Met dodenherdenking op 4 mei zijn er veel verhalen in Groningen te vinden over moed, verzet en mededogen. Ook bij het evenement Open Joodse Huizen. Maar de studenten die het programma samenstellen, zijn ook geïnteresseerd in het grijze gebied.
Op Open Joodse Huizen worden twintig verschillende verhalen verteld, op diverse locaties in de stad Groningen, over slachtoffers, verzetsstrijders en hun families. RUG-studenten zijn hiervoor maanden bezig geweest om het voor te bereiden. Ze verwachten honderden deelnemers.
Tussenin
Tweedejaars geschiedenisstudent Theunis Holthuis is een van de onderzoekers die archieven hebben doorgespit op zoek naar inspirerende verhalen. Hij is altijd geïntrigeerd geweest door hoe moeilijk het moet zijn geweest om altijd de ‘goede’ keuzes te maken tijdens de oorlog.
Theunis: ‘We praten over Nazi’s en verzetsstrijders alsof het allemaal heel zwartwit is. We wilden iets vertellen dat laat zien dat mensen niet altijd goed of fout waren in de oorlog, het ligt genuanceerder.
Hij wilde het verhaal uitlichten over een normale man die het voor elkaar krijgt om ook goede dingen te doen, ook al werd hij door anderen beschouwd als verrader.
Het is de eerste keer dat het evenement het verhaal vertelt van iemand die noch verzetsstrijder, noch slachtoffer is. ‘Jan Derk Domela Nieuwenhuis Nyegaard zit er een beetje tussenin’, zegt Ruben Zeeman, ook tweedejaars geschiedenisstudent en een van de organisatoren van het evenement.
Al was Jan Derk geen antisemiet, hij steunde wel de Duitse bezetting – schreef zelfs artikelen waarin hij ervoor pleitte dat Nederland onder een Duitse vleugels zou vallen.
Maar als hij het lichaam vindt van zijn jongste zoon – een verzetsstrijder – die thuis werd vermoord door een Duitse patrouille, verandert zijn positie. Derk gooit het raam open en maakt Hitler en het hele Duitse project uit voor alles wat vies en lelijk is. Duitsers in de buurt pakken hem op en hij wordt gevangen gehouden in het Scholtenhuis op de Grote Markt.
Een goede gevangene
Gevangenschap verandert hem van Duitse sympathisant tot een onverzettelijke verzetsstrijder, zegt Theunis. ‘Als je aan een verzetsstrijder denkt, denk je niet aan iemand in een gevangenis die anderen emotionele steun geeft,’ legt hij uit, ‘maar dat is precies wat Jan Derk deed voor de andere gevangenen’.
De hervormde pastoor werd een geestelijke voor de andere Scholtenhuis-gevangenen, veelal andere Christenen. ‘Het was een religieuze gemeenschap die gebukt ging onder veel stress en martelingen’, zegt Theunis. ‘Jan Derk hielp mensen door de verschrikkingen door ze mentale en spirituele hulp te bieden – wat ik ook een soort verzet vindt.’ Zeventien van de ‘bloedbroeders’ – zoals de gevangen zich noemden – werden geëxecuteerd, maar hun kameraadschap onder Jan Derk’s geestelijke leiding, bleef.
Dat ergerde de Duitsers enorm, die hem verbanden naar Schiermonnikoog. Zelfs toen, zegt Theunis, ‘bleef hij de boel opstoken en zijn ondervragers provoceren met woedende uitspraken over hoe slecht het Nazi-regime was.’ Theunis bewondert Jan Derk – niet omdat hij een zwaard oppakte, maar omdat ‘ideeën sterker zijn dan het zwaard.’
‘Dat is een enorm cliché’, lacht Ruben. ‘Maar het klopt wel.’
Controversie
Toch, de beslissing om zich op Jan Derk te focussen was geen makkelijke. Er waren veel argumenten tijdens het organiseren van het evenement die draaiden om het punt dat echte slachtoffers en echte verzetsstrijders centraal zouden moeten staan. Jan Derk, die de Duitse bezetting steunde totdat het hemzelf raakte, lijkt geen goede kandidaat om te willen herdenken. Theunis en Ruben verwachten dezelfde kritiek van deelnemers op 4 mei.
Maar Theunis denkt dat verhalen als van Jan Derk toch belangrijk zijn. De grens tussen goed en slecht is soms een ‘grijs gebied’, zegt hij. Hij denkt dat het leven van iemand als Jan Derk ons veel kan leren over onze kwetsbaarheid, wreedheid, compassie, en moed, en dat het ons hopelijk kan helpen bij het maken van morele keuzes die ons in komende geschiedenisboekjes aan de goede kant indelen.
Fading stories
Ruben heeft de afgelopen maanden, samen met medeorganisator Hannah van der Plaat, hard gewerkt voor dit project. Hij maakt zich zorgen over rapporten waaruit blijkt dat antisemitisme weer de kop opsteekt in Europa, ook in Nederland. ‘Vooral nu, denk ik dat het erg belangrijk is dat we deze verhalen vertellen.’
Ruben waarschuwt dat de verhalen over de Holocaust in de loop der tijd zullen vervagen. Geschiedenis herinnert zichzelf niet, zegt hij. ‘We moeten actief blijven herdenken, en dit project helpt ons om deze verhalen weer op te halen.’
Het mooiste aan Open Joodse Huizen, vindt Ruben, is niet het programma zelf, maar wat het veroorzaakt bij het publiek. ‘Mensen die zelf ook herinneringen hebben over de oorlog of die verhalen hebben gehoord van hun ouders, vertellen die altijd. Wij vertellen verhalen, maar het feit dat mensen erover praten, nadenken en het met elkaar delen – dat is heel mooi.’