DOOR LOTTA STOKKE
Zes bewoners van een studentenhuis in de Poelestraat moesten de nacht vrijdag elders doorbrengen omdat hun huis een brandgevaar bleek te zijn.
Rond half vier ‘s middags roken ze een gaslucht. Ze vermoedden een gaslek en belden de hulpdiensten, waarna de brandweer hen opdracht gaf om alle ramen open te zetten en het pand te verlaten.
Toen de brandweer met gasmaskers naar binnen ging om de oorzaak van de lucht te onderzoeken, ontdekten ze dat het huis brandgevaarlijk was: over de rookmelders hingen boodschappentassen en de vluchtroutes werden geblokkeerd door vuilniszakken en andere spullen.
De studenten konden er daarom niet blijven, al mochten ze na drie uur wel even naar binnen om wat spullen te pakken voor de nacht.
Koolstofmonoxide
De brandweer ontdekte ook dat er in een naburig gebouw een erg hoge concentratie koolstofmonoxide hing, veroorzaakt door de uitstoot van een apparaat dat gebruikt werd voor renovatiewerkzaamheden. Alle omliggende gebouwen werden gecheckt en geventileerd en niemand bleek vergiftigd te zijn.
Koolstofmonoxide ruik je niet en zie je niet, en wordt daarom ook wel een sluipmoordenaar genoemd. De studenten hadden nu het geluk dat ze alarm sloegen door een andere geur, die waarschijnlijk afkomstig was van hetzelfde apparaat. ‘We hebben echt een les geleerd’, zegt bewoner Camiel (20), student bedrijfskunde aan de RUG.
De zes huisgenoten raden anderen aan om alle benodigde veiligheidsmaatregelen te nemen. Zelf hebben ze op aandringen van de brandweer het huis stevig opgeruimd en koolstofmonoxidemelders besteld.