Zij heeft het ook gezien, gehoord en gelezen. De debatten op tv, de bezorgde geluiden van ‘burgers’ en opiniestukken in de kranten. Nederland is wel klaar met de uitbreiding van de Europese Unie. Al die nieuwe EU-burgers kunnen immers ongehinderd reizen en werken in ieder EU-land. Logisch dat ze massaal naar de landen gaan die het het beste voor elkaar hebben.
‘Maar eigenlijk weten we maar heel weinig af van de rol van de verzorgingsstaat bij beslissing over migratie in Europa’, zegt Petra de Jong, promovenda bij het demografisch onderzoeksinstituut NIDI, dat gelieerd is aan de RUG. ‘Dit soort geluiden zijn meer gebaseerd op gut feeling, dan dat er empirisch bewijs voor is.’
Avontuurlijk
Alle reden dus om op zoek te gaan naar dat bewijs. De Jong onderzocht daarom de migratiebewegingen tussen 25 verschillende Europese landen tussen 2003 en 2008. Ze keek naar de migratiepatronen van vooral Bulgaarse en Poolse migranten – de grootste groep – in de tijd dat ze toetraden tot de EU en hield diepte-interviews met migranten uit EU (Groot-Brittannië, Polen en Spanje) die in Nederland wonen.
Haar conclusie is duidelijk. Bijna niemand noemt sociale voorzieningen als argument om ergens naartoe te gaan. ‘Mensen noemen het zoeken van werk, zoals jonge Spanjaarden toen de crisis Spanje trof. Of het gaat om jonge mensen die het gewoon avontuurlijk vinden om naar een ander land te gaan. Of ze willen zich bij hun partner voegen.’
Sterker nog, ze weten vaak heel weinig van de Nederlandse verzorgingsstaat. ‘Ze zijn op een leeftijd waarop de meeste mensen werken. Pas als ze hier langer zijn en er gebeurt iets, gaan ze zich verdiepen in waar ze eigenlijk recht op hebben’, zegt De Jong.
Vangnet
Het lijkt erop te wijzen dat mensen worden ‘gesocialiseerd in de verzorgingsstaat’, zoals De Jong het uitdrukt. Mensen uit landen waar het vangnet minder goed is, verwachten mogelijk ook niet zo veel van een ander land.
Bovendien zijn ze ook niet altijd zo laaiend enthousiast over dat luxe Nederland, constateert De Jong. ‘Gezondheidszorg vinden ze vaak erg duur, net als de kinderopvang.’ Ook vinden migranten het systeem met particuliere verzekeraars, eigen risico’s, toeslagen en huisartsen vaak lastig te begrijpen.
Tenslotte keren migranten vaak terug naar huis voordat ze ouder worden en een groot beroep gaan doen op sociale voorzieningen.
Slecht idee
Kortom: die angst voor potverterende migranten is helemaal niet nodig. Sterker nog, het lijkt andersom te werken. ‘Toen Polen en Bulgarije toetraden tot de Europese Unie, bleken migranten uit die landen vaker weer terug te keren dan daarvoor’, zegt De Jong. ‘Ze volgen sindsdien hetzelfde patroon als bijvoorbeeld de Duitsers, Britten en Spanjaarden, die meestal maar enkele jaren in Nederland bleven.’
Vandaar dat de plannen van diverse EU-landen om drempels op te werpen tegen het gebruik van sociale voorzieningen door migranten, een slecht idee zijn. ‘Als mensen het idee hebben dat hun sociale rechten beperkt worden door migratie, wordt het minder aantrekkelijk om te migreren’, denkt De Jong. ‘En dat terwijl er geen enkele reden toe is. Het probleem speelt gewoon niet.’