De RUG wil geen standpunt innemen in het conflict Israël-Hamas. Columnist Gerrit Breeuwsma heeft er begrip voor. ‘Wat in één zin op een spandoek past, is zelden waar.’
Er wordt de laatste tijd druk uitgeoefend op de universiteit om iets te vinden over maatschappelijke kwesties zoals het klimaat, het genderdebat, grensoverschrijdend gedrag of de oorlog in Oekraïne.
Heikele onderwerpen, waar de gemoederen hoog over oplopen, maar waarvan tenminste een deel van de academische gemeenschap vindt dat de universiteit zich erover uit zou moeten spreken. Onder het motto spreken is zilver, zwijgen is fout.
Momenteel wordt er geroepen om stellingname in het Gazaconflict. De meeste universiteitsbesturen, waaronder dat van de RUG, zijn echter terughoudend en laten zich liever niet verleiden tot uitspraken voor of tegen een van de partijen. Ze proberen neutraliteit voor te staan, met ruimte voor verschillende opinies en eventuele ondersteuning van getroffenen.
Je zou dat laf kunnen noemen of zelfs kwalijk, omdat je je door je niet uit te spreken schuldig zou maken aan het in stand houden van onrecht. Of zoals het onlangs bij een pro-Palestijnse demonstratie op een spandoek stond: Academics, your silence kills.
Ik begrijp de bestuurlijke terughoudendheid wel. Sommige kwesties, zoals grensoverschrijdend gedrag, hebben betrekking op de manier waarop we binnen de academische gemeenschap met elkaar omgaan en daar kan de universiteit zich dan ook niet afzijdig van houden.
Elke opinie of mening zal altijd groepen tegen de haren in strijken
Ik zie echter niet hoe de RUG of welke universiteit ook namens de hele academische gemeenschap een ondubbelzinnig standpunt kan innemen ten aanzien van het conflict tussen de Palestijnen en Israël.
Oké, dan vind je iets. Maar wat in één zin op een spandoek past, is zelden waar.
Elke opinie of mening zal altijd groepen tegen de haren in strijken. Hoe dan ook denk ik dat het ‘laffe’ openhouden van het debat tussen de vechtende partijen, meer kan bijdragen aan het begin van een oplossing dan welke stellingname pro of contra ook.
De extreemste voor- en tegenstanders, hetzij ten gunste van de Palestijnen dan wel Israël, lijken ook te veel op elkaar om van hen iets constructiefs te mogen verwachten.
Bij de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen moeten ze gedacht hebben dat, als ze niet al te stellig kunnen zijn over grote problemen, ze dan maar een vuist moeten maken voor een klein probleem.
Althans dat maak ik op uit de oproep om een signature statement onder onze e-mail te zetten: We are and remain internationaly minded. Hiermee kunnen we, volgens het begeleidend schrijven, duidelijk maken ‘dat internationale collega’s en studenten blijvend welkom zijn’.
Ik ben nog nooit een collega of student tegengekomen die vindt dat internationals niet welkom zijn
Nu ben ik nog nooit een collega of student tegengekomen die vindt dat ze niet welkom zijn, dus volgens mij is dit helemaal niet het echte probleem. Ik zie er eerder een afleidingsmanoeuvre in om de discussie over zin en onzin van allerlei Engelstalige programma’s te ontwijken.
Een blijvend welkom dus.
Elke gemeenschappelijke ruimte kent zijn eigen strijdtoneel. Zo worden er in ons afdelingskeukentje regelmatig vermanende boodschappen opgehangen, over het leegruimen van de vaatwasmachine of het schoonhouden van de koelkast. Er zijn dus collega’s die vinden dat het wel iets netter kan.
Er is echter ook een collega die klein opgevouwen briefjes heeft verstopt in drie rieten mandjes die in de vensterbank staan. Op die briefjes staan zoetige aanmoedigingen zoals: do an active act of kindness to a colleague today of go to the nearest mirror and observe how beautiful you are.
Tja, op die manier vind je ook iets, maar ik vind het vooral een beetje raar.
Niets ten nadele van onze buitenlandse collega’s en studenten, maar ik ga het signature statement niet onder mijn e-mail plaatsen. Om hen niet helemaal aan hun lot over te laten, heb ik het op een briefje geschreven, klein opgevouwen en in een rieten mandje gestopt.
Zoek zelf maar.
GERRIT BREEUWSMA