De levens van Oekraïners in Groningen staan op hun kop door de Russische invasie van hun land. Hoe gaan ze daar mee om? ‘Het voelt alsof ik niks doe, omdat het niets voorstelt vergelijken bij wat ze in Oekraïne doen.’
Anita Gimpelson
Studeert marketing aan de Hanzehogeschool. Komt uit Charkov en is momenteel in Oekraïne met haar zus
‘Op 24 februari om vijf uur ‘s ochtends werd ik in ons appartement wakker van bombardementen. Ik en mijn zus, die mijn enige gezinslid is, checkten of onze vrienden, collega’s en verwanten oké waren, pakten toen snel onze tassen en gingen naar de ondergrondse parkeerplaats van ons gebouw. Daar schuilden we de meeste tijd samen met anderen. Het was onwerkelijk om te zien dat kleine kinderen daar met elkaar aan het spelen waren, ze hadden totaal niet door wat er aan de hand is.
De volgende dag werden de beschietingen en bombardementen heviger en we hoorden dat de Russische troepen al in onze stad waren. We besloten om weg te gaan, maar we moesten eerst een man vinden die met ons mee kon gaan, omdat de weg richting de westgrens gevaarlijk is. Er zijn bandieten op straat die je auto gewoon tegenhouden en al je spullen stelen en er zijn ook in het algemeen veel obstakels onderweg. De benzine is vaak uitverkocht en veel wegen zijn onbegaanbaar geworden door de tanks, bombardementen en auto-ongelukken.
Veel mensen zeggen tegen me dat ik gewoon terug moet komen naar Nederland, maar ze realiseren zich niet dat Oekraïne het grootste Europese land is en dat het waarschijnlijk meerdere dagen kost om dichterbij het westen te komen.
Als ik om een ding mocht vragen, zou het zijn: zet alsjeblieft de EU onder druk om meer te doen en zet de NAVO onder druk om het luchtruim te sluiten. Dat is nu het belangrijkste, omdat er veel luchtaanvallen zijn.’
Mira Buist-Zhuk
Informatiespecialist bij de Universiteitsbibliotheek. Komt uit Khmelnytskyi
‘Ik hoorde over de oorlog van mijn zus, die in het westen van Oekraïne woont. Het was gewoon onvoorstelbaar en ongelooflijk. Ik voelde me eerst heel paniekerig en enorm bezorgd. Nu ben ik minder in paniek, maar ik ben nog wel erg bang. Het is nog niet voorbij. Dit is dag vier.
Elke keer dat je een boodschap krijgt van je vrienden of familie waarin ze zeggen “we rennen naar een schuilplaats” of “we zitten in een schuilplaats” of als je geen reactie krijgt omdat ze geen bereik hebben, dan ben je diep van binnen in paniek. En de tijd kruipt enorm langzaan voorbij. Je probeert gewoon al het nieuws te volgen dat je kunt vinden.
Ze zitten niet alleen maar in schuilplaatsen, natuurlijk. Mijn vader patrouilleert door de stad, bijvoorbeeld. Als hij een verdacht persoon ziet, geeft hij dat door aan de politie, zodat die kan checken of het niet iemand is die chaos probeert aan te richten op straat.
Het taalgebruik van mijn Oekraïense vrienden is heel militaristisch geworden. Ze gebruiken woorden die verwijzen naar allerlei soorten explosieven, raketten en antiraketsystemen om te beschrijven wat daar gebeurt. Die woorden zitten nu ook in mijn dagelijkse vocabulaire, en dat was voorheen ondenkbaar.
Ik weet dat sommige mensen twijfelen of ze een Oekraïense vriend of collega een berichtje zullen sturen en ik zou willen adviseren: doe dat. Mensen stellen het erg op prijs, omdat ze dan weten dat ze niet alleen staan. We worden gesteund. De hele wereld staat aan onze kant.’
Viktoriia Starokozhko
Klinisch expert bij het UMCG. Komt uit Charkov
‘De eerste dag van de oorlog was heel emotioneel. Het is heel eng en ik voel me hulpeloos, zo ver weg van mijn familie en vrienden. Tegenwoordig blijf ik tot laat op en dan word ik vroeg weer wakker, gewoon om te checken of zij in orde zijn.
Voor de oorlog begon smeekte ik mijn ouders als om weg te gaan uit Charkov en richting de westgrens te reizen, zodat ze hierheen konden komen. Maar ze zeiden: “Nee, we willen blijven want dit is ons thuis.”
Het minste dat ik kan doen is naar de protesten gaan. Gewoon om luidkeels te laten weten dat we echt steun nodig hebben. En het is geweldig dat al mijn internationale vrienden en collega’s ook naar het protest zijn gekomen. Er heerst een stemming in Oekraïne dat we hier doorheen zullen komen, maar als je alle internationale steun ziet, weet je zeker dat we gaan winnen.’
Evgen Troshyn
Studeert game design aan de Hanzehogeschool. Komt uit Odessa
‘Ik kan nu niet naar huis en mijn familie is daar ook op tegen. Dus alles wat ik nu kan doen is mijn steun betuigen bij dit protest. Ik ben ook iedereen die komt opdagen heel dankbaar. Het is belangrijk om te laten zien dat veel mensen in alle landen, zelfs in Rusland, zich hiertegen uitspreken.
Steun helpt enorm. Mijn Nederlandse vrienden hebben mijn familie uitgenodigd om bij hen te komen logeren, al heeft mijn familie dat tot nu toe geweigerd. Zij helpen als vrijwilliger met het aanleveren van hulpgoederen en als het nodig is blijven mijn vader en zwager achter om het land te verdedigen, ook al hebben ze geen militaire training gehad.’
Veronika Tajgler
Studeert industrial engineering and management. Komt uit een kleine stad in het westen van Oekraïne
‘In Oekraïne heb ik vrienden, jonge mannen van mijn leeftijd, die zich aangemeld hebben om het gebied te beschermen. Ze helpen alleen als burgers omdat er veel andere mensen zijn die militaire ervaring hebben, maar ik ben heel trots op ze. Ik heb het idee dat deze situatie ons echt heeft verenigd.
Wij kunnen nu niet in Oekraïne zijn om te vechten of vrijwilligerswerk te doen, dus proberen we zoveel mogelijk mensen te benaderen zodat we van buitenaf kunnen helpen. We helpen door alles daarheen te sturen wat maar nodig is – helmen en dekens, medicatie en voedsel. We sturen zes busjes met hulpgoederen vanuit Groningen naar Oekraïne.
Voor dit protest wist ik niet eens dat er zoveel Oekraïners in Groningen zijn. Vrijwilligerswerk doen is ook goed voor mij, omdat het me het gevoel geeft dat ik zo invloed heb op wat er in mijn land gebeurt. Verder slaap ik nauwelijks, omdat ik constant het nieuws aan het checken ben.’
Maria Badziukh
Studeert game design student aan de Hanzehogeschool en is een van de organisatoren van het protest op de Grote Markt van afgelopen zondag, waar zo’n tweeduizend mensen op af kwamen. Komt uit Kiev.
‘Ik denk niet dat we genoeg kunnen doen. Hoewel ik dit protest heb georganiseerd en op zoek ben naar mensen in diverse landen die Oekraïners kunnen opvangen, voelt het alsof ik niets doe, omdat het niets is vergeleken bij wat ze in Oekraïne aan het doen zijn. Daar vechten ze echt voor hun leven.
Het is alsof mensen hier in een andere realiteit leven. Veel van hen kunnen na dit protest doorgaan met hun leven alsof er niets gebeurd is. Ik niet, omdat ik Oekraïens ben. Dus nu denk ik elke dag en elk uur aan Oekraïne.
Wat mensen volgens mij moeten doen is niet achterover leunen na dit protest. We willen dat je informatie blijft delen en aan Oekraïners vraagt hoe je kunt helpen. Het belangrijkste nu is om naar de Oekraïners te luisteren.’