Ben Feringa, als hoogleraar organische chemie verbonden aan de RUG, heeft woensdag samen met twee anderen de felbegeerde wetenschapsprijs in de wacht gesleept. De 65-jarige Feringa, de Fransman Jean-Pierre Sauvage en de Brit James-Frazer Stoddard ontvangen de prijs voor hun onderzoek naar moleculaire nanomachines.
‘Bizar’, zegt Feringa in een eerste reactie tegen de UK. ‘Ik had het niet verwacht, wel van gedroomd.
Feringa werd woensdagochtend gebeld vanuit Stockholm met de mededeling. ‘Ik kon het aanvankelijk niet geloven. De man aan de andere kant van de lijn heeft me gezegd dat hij écht van het Nobelcomité is. Het is een grote eer. Niet alleen voor mij, maar ook voor iedereen die jarenlang aan mijn onderzoek heeft gewerkt.’
Directeur Adriaan Minnaard van het Stratingh Instituut voor Chemie en Technologie hoorde woensdagochtend een enorme brul op de gang. ‘Ik schrok, dacht dat er iets was misgegaan. Maar het was een brul van blijdschap.’
Sciencefiction
In 1999 maakte Feringa de eerste moleculaire motor. Daar sleutelde hij vervolgens aan verder. Uiteindelijk ontwikkelde hij er één, die een cilinder kon aandrijven die tienduizend maal groter was dan het motortje zelf. Het klinkt allemaal heel ingewikkeld, erkent Feringa. ‘Het lijkt voor veel mensen meer op sciencefiction.’
Toch is nanotechnologie ontzettend belangrijk voor de toekomst, stelt Feringa. ‘We komen steeds meer grondstoffen tekort, dus we moeten nieuwe processen bedenken. Betere processen. We hebben slimme materialen nodig die zich aanpassen aan hun omgeving en signalen kunnen oppikken.’ Nanotechnologie biedt daarvoor de oplossing, aldus de kersverse Nobelprijswinnaar.
‘We zijn nu bijvoorbeeld bezig met een onderzoek waarbij we die moleculaire motor in een antibioticum proberen te bouwen. Op die manier proberen we die motor te besturen vanuit het medicijn en het precies zijn werk te laten doen op de plek van de infectie, zonder daarbij andere delen van het lichaam te schaden.’
Eén miljard extra
Maar nanotechnologie komt niet alleen van pas bij antibiotica. Feringa stelt bijvoorbeeld dat de techniek ingezet kan worden om chemotherapie bij kanker te voorkomen of om tumoren op te sporen.
Daarnaast hamert Feringa op het belang van fundamenteel onderzoek. Volgens hem ligt de nadruk de laatste tien jaar te veel op toegepaste research. ‘Maar zonder fundamenteel onderzoek komen er geen iPhones, flatscreens of elektrische auto’s.’ Volgens hem is dergelijk onderzoek hard nodig om doorbraken te maken. ‘Hoe gaan we onze industrie over twintig á dertig jaar inrichten? Daar moeten we nu de stappen voor zetten en dat hangt sterk af van fundamenteel onderzoek.’
In Nederland mag wel wat meer aandacht besteed worden aan zulk onderzoek, vindt Feringa. Hij ziet het, meer dan voorheen, als een belangrijke taak om meer steun te krijgen. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, waar Feringa vicepresident is, vroeg de regering eerder dit jaar één miljard per jaar extra beschikbaar te stellen voor fundamenteel onderzoek. ‘Het is hard nodig. Nederland kan vooroplopen. Wij doen het eigenlijk waanzinnig goed met weinig geld, als je ons vergelijkt met andere landen.’