Het statement dat de RUG vorige week naar buiten bracht over haar banden met Israëlische universiteiten klopt niet, stelt fractievoorzitter Ale ten Cate van studentenpartij Lijst Calimero in de universiteitsraad.
Er is in de afgelopen maanden meermaals gevraagd aan de RUG om de banden met Israëlische universiteiten en instituties openbaar te maken. Vanwege redenen die voor mij onbekend en onbegrijpelijk zijn, is er pas vorige week vrijdag een statement naar buiten gekomen waarin de RUG hierover praat.
Het statement noemt geen namen van universiteiten en instituties waarmee zij banden heeft. Waarom niet? Voor degenen die het niet weten, heeft de RUG bijvoorbeeld banden met de Hebrew University of Jerusalem, via een uitwisselingsprogramma binnen de Faculteit Religie, Cultuur en Maatschappij.
In het statement van de RUG staat het volgende: ‘The UG currently has no formal cooperation with institutions in the Palestinian territories.‘ Maar de Hebrew University of Jerusalem heeft een campus in illegaal bezet Palestijns gebied, op Mount Scopus om precies te zijn. Dit gebied in Oost-Jeruzalem is tegen internationaal recht ingenomen door Israël waarna er de campus van de Hebrew University is gebouwd.
Naast het feit dat de RUG dus wél banden heeft met instituties op Palestijns gebied, heeft de RUG dus ook banden met een universiteit die zich schuldig maakt aan het faciliteren van het oorlogsgeweld en de uitzetting van de Palestijnse bevolking.
De RUG heeft dus banden met een universiteit die zich schuldig maakt aan oorlogsgeweld
De Hebrew University heeft sinds de oorlog namelijk militaire basissen op de campussen. Daarnaast schrijft de universiteit zelf op haar website: ‘Support for the Military: The University provided diverse logistics equipment to several military units.’
We moeten ons afvragen of we banden willen hebben met een universiteit die duidelijk betrokken en schuldig is aan het bijdragen aan een oorlog en de humanitaire crisis.
Dan moeten we ook denken aan het gebrek aan academische vrijheid, of zelfs academische onderdrukking die academici en studenten meemaken op Israëlische universiteiten zoals de Hebrew University. Palestijnse studenten wordt het zwijgen opgelegd en hetzelfde geldt voor professoren.
Het statement van de RUG benoemt de academische dialoog en de waarde daarvan, maar hoe is dat mogelijk op een universiteit die actief haar eigen wetenschappers onderdrukt of zelfs ontslaat?
Met de actuele boycots en de eis om de banden met Israëlische universiteiten te verbreken, moeten we niet denken dat deze discussie pas recentelijk is opgelaaid. In 2017 werd er al door meer dan honderd geleerden in internationaal recht (onder wie van de RUG) opgeroepen tot een boycot van een forum dat plaats zou vinden in bezet gebied van de Hebrew University.
Hoe is dat mogelijk op een universiteit die haar eigen wetenschappers onderdrukt?
De academische boycot en eisen zoals die van onze studenten en medewerkers op het Harmonieplein worden gesteund door experts en academici luidt:
De boycot is niet gericht op individuele Israëlische academici; die zijn welkom om actief te worden in de strijd voor Palestijnse bevrijding. Het zijn instellingen die geboycot moeten worden. Want Israëlische universiteiten krijgen een speciale behandeling; de EU geeft meer financiering en uitwisselingsmogelijkheden aan hen dan aan welke Palestijnse of Arabische universiteit dan ook.
Maar geen enkel universiteitsbestuur in Israël heeft op enige wijze bezwaar gemaakt tegen de vernietiging van alle elf Palestijnse universiteiten in Gaza, of tegen het doden van voorzitters van universiteiten, decanen, docenten en studenten. Geen woord. De banden verbreken is wel het minste wat de westerse academische gemeenschap kan doen.
Dit in acht nemend willen we het college van bestuur van de RUG vragen om de banden tussen de RUG en universiteiten in Israël te heroverwegen, in het bijzonder die met de Hebrew University of Jersusalem.
Ale ten Cate is fractievoorzitter van studentenpartij Lijst Calimero in de universiteitsraad van de RUG