Hoe ver kan de universiteit internationaliseren? Daar is geen eenvoudig antwoord op. En dat zouden we wel moeten vinden met een nieuwe wet in aantocht, stelt columnist Casper Albers.
Welcome to Groningen! Het nieuwe jaar is begonnen en er is weer een grote groep studenten uit binnen- en buitenland naar Groningen gekomen. Allemaal van harte welkom, maar het leidt ook tot problemen. Want er zijn meer studenten dan studentenkamers.
Ook op andere plekken – tot aan de fietsenrekken voor universiteitsgebouwen toe – wordt het allemaal wat krap. En dus komt er ook kritiek: is dat wel nodig, elk jaar zoveel nieuwe studenten? En volgens oer-hollandsche traditie zijn de meeste pijlen gericht op de buitenlanders.
Het aantal internationale studenten is de afgelopen vijf jaar in Nederland met bijna 50.000 gegroeid. Volgens de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting is de landelijke kamernood nu zo’n 27.000 kamers. Zonder internationals geen kamernood, is de snel getrokken (en incorrecte) conclusie. De gestelde oplossing ligt dan ook voor de hand: maak alle opleidingen weer Nederlandstalig en dan is het opgelost.
Dat is te kort door de bocht. De afgelopen vijf jaar is het aantal Nederlandse studenten met 90.000 gegroeid: in absolute cijfers meer dan de groei van internationals. Maak het vwo moeilijker of laat iemand vaker voor de hogeschool kiezen en verder hoeft er helemaal niks te gebeuren.
Ook op andere plekken – tot aan de fietsenrekken voor universiteitsgebouwen toe – wordt het allemaal wat krap
Ook dat is te kort door de bocht. Zoals vaker liggen de nuance en de waarheid ergens in het midden. En dan is het jammer dat veel deelnemers in het debat alleen op de flanken gaan zitten. Het percentage internationals onder de studenten stijgt namelijk wel snel: van 10 procent vijf jaar geleden naar 15 procent nu en het gaat nog verder groeien.
Aan de ene kant zijn internationals een enorme verrijking. Ik zit regelmatig in een benoemingsadviescommissie voor een nieuwe universitair docent en dan krijgen we tientallen reacties van talenten van over de hele wereld. Hadden we geëist dat ze in het Nederlands les zouden geven, dan hadden we veel minder kandidaten om uit te kiezen en dan hadden de studenten – ook de Nederlandse studenten – minder talentvolle docenten.
De universiteit heeft niet alleen een internationale functie, maar ook een nationale en regionale. Aan een arts of psycholoog die niet de taal van de patiënt spreekt, heb je weinig. Ook worden wij grotendeels door de Nederlandse belastingbetaler bekostigd: dan is het vreemd om voor diezelfde belastingbetaler de deur dicht te gooien.
Het is jammer dat we de afgelopen jaren niet beter benut hebben om uit onze loopgraaf te komen
Het probleem is dat niet alleen het debat op de alles-of-nietsflanken gevoerd wordt, ook de sturingsmogelijkheden van universiteiten zitten daar. De wet biedt momenteel geen mogelijkheden. Zo is het niet eens mogelijk om bij de tweetalige bacheloropleidingen psychologie een minimumaantal Nederlandstalige plaatsen in te stellen.
Minister Dijkgraaf van Onderwijs heeft aangekondigd om binnenkort met nieuwe wetgeving te komen. Dan is dit een goed moment om met z’n allen te bespreken hoeveel internationalisering gewenst is.
Door alle discussies de afgelopen jaar weten we eigenlijk alleen dat 0 procent en 100 procent niet de juiste antwoorden zijn, maar er liggen nog heel veel keuzes daar tussen in. En die keuze maken is een stuk lastiger dan alleen motiveren dat de andere flank het fout heeft (terwijl je negeert dat je eigen flank ook fout zit).
Het is jammer dat we de afgelopen jaren niet beter benut hebben om uit onze loopgraaf te komen en dit debat te voeren, want dan waren we klaar geweest zodra de nieuwe wet er is.
CASPER ALBERS