Te midden van allerlei wetenschappelijke instrumenten vertellen PhD-studenten Kevin Ike en Betty Hornix over de gedragsbiologie van muizen. De elf kinderen die deze cursus over natuur en techniek deze avond volgen, zijn nieuwsgierig. Ze vuren hun vragen én antwoorden af op Ike en Hornix, die zo goed mogelijk met de prettige chaos omgaan.
Dan moeten ze met een stopwatch in de hand twee filmpjes bestuderen om te testen hoe sociaal muizen zijn. Gaat de muis naar het lege hokje, of gaat-ie liever naar de andere muis? Dat laatste gebeurt het vaakst en dus concluderen de kinderen dat de meeste muizen sociaal gedrag vertonen.
In de pauze vertelt Kevin Ike waarom hij vrijwillig lesgeeft aan deze kinderen. ‘Het is gewoon leuk’, zegt Ike. ‘Ik heb het nu drie keer gedaan. Het is soms even lastig om ze bij de les te houden, maar zodra ze bezig zijn gaat het goed. Hier leer ik didactische vaardigheden aan en kan ik enthousiasme voor mijn onderzoek naar gedragsbiologie overbrengen.’
Kennismaking
De cursus is vorig jaar maart begonnen. Sindsdien hebben er zeker tien onderzoekers van de RUG voor de klas gestaan. Vrijwilliger Bas van Tiggelen is daar blij mee. ‘Het is voor de kinderen een goede kennismaking met de wetenschap. Ze hoeven niet eens alles te snappen, als ze maar geïnspireerd raken.’
De kinderen kunnen met onbekende materialen en allerlei gereedschappen werken. Naast de cursus over natuur en techniek zijn er nog veel meer activiteiten, zoals het werken met robots en het maken van microcomputers. ‘Zo komen kinderen op een creatieve manier in aanraking met wetenschappelijk onderzoek en techniek’, zegt Van Tiggelen.
‘Superleuk’
En die aanpak werkt, als het aan Joël (8) en Lennard (8) ligt. Ze zitten allebei in groep vijf en gaan graag naar De Jonge Onderzoekers. ‘Het is superleuk’, zegt Lennard. ‘Op de computer vind ik het leukst. Ik leer hier best veel en het is heel anders dan op school.’
Daar is Joël het mee eens. Hij maakte laatst nog een ‘knettermachine’; als je een ballon tegen je kleren aanwrijft, zorgt de statische elektriciteit ervoor dat er een lampje gaat branden. ‘Op school moet je op je stoel zitten en luisteren. Daar is het veel rekenen en taal. Hier is het natuur en techniek en mogen we lekker alles zelf doen.’
Experimenten
Volgens vrijwilliger Peter Struwe, die in 1988 zijn biologieopleiding aan de RUG afrondde, is het heel belangrijk dat kinderen experimenten uitvoeren. ‘Een schoolse benadering van wetenschap kan ze ontmoedigen. Hier houden we geen droge natuurkundelessen, maar zijn de kinderen met hun handen bezig. Wij bieden zo veel uitdaging.’
Bovendien, zegt Struwe, vinden we het logisch dat kinderen op muziekles of een sport gaan. Nu kan een kind ook op natuur en techniek. ‘Wij houden niet van het keurslijf van het onderwijs. Vooral bij bètavakken wordt daar het enthousiasme verpest. Wij willen weer het leuke van de exacte wetenschappen laten zien.’
Struwe en Van Tiggelen hopen dat meer RUG-wetenschappers zich aanmelden als vrijwilliger voor de avondcursussen. Ook zijn ze voor samenwerking met de RUG. ‘Dan hebben wij een breder bereik en kunnen we meer enthousiasme wekken bij de kinderen’, zegt Van Tiggelen. Struwe vult aan: ‘Voor de RUG is het ook belangrijk. Want zo houden we de wetenschappers van de toekomst in Groningen.’