Een speciale uitgave van het tijdschrift De Boekenwereld werpt een nieuw licht op Petrus Camper. De beroemde anatoom sprak zich weliswaar uit tegen slavernij, maar liet ook schedels roven uit Afrika en wilde experimenteren op een ter dood veroordeelde vrouw.
Anatoom en zoöloog Petrus Camper (1722-1789) is een van de bekendste wetenschappers uit het RUG-verleden. Een verlicht wetenschapper, zeggen zijn fans, die zich uitsprak tegen de slavernij toen dat nog allerminst vanzelfsprekend was.
Toch, betogen RUG-onderzoekers Rina Knoeff en Bart Ramakers in een special van De Boekenwereld die woensdag wordt gepresenteerd, moet ook dit beeld genuanceerd worden. Want hij was ook de man die schedels van diverse menssoorten opmat en ze classificeerde van Afrikaan tot Griekse god, werk dat in de negentiende eeuw werd gebruikt om rassentheorieën te legitimeren.
Onethisch
Het themanummer is gemaakt door wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen samen met Pressing Matter – een UvA-onderzoeksprogramma naar koloniaal erfgoed – alsmede het Groningse Universiteitsmuseum en de afdeling Bijzondere Collecties van de UB.
‘Camper profiteerde van de nietsontziende Nederlandse koloniale expansiedrift’, betoogt Knoeff. Hij gebruikte koloniale netwerken om ‘bestellingen’ te doen. Dat kon gaan om dieren, maar ook om menselijke resten. ‘Vooral vanwege dit koloniale aspect kan de praktijk van Campers anatomisch onderzoek als onethisch worden gekenmerkt.’
De verschillende onderzoeken in De Boekenwereld laten zien hoe we Camper beter kunnen begrijpen. Het onderzoek naar de schedels, legt Knoeff bijvoorbeeld uit, ging voor Camper niet over hiërarchie, maar over verschil. ‘Voor Camper was het prima om onderscheid te maken tussen mensen. Die verschillen zijn slechts oppervlakkig. Ten diepste, in het wezen van de mens, zijn alle mensen echter precies hetzelfde. En dus betoogde Camper dat we zwarte mensen niet hun vrijheid mogen ontnemen.’
Herkomst schedel
Maar andere aspecten van Campers werk roepen meer vragen op. De Amsterdamse onderzoeker Paul Wolff Mitchell traceerde de herkomst van een van de schedels van Camper – nog altijd in het bezit van het Universiteitsmuseum.
Die bleek afkomstig van een Khoikhoi-vrouw die in Zuid-Afrika uit haar graf was geroofd door Campers oud-student Hendrik Le Sueur. Camper noteerde zelf dat Le Sueur haar een dag na haar begrafenis uit haar graf had gehaald. Camper vroeg ook om de oren van de vrouw, die hij op sterk water zette.
Dat, zegt Knoeff, heeft niets te maken met verlichtingsdenken, of een tijd met andere normen. ‘Grafroven was ook toen al niet oké.’
Levende proefpersoon
Ook het verhaal van Siertje Jacobs, beschreven door Karen Hollewand, geeft te denken. De vrouw uit Midwolda was in 1786 veroordeeld voor de moord op haar pasgeboren zoon. Er waren echter ook twijfels. Ze was immers ‘onnozel’ en het was de vraag of ze überhaupt wel was bevallen.
In plaats van de galg stelde Camper een alternatieve straf voor aan stadhouder Willem V. Hij wilde een ‘schaambeenklieving’ op haar uitvoeren – een experimentele operatie om een beklemd kind uit het bekken van de moeder te bevrijden. Dan zou ze daarna gratie kunnen krijgen.
Camper had al eerder geëxperimenteerd met dode lichamen, maar een levend proefpersoon zou hem informatie kunnen geven over herstel. ‘Sterft [de Gevangene] onverhoopt, zy sterft zonder schande en tot nut van het Menschdom; Geneest zy, gelyk waar schynelyk is, zoo heeft zy nog de allergrootste redenen om de genadige behandelinge Uwe Edel Mog. omtrent haar met altoos duurende dankbaarheid te erkennen’, stelde Camper.
In zijn tijd
Het was zeker geen poging van Camper om de arme vrouw te redden, zegt Knoeff. ‘Voor hem was het klip en klaar dat ze schuldig was. En het was zeker geen genadige straf: denk eraan, zoiets zou gebeuren zonder verdoving.’
Campers pleidooi werd afgewezen en Siertje Jacobs werd ‘gewoon’ terechtgesteld.
Campers handelen was niet uitzonderlijk, maar laat wel zien dat hij niet simpelweg kan worden weggezet als held of racist. ‘Dat zijn geen helpende categorieën, omdat het vooral vanuit onszelf gedacht is’, zegt Knoeff. ‘Ik denk dat je iemand altijd in zijn tijd moet begrijpen.’
Wel bieden de verhalen inzicht in hoe de wetenschap en het wetenschappelijk netwerk rond Camper functioneerde. En dat is belangrijk. ‘Petrus Camper was gewoon een heel belangrijke figuur. Niet alleen voor de Rijksuniversiteit Groningen, maar ook überhaupt voor de wetenschap in de tijd van de Verlichting.’
Presentatie bijwonen? Woensdag 15 januari, 15:30-17:00 uur, UB Groningen, Tammeszaal (4e verdieping).