ChatGPT is niet meer uit het academisch leven weg te denken. De RUG heeft daarom tien basisregels opgesteld om het gebruik van generatieve AI te reguleren.
De regels zijn opgesteld vanwege de opmars van zogenoemde generatieve AI (genAI). Dat is kunstmatige intelligentie zoals ChatGPT, DALL-E en Gemini (voorheen Google Bard) dat niet alleen input kan aanpassen (zoals een spellingchecker in Word), maar juist geheel nieuwe output kan ‘bedenken’.
In de kern wil de RUG dat studenten worden opgeleid om AI-tools op ‘competente en verantwoorde manier’ te gebruiken. ‘Aansluitend bij academische werkwijzen, attitudes en kernprincipes’, zo staat in de richtlijnen.
Fraude
AI-tools mogen alleen als ‘hulpmiddel voor algemene functionaliteiten’ worden gebruikt en dat moet altijd worden gemeld. Daarmee bedoelt de uni onder meer brainstormen, inspiratie opdoen en het samenvatten van algemene informatie. Daarnaast mogen docenten binnen hun vak aanvullende eisen stellen aan het gebruik van GenAI.
Er is fraude in het spel als het werk van een student niet meer herkenbaar is als eigen werk en de student daardoor niet getoetst kan worden op eigen kennis en inzicht. Ook is het fraude als een student niet benoemt dat generatieve AI is gebruikt voor (een deel van) een opdracht en het resultaat letterlijk wordt gekopieerd en ingeleverd als eigen werk.
AI-vrije zones
Als een docent vermoedt dat een student het werk niet zelf heeft gemaakt, mag een mondelinge toets worden afgenomen om dat te controleren. Bij het schrijven van scripties en eindwerken komt er standaard een tussentijdse toets om zeker te weten dat een student de stof beheerst en het werk zelf maakt.
Ondanks de omarming van GenAI, zet de RUG ook zogenaamde ‘AI-vrije zones’ in. Dit zijn zones waar websites van GenAI lokaal onbereikbaar zijn en dus niet gebruikt kunnen worden. Deze zones zijn er al in de zalen van de Aletta Jacobshal.