Feringa Building moet versoberen
Woekeren met ruimte
In getallen
Oppervlak: 62.000 m2
Lengte: 260 meter
Breedte: 63 meter
Hoogte: vijf verdiepingen
Zuurkasten: 450
Labtafels: totale lengte drie kilometer
Laserlabs: dertig
Nijenborgh 4 heeft zijn langste tijd gehad. Dat ziet iedereen. PhD’s werken in pijpenlaatjes met weinig licht, overal zit asbest verstopt, de verouderde waterleidingen zijn een feestje voor de legionellabacterie en het pand slurpt energie. Het belangrijkste gebouw van de grootste faculteit van de RUG, het gebouw waar Nobelprijswinnaar Ben Feringa zijn lab heeft, is een beetje sjofel.
De nieuwe Feringa Building moet die gedateerde uitstraling in een klap omtoveren tot eentje met allure. Het nieuwe gebouw moet ongeveer 1400 studenten en 850 medewerkers huisvesten op 62.000 vierkante meter, ruim twaalf voetbalvelden groot. Het komt vol te staan met de modernste, trillingsvrije laboratoria.
Niet in de zon
Het ontwerp kwam tot stand nadat een architect wekenlang rondliep op de faculteit, zegt portefeuillehouder middelen Dick Veldhuis. ‘We hebben in eerste instantie niet gevraagd naar een gebouw, maar naar een visie. Dus hij heeft wetenschappers gevraagd: Wat willen jullie?’ Een van de meest gehoorde eisen: de laboratoria moeten niet in de zon staan. Om die reden is gekozen voor een zigzagvorm. ‘Daardoor zitten de labs altijd aan de noordkant en komt er dus nooit zon bij’, vertelt Veldhuis.
Prachtig plan, daar is iedereen het wel over eens. Wanneer het gebouw er komt, is echter onduidelijk. De bedoeling was dat het er in 2021 zou staan, maar een aannemer is nog niet gevonden. De aanbesteding werd in juli vorig jaar stopgezet toen bleek dat niemand de opdracht wilde aannemen voor de prijs die de RUG in gedachten had.
Honderd miljoen
Hoeveel dat is? Niemand bij de RUG wil daar iets over zeggen. ‘We moeten externe partijen niet te veel inzicht geven’, zegt Jeroen de Lezenne Coulander van het bureau Vastgoed en Investeringsprojecten (VGI) van de RUG. Een document van bouwadviesbureau ZRi, dat de aanbesteding verzorgde, spreekt over een bedrag van circa honderd miljoen euro.
Waarom het ingeschatte bedrag afweek van de bedragen die de aannemers vroegen, is onduidelijk. Meerdere partijen hebben er in opdracht van de RUG uitvoerig berekeningen op los gelaten. ‘Ik heb er niet bij gezeten’, zegt De Lezenne Coulander. ‘Dat komt zo’n kamer niet uit.’
Het aantrekken van de economie de afgelopen tijd heeft in elk geval niet geholpen. Zagen de grote bouwgroepen tijdens de crisis hun orderportefeuilles leeglopen, nu zitten ze overvol. Sommige bouwers hebben daardoor de komende jaren niet eens meer ruimte voor een monsterproject als de Feringa Building. ‘De bouwmarkt is overspannen. Veel projecten die toen zijn uitgesteld, gaan nu door. Dit soort projecten past misschien niet in hun portfolio.’
Second opinion
Bouwadviesbureau Dukers & De Cock deed vervolgens een second opinion voor de RUG. ‘De kostenanalyse doorakkeren om zeker te weten dat ze ons geen poot uitdraaien’, zegt Veldhuis. Het bedrijf is ook gevraagd om te kijken waarop bezuinigd kan worden. Die aanbevelingen zijn ‘een tijdje geleden’ naar het ontwerpteam van de RUG gestuurd dat binnenkort een nieuw plan moet voorleggen aan het college van bestuur.
In hoofdlijnen zal het nieuwe plan niet veel anders zijn dan het oorspronkelijke, stelt De Lezenne Coulander. ‘De bezuinigingen zijn vooral gezocht in bijvoorbeeld het materiaal of hoe we slimmer kunnen bouwen. Voor de medewerkers en studenten maakt het geen verschil.’
Veldhuis denkt hetzelfde. Bezuinigingen op de functionaliteit zijn namelijk uit den boze. ‘Functioneel moet het absoluut voldoen aan de eisen van de werknemers. Als je dan kijkt waarop wel bezuinigd kan worden, dan zijn het vooral de tierelantijntjes van het exterieur’, zegt Veldhuis. En ook voor het interieur geldt dat er wellicht bezuinigingsmogelijkheden zijn, want het hoeft geen museum te worden. ‘Als je het wetenschappers vraagt, maakt het ze weinig uit hoe hun kantoor eruit ziet. Als het lab maar in orde is.’
Lange termijn
Ook naar onderhoud op langere termijn wordt gekeken. Als je kunt bezuinigen op onderhoud, kun je mogelijk duurdere materialen gebruiken. ‘In het gebouw zijn bijvoorbeeld heel veel zuurkasten waar lucht door moet worden afgezogen. Daarvoor kun je kiezen tussen kunststof pijpen of roestvrijstalen pijpen. Kunststof is duurder, maar gaat wel langer mee.’
Als het nieuwe plan straks eindelijk is goedgekeurd en er een ‘nieuwe, haalbare planning’ is gepresenteerd, begint het hele aanbestedingscircus weer van voren af aan. ‘De vorige keer hebben we er, dacht ik, een half jaar voor uitgetrokken’, zegt De Lezenne Coulander. Daarna duurt het nog zeker een paar maanden voordat de bouw daadwerkelijk kan beginnen.
En dan duikt ook meteen het volgende probleem op. Want in het afgelopen jaar werd óók duidelijk dat het nieuwe gebouw niet aan de ruimtebehoefte van de bèta’s voldoet. Naast de 62.000 geplande vierkante meters, heeft de faculteit er nog eens 7700 extra nodig. Een fors percentage dus, ‘deels gebaseerd op grove aannames’. Veldhuis: ‘Je weet gewoon dat dit een faculteit is die nog steeds aan de weg timmert. Er komen meer en meer studenten. Sinds de crisis is er absoluut meer vraag naar bètastudies. Een studie hier is bijna een baangarantie.’
Vleugel erbij
Ook andere ontwikkelingen leiden tot een grotere bouwbehoefte. Zo was er een ‘zeer aanzienlijke gift’ van een alumnus aan het Ubbo Emmiusfonds die zal worden gebruikt voor onderzoek naar big datavraagstukken, waarin het Zernike Institute for Advance Materials een sleutelrol speelt. Onderzoek dat vijftig arbeidsplekken zou moeten opleveren in twee onderzoeksgroepen. En die moeten ergens gehuisvest.
En dan zijn er de plannen om onderzoeksgroep NOVA OIR, die zich bezighoudt met het ontwikkelen van optische en infrarood telescopen, naar Zernike te halen. Nu zit de onderzoeksgroep nog bij ruimte-instituut ASTRON in Dwingeloo, maar het biedt grote voordelen om de onderzoekers naast – onder andere – de sterrenkundigen van het Kapteyn Instituut te zetten, waarvoor ook zo’n 1000 vierkante meter nodig is.
Een ding is zeker: die 7700 vierkante meter betekenen geen aanpassing van het ontwerp van de Feringa Building. ‘Dan zou er bijna een hele vleugel bij moeten’, zegt De Lezenne Coulander.
Het is nu eenmaal niet anders, zeggen de beide mannen. ‘Je moet op een gegeven moment ergens van uitgaan en beginnen. Anders blijf je alleen maar getallen in plannen veranderen’, aldus De Lezenne Coulander.
Trillingen
En dat betekent dat de ruimte elders gevonden zal moeten worden. Een hele klus, want de Zernike Campus is de afgelopen jaren voller en voller geraakt. Dichterbij de ring bouwen is volgens Veldhuis geen optie. ‘We kunnen niet te dicht bij de rondweg, vanwege de trillingen.’
Tot de Feringa Building af is moet de faculteit nog even aanmodderen met het huidige gebouw. ‘We zitten krap in Nijenborgh 4’, zegt Veldhuis. ‘Maar we kijken hoe we de eindjes aan elkaar knopen. Welke ruimtes kunnen we beter benutten? Zijn er tijdelijke locaties nodig? Voor mijn part zetten we containers neer.’