Zorgen over de lange arm van China
Wat moeten we met het Confucius Instituut?
Nog steeds wil niemand vertellen waarom er een poederbrief én een verdacht pakketje op de mat ploften van het Groningse Confucius Instituut op 10 januari 2019. Maar ineens stond de explosieven-opruimingsdienst op de stoep. De straat werd afgesloten. Medewerkers moesten in quarantaine.
Het poeder bleek onschuldig, maar de schrik zat er goed in en nog altijd is de voordeur aan de Oude Boteringestraat stijf op slot. Op dat moment werd duidelijk: er ís iets met dat instituut. Negen jaar daarvoor was het nog wel met zoveel bombarie geopend.
Nu het tijd wordt om de contracten tussen Confucius en de RUG te hernieuwen, rijst de vraag: moeten we dat nog wel willen? Een instituut binnen de RUG dat voortdurend onder vuur ligt vanwege beschuldigingen van spionage en censuur?
Yantai
Ooit paste de opening van het Confucius Instituut perfect in de strategie van de Groningse universiteit. Die droomde immers van een branchecampus in het Chinese Yantai en het binnenhalen van zoveel mogelijk Chinese studenten: daar zaten de groeimogelijkheden voor een universiteit die – puur vanwege demografie – straks steeds minder Nederlandse studenten zou herbergen.
Het instituut vindt het niet zo’n goed onderwerp, dus we zien van deze uitnodiging af
Het zou de Groningse verbinding met de Chinese cultuur zijn. Een samenwerking tussen de Stichting Confucius Instituut Groningen – bestaande uit de Hanzehogeschool, de gemeente en de RUG – en de Communication University China. Het instituut verzorgt Chinese taal- en cultuurlessen voor de universiteit en verschillende middelbare scholen, en kan zo samenwerking en uitwisselingen stimuleren. En dan is er nog de leerstoel voor een sinoloog, voor de helft gefinancierd vanuit het Hanban, het hoofdkantoor van het Confucius Instituut. Een droomvoorbeeld van de internationalisering van de RUG.
Het instituut kreeg een prominent pand aan de Boteringestraat, direct naast het college van bestuur. De voorzitters van de besturen van de RUG en de Hanze en de burgemeester van Groningen vormden het bestuur. De directeur en adjunct-directeur van het instituut hebben functies binnen de onderwijsinstellingen: de directeur, Xuefei Knoester-Cao, is adviseur internationale betrekkingen aan de RUG, specifiek voor universiteiten in Azië. Adjunct Jan Klerken is human resources consultant aan de Hanze.
Spreekbuis
Maar toen kwam de documentaire van Medialogica, waarin de instituten ervan beschuldigd werden een spreekbuis te zijn voor de Chinese overheid. De hoofdrol was voor het instituut in Groningen. Als sponsor van het China Pavilion van het Amsterdam Dance Event in 2017 zouden ze er bijvoorbeeld voor gezorgd hebben dat een kritische spreker geweerd werd.
Garrie van Pinxteren, China-correspondent voor de NRC en de NOS en voormalig praktijkdocent voor de RUG-master journalistiek, was uitgenodigd om een lezing te geven. Maar over Chinese persvrijheid mocht ze het niet hebben. ‘Het instituut vindt het niet zo’n goed onderwerp, dus we zien toch van deze uitnodiging af’, verwoordde Van Pinxteren de reactie tijdens een Studium Generale-avond van hogeschool Saxion. Voor de organisatie was het geld van het GCI belangrijker dan keuzevrijheid. ‘Dat is dus zelfcensuur.’
Ook in Groningen kan dit voorval niet door de beugel. ‘Als je alleen geld geeft aan projecten die positieve verhalen verspreiden en kritische sprekers weert, is dat een vorm van censuur,’ zegt fractievoorzitter David Jan Meijer van studentenpartij De Vrije Student. ‘Het is gewoon een propaganda-instituut.’
Wat Meijer betreft voegt de RUG zich bij de groeiende lijst universiteiten die de samenwerking met een Confucius Instituut opzegden. Van de meer dan vijfhonderd instituten die vanaf 2004 wereldwijd hun deuren openden, zetten er de afgelopen twee jaar tientallen ook weer een punt achter: de meesten in de VS en enkelen in Duitsland, België en Leiden.
Spionage
In de VS komt die druk van bovenaf, waar minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo zijn wantrouwen niet onder stoelen of banken steekt. ‘Het liefst’, zei Pompeo afgelopen maand, ‘zijn alle instituten voor het einde van het jaar gesloten’. In augustus heeft Pompeo ze laten bestempelen als diplomatieke missie van de Chinese regering, waardoor zij verplicht openheid van zaken moeten geven aan de Amerikaanse regering.
Je gaat rechtstreeks in zee met een regime uit een totalitaire staat
In België ligt het nog gevoeliger. De voormalig directeur van het instituut, verbonden aan de Belgische Vrije Universiteit, mocht in 2019 het land niet meer in, omdat hij gespioneerd zou hebben. Het contract met het instituut verliep afgelopen juli en is niet verlengd.
De Universiteit Leiden heeft vorig jaar de samenwerking stopgezet omdat ‘de activiteiten van het instituut niet meer aansluiten bij de China-strategie van de universiteit’, zegt de instelling in een statement. Die strategie zou zich nu meer gaan focussen op onderzoek. Waarom dat niet samengaat met het instituut wordt niet vermeld.
Nieuwe naam
Niet voor niets kondigde het Hanban deze zomer een naamsverandering aan. Het gaat Centre for Language Education and Cooperation heten, omdat ‘de huidige naam de doelstellingen niet bevordert’. Het merk Confucius Instituut zal volledig – financieel – beheerd worden door een nieuwe ngo, de Chinese International Education Foundation, opgericht door universiteiten en bedrijven en zonder directe banden met de Chinese overheid.
Maar volgens critici is het niet meer dan symbolisch. Het instituut is niet onafhankelijk van China, zegt Meijer. ‘Je gaat rechtstreeks in zee met een regime uit een totalitaire staat.’
Ook Casper Albers, woordvoerder van de personeelsfractie van de u-raad, is sceptisch: ‘Met alle berichten uit de landen om ons heen moeten we wel heel naïef zijn om te denken dat de Chinese regering hier niets beïnvloedt.’
Censuur
Clingendael, het onderzoeksinstituut voor internationale betrekkingen, concludeerde afgelopen juli in een onderzoeksrapport dat er weliswaar geen sprake is van expliciete beïnvloeding in Nederlands onderwijs vanuit China via de instituten, maar dat er wel sprake is van censuur en zelfcensuur.
Nederlandse onderzoekers worden onder druk gezet door Chinese relaties om zelfcensuur toe te passen in de keuze van hun onderzoeksonderwerpen, stelt Clingendael. Drukmiddelen zijn het weigeren van een visum, het niet-verstrekken van financiering, of het vinden van onderzoekspartners in China. Ook Chinese studenten voelen zich zelden vrij om over politiek te praten.
Er zijn zoveel andere mooie mogelijkheden voor buitenlandse samenwerking
Dat gebeurt ook in Groningen. ‘Wij horen heel veel bezorgde geluiden vanuit de verschillende faculteiten, en van veel Chinese studenten’, zegt Meijer. Details durft hij niet te geven, omdat hij niet wil dat die terugleiden naar de studenten. ‘Wij hameren hier al drie jaar lang op tegen het cvb en al drie jaar zien zij geen probleem.’
Maar, zegt Meijer, het bestuur komt maar twee keer in het jaar bij elkaar voor een vergadering bij het Instituut. ‘Dan kan je nauwelijks controleren of de wc schoon is, laat staan of er propaganda wordt verspreid.’
Subsidie
Toch lijken deze ontwikkelingen gevolgen te hebben. De gemeente heeft bijvoorbeeld de dertigduizend euro aan subsidie vanaf 2021 stopgezet. In de begroting staat dat dit een bezuiniging is, en dat het instituut genoeg heeft aan eenzelfde subsidie vanuit de RUG – die met 82.500 euro aan subsidie de belangrijkste financiële partner is – en de Hanze.
Volgens de directeur van het instituut is er echter niets aan de hand. ‘Er zijn geen veranderingen op komst voor het GCI’, laat Xuefei Knoester-Cao weten. ‘Zeker niet door de naamswijziging en veranderingen bij het Hanban.’
Het contract wordt in principe stilzwijgend verlengd per vijf jaar, als geen van de partijen negentig dagen van tevoren heeft opgezegd. Die datum is deze maand al voorbijgegaan.
Kamervragen
Moet de overheid dan niet toezien op de Groningse onderhandelingen voor verlenging, wilde het CDA in de Tweede Kamer recentelijk weten van onderwijsminister Ingrid van Engelshoven.
Nee, vond de minister, maar er staat wel verdere toelichting op de agenda voor later dit najaar over de Nederlandse wetenschappelijke verhoudingen met China. En één ding is zeker: het Groningse Confucius Instituut draagt nauwelijks meer bij aan de goede reputatie van de RUG, die toch al een klap kreeg na het afblazen van het Yantai-avontuur.
En de kritiek vanuit de RUG zelf zwelt aan. Ook studentenpartij Calimero vroeg het cvb onlangs nadrukkelijk om openheid van zaken te geven over de samenwerking. Die heeft dit toegezegd, maar er is nog geen verdere reactie. Volgens fractievoorzitter Rozemarijn Gierkink van Calimero staat de academische vrijheid op het spel. ‘En dat laten we niet zomaar voorbijgaan’.
‘Wat ons betreft stoppen we er vandaag nog mee’, zegt Albers. ‘Zulke nauwe banden moet je niet willen als je weet wat voor reputatie China heeft. Er zijn zoveel andere mooie mogelijkheden voor buitenlandse samenwerking.’
Reactie RUG
‘We hebben kennisgenomen van de beantwoording van de Kamervragen. Het Groningse Confucius Instituut doet waardevol werk in het vergroten van de kennis van de Chinese taal en cultuur in onze regio en is daar succesvol in, afgaande op tevreden cursisten.
De RUG ziet, op basis van de ervaringen en onze huidige kennis, op dit moment geen reden om te stoppen met deze samenwerking. De RUG is op de hoogte van nieuwsberichten over Confucius Instituten en we hebben contact met autoriteiten om ons te laten informeren en adviseren. Er wordt op dit moment niet actief gewerkt aan verlenging van het Groningse contract met Hanban/Chinese International Education Foundation. De overeenkomst wordt later dit jaar besproken in het bestuur van de Stichting Confucius Instituut Groningen.’