bijvoorbeeld niet begrijpen waarom er in aanloop naar het evenement niemand aan de RUG met een specialisatie in inclusiviteit, diversiteit of internationalisering aangesproken was.
‘Dit is een heel belangrijk en gevoelig thema’, schreef één persoon. ‘Maar vanuit het perspectief van een buitenstaander – dat van een international die werkt aan internationalisering – voelt het alsof er geen werkelijk bewustzijn is over het thema, dat het niet goed gedefinieerd is en dat het niet serieus wordt genomen.’
Student-assistent Kimberley Malone Crossley, ingehuurd om te helpen met de organisatie voor het lustrum, is het daar mee eens: als je een evenement als dit organiseert, is het cruciaal van de mensen te horen die zich dagelijks professioneel bezighouden met inclusiviteit, zegt zij. Het was een van de dingen waar zij en de andere student-assistenten vanaf het begin op stonden. En als dat was gebeurd, had de organisatie in het begin wellicht minder missers begaan.
‘We kregen bijvoorbeeld veel kritiek op de lustrumbanner op de website’, zegt Kimberley. ‘Veel studenten op de foto waren benaderd op een manier die erg plichtmatig aandeed. Sommige van hen hadden de indruk dat ze geselecteerd waren vanwege hun ideeën, maar daar werd uiteindelijk niets over gezegd. Anderen werden gewoon willekeurig benaderd.’
We werden beschuldigd van tokenizing
Jessica is het daar mee eens; er kwam kritiek van alle kanten, zegt ze, en het was onmogelijk om iedereen tevreden te stellen. ‘We kregen veel kritiek op onze uitnodiging voor het congres, omdat veel keynote speakers ook mensen van kleur zijn. Dus het commentaar was, “kunnen we alleen meedoen aan het congres als we een kleurtje hebben?”. Maar tegelijkertijd werden we er in de pers en op social media ook van beschuldigd dat we aan tokenizing deden, dat we het voor de vorm deden.”
Het team had het gevoel dat ze het niet goed konden doen – een weinig diverse sprekersgroep uitnodigen zou uiteraard problematisch zijn, maar tegelijkertijd konden de uitnodigingen aan een representatieve sprekersgroep ook op kritiek rekenen.
‘Het is heel belangrijk om ervoor te zorgen dat je mensen niet tot een token maakt, dat je ze alleen voor de vorm uitnodigt, en dat kan heel moeilijk zijn’, fronst Jessica. ‘Maar uiteindelijk waren de mensen die we uitnodigden allemaal experts op hun vakgebied en gepassioneerd over het onderwerp. Dat is waarom we ze gevraagd hebben om te komen – we dachten nooit, “hoe zien ze eruit”?’
Erfenis
De zes student-assistenten zagen de bezwaren over tokenizing al aankomen voor het kernteam dat deed, zegt Kimberly, en begonnen een plan te maken voor een nieuwe banner als reactie op de klachten. ‘We wilden daar mensen op uitlichten die al bezig waren met inclusiviteit, niet alleen maar mensen die er “divers uitzien”’, zegt ze. Maar hun ideeën om de banner te verbeteren kregen nooit prioriteit en de oorspronkelijke banner staat nog steeds bovenaan de lustrumwebsite.
De studenten zeggen dat ze begonnen aan de assistentschappen, omdat ze hoopten het concept van inclusiviteit op specifieke manieren vorm te geven. ‘We wilden een soort erfenis nalaten. Maar achteraf denk ik dat de organisatoren de impact die wij wilden hebben, onderschatten. Soms zou ik willen dat ze gewoon toegaven dat ze een paar studenten wilden hebben om de social media te doen’, lacht ze. ‘Maar deze baan is nog altijd beter dan borden wassen, wat ik eerst deed.’
Ik ben doodsbang dat er helemaal niets verandert
Kimberly en Manuel zijn het erover eens dat ze het, los van de frustraties, opnieuw zouden doen. Het lustrum helpt om het gesprek over inclusiviteit te normaliseren, zegt Kimberly. ‘Het evenement is eigenlijk een eerste stap. Veel van ons hadden zoiets van: “Eindelijk, laten we losgaan!” Maar voor anderen was dit de eerste keer dat ze dit gesprek voerden, dus we hebben geleerd om geduldig te zijn.’ Ze geloven in het project en hebben de houding van de andere organisatoren zien veranderen gedurende het proces, wat Manuel ‘een overwinning’ noemt.
Zowel de organisatie als de student-assistenten hopen dat hun werk resulteert in concreet beleid. ‘Beleid was altijd het doel’, zegt Manuel. Maar Kimberly vraagt zich af of het bestuur het lustrum wel ziet als iets meer dan een feestje. ‘Ik heb geen idee wat ze hierna gaan doen. Ik ben doodsbang dat er helemaal niets verandert. De tijd zal het leren.’
Vertegenwoordiging
Elmer Sterken, daarentegen, is helemaal niet bang. Hij is optimistisch. ‘Het doel van het lustrum was om inclusiviteit op de agenda te zetten’, zegt hij, ‘en dat is gebeurd. Ik denk dat we dat zullen terugzien in de nieuwe beleidsmaatregelen rond diversiteit die eraan zitten te komen.’
Maar hij denkt ook dat veel mensen bij de RUG nog in de war zijn over wat “inclusiviteit” werkelijk betekent.
‘Er stond recent een artikel in de UKrant – ik heb het niet echt goed gelezen, maar ik zag de reacties van mensen die zeiden dat we er nog niet zijn, dat we niet echt inclusief zijn. Ik denk dat dit helemaal klopt. Maar er is een belangrijk verschil tussen vertegenwoordiging en inclusie, en veel mensen verwarren die twee met elkaar. Zij vinden dat we een complete vertegenwoordiging moeten hebben van iedereen.’
‘Ik denk niet dat dit inclusie is. Inclusie betekent dat alle mensen – ongeacht waar je vandaan komt of wat je achtergrond is – zich welkom zouden moeten voelen. Als je bij wilt dragen – aan het verbeteren van het lesgeven of het onderzoek of door student te worden – dan moet je je welkom voelen. Als je een onderdeel ben van deze gemeenschap, dan moet je je ook zo voelen. Er zouden geen extra obstakels voor je moeten zijn.’
Een complete vertegenwoordiging van een diverse studentengemeenschap is niet mogelijk
‘En ik weet dat je je soms meer welkom voelt als je je kunt identificeren met rolmodellen die op je lijken – als je iemand kunt bewonderen die naast je staat. Culturele afstand doet ertoe; het speelt een rol bij hoe welkom je je voelt. Ik denk dat het hebben van rolmodellen daar ook een rol bij speelt. Maar een complete vertegenwoordiging van een studentengemeenschap die in toenemende mate divers is, dat zal niet mogelijk zijn.’
In 2018 reageerde Sterken op een UKrant-artikel over subtiele vooroordelen bij de RUG; hij zei toen dat hij een platform wilde opzetten om het probleem van inclusiviteit aan te kaarten. Nu denkt hij dat het lustrum van 2019 dat platform kan zijn. ‘Het past goed bij ons; het is goed voor een gemeenschap van academici om een wetenschappelijke studie te doen naar deze vraag, want dat is waar we goed in zijn. En het is een probleem dat je niet op een makkelijke manier op kunt lossen – je denkt er natuurlijk aan vanuit je eigen culturele perspectief, dus het is moeilijk om je voor te stellen wat er gebeurt in de hoofden van andere mensen.’
Sterken zegt dat dit lustrum – en de gesprekken over inclusiviteit en diversiteit – onderdeel zijn van zijn persoonlijke erfenis als rector magnificus. ‘Naarmate we internationaler worden en steeds meer studenten en wetenschappers van over de hele wereld opnemen in onze gemeenschap, zien we de houdingen enorm veranderen. Alle instellingen moeten nadenken over hoe zij werkelijk inclusief beleid kunnen vormgeven. Als ik er bescheiden over mag zijn: ik ben er trots op dat ik meegeholpen heb om dat proces op gang te brengen. Maar er is nog veel te doen.’