Kritisch denken en kritiek leveren zijn twee heel verschillende dingen, zegt student-columnist Bauke van der Kooij. ‘Laten we stil staan bij de manier waarop we met elkaar omgaan.’
De lontjes zijn dit jaar veel te kort om vuurwerk af te steken. Zo, die kan je zo op een poster van Loesje zetten.
Iedereen is de laatste tijd voortdurend boos, gefrustreerd en we spuwen ons (met nog halfverteerde chocoladeletter vermengde) gal op alles en iedereen, en vervolgens schilderen we dit af als ‘kritisch zijn’. Ergens logisch – het enige wat in Nederland wel goed gaat zijn Ajax en Max Verstappen, maar ‘kritisch zijn’ is niet hetzelfde als ‘kritiek leveren’.
Kritisch zijn is een belangrijke academische eigenschap, kritiek leveren is dat niet. Maar te vaak worden de begrippen door elkaar gehaald en wordt er nodeloos kritiek over iets heen gepleurd waarna de gever trots kan zeggen dat hij of zij lekker kritisch was, en dus eigenlijk een goede daad heeft gedaan.
Maar kritisch zijn is meer dan alleen kritiek leveren. Kritisch zijn omvat ook het logisch en onafhankelijk redeneren om tot een goed, zelfstandig oordeel te komen. Ofwel, niet meegaan met de meute en dus ook niet lekker ongefundeerd gaan klagen over alles wat er allemaal niet goed gaat. In dat geval ben je niet kritisch, dan loop je gewoon te zeiken.
Met zeiken schiet je op de lange termijn ook helemaal niks op. Simpelweg zeggen ‘jullie doen het niet goed’ voorkomt dat er een goed gesprek kan worden gevoerd over wat er beter kan. De beste stuurlui staan aan wal spijkers op laag water te zoeken, en gebruiken het zout van het zeewater om op een slak te leggen.
Klagen over alles wat niet goed gaat, dan loop je gewoon te zeiken
Met een nieuwe lockdown, een nauwelijks gecompenseerde studieschuld, een onbetaalbare huizenmarkt en een diploma-inflatie waarbij twee masters bijna de norm is, valt er natuurlijk ook genoeg te klagen voor studenten. En ook voor medewerkers helpt een torenhoge werkdruk, een traag verlopend boosterprogramma en veel online onderwijs niet mee aan alle opgekropte frustratie.
Ergens is het dan ook logisch dat we steeds vaker rellen op straat zien, bijvoorbeeld coronademonstranten of voetbalhooligans, en de toon op internet wordt ook steeds harder.
We zijn zo vastgeroest in onze eigen mening en onze eigen frustratie, dat we niet meer openstaan voor de mening van een ander. Het lijkt alsof we bij voorbaat al de hakken in het zand zetten, maar laten we wel onthouden dat ondanks dat we allemaal wel rondlopen met frustraties, de oplossing niet ligt in cynisme en agressie.
De functie van de universiteit om aan leren om kritisch te denken in plaats van kritiek te leveren, is juist nu van cruciaal belang. Laten we de lockdown, en vooral de kerstdagen, dan ook even gebruiken om te bezinnen en, ondanks het vuurwerkverbod, alle lontjes weer wat langer te maken dan ze nu zijn.
Het ho ho ho van de kerstman kunnen we in dat licht misschien wel zien als een collectieve oproep om even te stoppen en stil te staan bij de manier waarop we met elkaar omgaan.
Oké, die is misschien niet leuk genoeg voor Loesje. Alhoewel, misschien moet ik ook niet te kritisch zijn.
BAUKE VAN DER KOOIJ