Hoe een wandeling naar de supermarkt op een zomerse avond heel anders uitpakte dan student-columnist Robin Hevinga had verwacht.
Vorige week ondernam ik een avondwandeling naar de Lidl. Het was een hete dag geweest. De zon was inmiddels achter de huizen gezakt, maar de stoeptegels gloeiden nog na.
Plots voelde ik drupjes, die snel overgingen in stralen; een hoosbui overviel een oververhitte stad. Fietsers begonnen te lijken op wielrenners, een groepje tienermeisjes vluchtte onder een plataan en zag ik daar nou iemand met krukken rennen?
Ik besloot te blijven doen wat ik deed, mijn pas versnelde niet. De regen was de prijs die ik diende te betalen voor deze prachtige dag. En de verkoeling was ook welkom.
Een duif dacht er net zo over. Naast de stoep lag het beestje in het gras op zijn rug te kronkelen. Hij liet de hemeldouche zijn verenkleed opschonen en besloot zo van iets onprettigs iets leuks te maken. Of besluiten? Ik denk niet dat duiven echt dingen besluiten, hij deed het gewoon.
Waren mensen maar wat meer als duiven, dacht ik toen ik door de automatische deuren van de Lidl liep. Binnen hing een nare sfeer, ik kwam er al snel achter waarom. ‘Pinstoring’ stond er in rode koeienletters op een uitgeprint A4’tje.
‘Pinstoring’ stond er in rode koeienletters op een A4’tje
In de paniek die was ontstaan, hadden de Lidl-medewerkers vergeten om de mandjes bij de ingang aan te vullen. Secuur stapelde ik de boodschappen in mijn armen en liep ik ermee rond alsof het mijn grootste schatten waren.
Voorzichtig schuifelde ik naar de kassa, waar een lange rij stond.
Een verstrooid ogende man had geen boodschap aan de pinstoring en eiste dat hij zijn bier kon pinnen. Woest werd hij op de mevrouw achter de kassa; zonder alcohol geen genade.
Toen ik aan de beurt was, toverde ik tot verbazing van mijzelf en de kassamevrouw een briefje van twintig achter mijn telefoonhoesje vandaan.
‘Sterke nog even vandaag’, zei ik tegen haar. Ze bleef stil, maar keek me dankbaar aan. ‘Sterkte’ was de juiste woordkeus.
Toen ik buiten stond ,bevond ik mij in een andere stad. De regen en de pinstoring hadden het geluk van de dag gestolen.
Mijn arme stadsgenoten: bang voor alles, voorbereid op niets.
ROBIN HEVINGA