Pauline Kleingeld krijgt Spinozapremie
Zoektocht naar een rechtvaardige wereld
Het is de minste vraag niet, die haar drijft. RUG-filosoof Pauline Kleingeld wil weten of je kunt zeggen: ‘Slavernij ís verwerpelijk’ in plaats van: ‘Ik vínd slavernij verwerpelijk’. Of er – kortom – morele principes bestaan, die universeel gelden. Voor iedereen. Waar ook ter wereld.
‘Want nu zeg jij misschien wel: “Nou, dat vind ik niet…” En dan houdt de discussie op.’
Het is een zoektocht naar de fundamenten van de ethiek en ze houdt zich er al een leven lang mee bezig. Het was de reden waarom ze ooit voor een studie theologie koos. ‘Filosofie als vak op school bestond niet, ik kende dat helemaal niet.’
Maar toen ze binnen haar studie alsnog kennis maakte met filosofie en ethiek, al ging dat voornamelijk over goed en kwaad, was ze verkocht. Ze vertrok naar Duitsland, waar ze studeerde bij de beroemde Jürgen Habermas. Ze eindigde bij de achttiende-eeuwse filosoof die haar uiteindelijk naar de Spinozapremie 2020 leidde: Immanuel Kant.
Uitzondering
Kant was de man die aan de basis stond van ons denken over vrijheid, over menselijke autonomie, over moreel handelen en wereldburgerschap. De filosoof die ons leerde dat jouw handelingsprincipe moreel juist is als het ook algemeen kan gelden.
‘Plat gezegd dus dat je moet denken: “Wat als iedereen dit zou doen”’, legt Kleingeld uit. ‘Kan ik ook willen dat iedereen mijn principe zou volgen? Of maak ik eigenlijk een uitzondering voor mezelf?’ Om er meteen aan toe te voegen: ‘Maar Kant heeft dat natuurlijk zelf heel anders verwoord.’
Iedereen klaagt altijd steen en been over Kants argumentaties
2,5 miljoen euro krijgt ze nu van onderzoeksfinancier NWO, vrij te besteden aan onderzoek, vanwege haar ‘baanbrekende inzichten’, haar ‘frisse interpretatie’ en haar vermogen om bruggen te slaan naar hedendaagse ethische discussies. En natuurlijk gaat dat geld naar die zoektocht, waarbij ze door Kant beter te begrijpen, ons moderne denken over morele principes een boost hoopt te geven.
Want hoewel er bibliotheken vol zijn geschreven over Kant, betekent dat niet dat hij niets nieuws meer te bieden heeft. ‘Kant is aan de ene kant ontzettend belangrijk voor ons denken over mensenrechten en moraal’, zegt Kleingeld. ‘Maar tegelijk klaagt iedereen altijd steen en been over zijn argumentaties.’
Globalisering
Wat Kleingeld wil doen, is de kloof dichten tussen die razend belangrijke principes en de argumenten die hij aandroeg. Want als je zijn begrippen anders interpreteert, klopt zijn betoog wél, denkt ze. Hoopt ze. ‘En dan staan die principes ook veel sterker.’
Het was tijdens een groot project over kosmopolitisme in achttiende-eeuws Duitsland dat ze deze weg insloeg. Het boek concentreerde zich op een groep filosofen met boeiende ideeën over wereldburgerschap. Extra interessant, omdat globalisering op dat moment volop onderwerp van discussie was. ‘Het viel me op dat de hedendaagse discussie nog wat kon leren van de inzichten van tweehonderd jaar eerder.’
Sommige denkers stelden dat alle mensen moreel gelijk zijn en daardoor ook hetzelfde recht hadden om geholpen te worden als ze in nood zijn. Waar ook ter wereld. Anderen stelden dat staten moesten samenwerken in volkenbonden of federaties, of – zoals één filosoof stelde – één grote wereldstaat waar alle wereldburgers direct onder zouden vallen.
Rassenhiërarchie
Ook Kant, ontdekte ze, had hier boeiende ideeën over. In een tijd dat Europese staten massaal oorlog met elkaar voerden, betoogde hij dat staten moesten streven naar een internationale federatie. Maar afdwingen daarvan was uit den boze.
Wat me plots opviel, is dat Kants ethiek vol zit met politieke termen
En in een tijd dat de Europese staten overal ter wereld koloniën uitbuitten, introduceerde hij het wereldburgerrecht: een mensenrecht dat iedereen toekomt en waarmee hij het kolonialisme afwees. Het waren ideeën waarvoor hij zijn eerdere theorie over rassenhiërarchie, waarmee hij het kolonialisme had gelegitimeerd, moest schrappen.
Maar toen Kleingeld het project had afgerond, merkte ze dat de gedeelten over Kant ‘wat in de lucht hingen’. Waarom vond Kant dit, vroeg ze zich af. Hoe verdedigde hij zijn wereldburgerrecht eigenlijk? ‘Wat me plotseling opviel, is dat Kants ethiek vol zit met politieke termen. Denk aan een kernbegrip als ‘autonomie’. Of ‘morele wetgeving’. Of ‘vrijheid’.’
Kant gebruikt dergelijke termen ook, maar de kenners van zijn politieke filosofie hielden zich niet bezig met zijn ethiek. En de ethici niet met de politiek filosofen.
Vrijheid
En toen ontdekte ze dat in de tijd dat Kant zijn ethische hoofdwerken schreef, hij ook colleges politieke filosofie gaf. ‘Hij was ’s ochtends college aan het geven over natuurrecht en ging dan ’s middags verder met zijn boek over ethiek’, zegt ze. ‘En als hij in zijn politieke filosofie één ding bedoelt met een woord als ‘vrijheid’ of ‘autonomie’, dan zou het raar zijn als hij in zijn ethiek heel iets anders bedoelt.’
En dus begon Kleingeld oude collegedictaten van Kant door te spitten, woorden van de man himself, opgeschreven door zijn studenten. Iets wat tot dan toe nauwelijks was gebeurd.
Wat ze vond was op zijn minst opmerkelijk. Met een aantal kernbegrippen uit zijn filosofie bedoelde Kant waarschijnlijk iets anders dan tot nu toe werd gedacht. ‘Ik werk nu aan een paper over zijn begrip van vrije wil’, zegt Kleingeld. ‘Kant heeft daar veel over geschreven, maar wordt nooit echt begrepen. Hij is het zwarte schaap van die discussie.’
Geweer
Kant ziet vrije wil als het tegendeel van slavernij
Meestal wordt wilsvrijheid namelijk gezien als het tegengestelde van determinisme. ‘Als we allemaal een radertje zijn in een deterministisch universum, dan kunnen we geen vrije wil hebben.’ Een andere interpretatie contrasteert vrije wil met dwang. ‘Zelfs als we in een gedetermineerd universum leven, zijn we vrij als niemand ons dwingt. Wanneer we handelen zonder dat iemand een geweer tegen ons hoofd houdt.’
Maar uit Kants collegedictaten komt een derde interpretatie naar boven. ‘Hij ziet vrije wil als het tegendeel van slavernij en afhankelijkheid’, stelt Kleingeld.
Voor Kant betekent vrije wil dat je kunt handelen op basis van je morele principes zonder dat je afhankelijk bent van fysieke verlangens. Dat je je principes kunt volgen, omdat je ziet dat dat goed is. ‘Maar verslaving betekent dat je geen vrije wil meer hebt en dan kun je niet handelen naar je eigen inzichten over wat goed is.’
Verkeerde betekenis
En dat is fundamenteel anders dan ‘niet gedwongen worden’. ‘Een slaaf wordt niet permanent gedwongen, maar hij is wel permanent slaaf en wordt permanent overheerst door een ander.’
Kleingeld gelooft dat als je Kants theorieën herinterpreteert, dit nieuwe inzichten kan opleveren. ‘Want als je telkens wanneer iemand een woord gebruikt de verkeerde betekenis in je achterhoofd hebt, is het logisch dat je het niet snapt.’
Niet alleen zijn ethiek kan daarmee sterker worden. Volgens Kleingeld kan dit ook het basisprincipe van moreel universalisme versterken. ‘En ja, dat is tegen de stroom in. We leven in een tijd van relativisme en scepticisme. Mensen die zeggen dat er geen universele waarden bestaan en dat alles cultureel of zelfs individueel relatief is. Maar ik wil het toch proberen’, zegt ze.
Coronavaccin
Mensen hebben nu eenmaal een partijdigheidsreflex
En dan? Dan hoopt ze Kant ‘de man’ los te laten en te onderzoeken of zijn argumentaties ook bruikbaar zijn in hedendaagse discussies over moreel universalisme. En als dat zo is, dan hoopt ze dat die ingezet kunnen worden in het debat over hulp aan vluchtelingen, over de beschikbaarheid van IC-bedden. Over een werkelijk eerlijke verdeling van coronavaccins. Zoveel.
‘Mensen hebben nu eenmaal een partijdigheidreflex. En dat maakt het des te belangrijker om principes te formuleren waar iedereen zich aan moet houden. Zodat niet de mensen met de meeste macht en het meeste geld alles naar zich toe trekken’, zegt ze.
Niet dat ze gelooft dat ze de wereld kan veranderen met een filosofisch boek in de hand. ‘Maar ik kan wel articuleren. En bedenken wat een rechtvaardige wereld kan inhouden.’