Bijna 70 procent van alle studenten haalt binnen vier jaar z’n bachelordiploma, volgens de VSNU. Dat is fors meer dan vijf jaar geleden toen iets meer dan de helft (56 procent) op tijd z’n diploma haalde.
‘De maatregelen die universiteiten nemen om het studietempo te verhogen blijken effectief en terecht’, zegt RUG-voorzitter Sibrand Poppema, tevens vicevoorzitter bij de VSNU. Vooral het matchingsbeleid en de vervroegde aanmelddatum helpen om studenten sneller op de juiste plek te krijgen, zegt hij.
Vorig jaar concludeerde een expertgroep aan de RUG juist dat matching niet werkt. Het systeem moet aspirant-studenten voor ze aan hun studie beginnen duidelijk maken of ze bij de opleiding passen. Maar vrijwel iedereen krijgt groen licht.
Universiteiten nemen sinds de invoering van de bachelor-masterstructuur in 2002 verschillende maatregelen om ervoor te zorgen dat studenten niet onnodig lang over hun opleiding doen. De instellingen zijn voor hun financiering onder meer afhankelijk van het aantal studenten dat op tijd afstudeert.
Harde knip
Volgens de VSNU is de belangrijkste verklaring voor de forse stijging in het aantal studenten dat nominaal studeert de invoering van de ‘harde knip’ tussen bachelor- en masteropleidingen. Lange tijd was het voor studenten mogelijk om in te stromen in een masterstudie zonder de bacheloropleiding af te ronden. Het duurde daardoor vaak veel langer, voordat de student een bachelordiploma haalde. Met de invoering van de ‘harde’ knip, die de afgelopen jaren op alle universiteiten is ingevoerd, is dat onmogelijk gemaakt.
De uitval uit het academisch onderwijs is volgens de universiteiten afgenomen naar 7 procent. Dat is volgens de VSNU vooral te danken aan de uitbreiding van voorlichtingsactiviteiten met onder meer meeloopdagen, proefstuderen en studiekeuzeworkshops, zodat aankomend studenten een beter beeld krijgen van de sfeer van de opleiding en de eisen die er worden gesteld.