Minder cafés, minder startups
Wat als de studenten wegblijven?
Toen de cafés en restaurants een paar weken geleden eindelijk weer open mochten, konden de eigenaren van theeschenkerij Bij Britta niet wachten tot ze hun gasten weer zouden zien. Ze wilden maar wat graag hun beroemde huisgemaakte taarten weer serveren in hun zaak tegenover het Harmoniegebouw.
Niemand kwam opdagen.
Inmiddels druppelen de mensen langzaam weer binnen en genieten ze van de zon op het kleine gevelterrasje. Maar één ding is duidelijk: zo lang de deuren van de universiteit nog gesloten zijn, is het lastig om een bedrijf te runnen in deze stad.
Fietsverbod
Ongeveer 30 procent van de inwoners van Groningen is student, maar veel van hen zijn teruggegaan naar hun ouders of hun land van herkomst. Het fietsverbod dat de gemeente invoerde in de binnenstad, kon zelfs weer worden opgeheven omdat de verwachte stroom aan onder anderen studenten uitbleef.
Studenten zijn een van de grootste groepen consumenten
De lokale bedrijven die hadden gehoopt de draad weer op te pakken met de versoepeling van de lockdown, worden nu geconfronteerd met een nieuw probleem: hoe overleven ze zonder hun belangrijkste klanten? Groningen bruist dankzij de studenten; zonder hen is de stad maar een dooie plek.
Dus wat gaat er gebeuren nu de meeste colleges nog minstens een semester online zullen worden gegeven? Nu de KEI-week ook alleen online gehouden wordt? Eerstejaars hebben weinig reden om naar Groningen te verhuizen. Wat voor gevolgen heeft het als er aankomend studiejaar minder studenten komen?
Anderhalve meter
Universitair hoofddocent economische geografie Sierdjan Koster van de RUG verwacht dat lokale ondernemers de gevolgen gaan voelen. ‘Studenten zijn een van de grootste groepen consumenten. Bedrijven die zich op hen richten, vooral bars en clubs, worden hier door geraakt.’
Veel horecazaken hebben het nu al moeilijk, zegt Limuel Mulder, mede-eigenaar van studentenbar Dorst. ‘De regering heeft ons ongeveer vierduizend euro gegeven voor drie maanden en ze betalen 90 procent van de salarissen van onze werknemers’, zegt hij, ‘Maar wij moeten 100 procent van de belasting betalen, dus eigenlijk stelt dat bedrag niet zoveel voor.’
De anderhalve meter afstand die iedereen moet aanhouden, zorgt ook voor problemen. Mulders bar heeft normaal gesproken plek voor zo’n honderd feestgangers; nu kan hij er maximaal zestien kwijt.
En de hele avond aan je eigen tafel moeten blijven zitten, zonder dat je een dansje mag maken, is niet echt wat studenten voor ogen hebben als ze uitgaan. Toch ziet Mulder wel een lichtpuntje: hoewel hij minder klandizie had, bleven de mensen die wél kwamen langer en gaven ze meer geld uit.
Creative industry
Bram Steenhuis, mede-eigenaar van club OOST, heeft hulp gekregen van een aantal van zijn vaste bezoekers. Zij doneerden geld of kochten merchandise. Maar ook hij beseft hoe afhankelijk hij is van studenten. ‘Zij vormen echt de levensader van het lokale nachtleven’, zegt hij.
We leunen enorm op jongvolwassenen
Als er minder studenten zijn, kan dat betekenen dat er bars en cafés moeten sluiten. Hoe jammer ook, dan zijn er nog genoeg andere plekken waar ze naartoe kunnen. Maar de levendige startupscene in de stad is ook afhankelijk van jongeren, zegt Mairis Vaneker, adviseur economische zaken bij de gemeente. Groningen telt alleen in de creatieve sector al 3626 bedrijven, en dan zijn er nog multinationals als IBM en Google die zich in de regio gevestigd hebben.
De stad is geliefd bij bedrijven omdat er een groot aanbod is van hoogopgeleide werknemers die breed en internationaal georiënteerd zijn. ‘Als studenten niet naar Groningen verhuizen heeft dat een enorme invloed op het ecosysteem van de stad’, zegt Vaneker. ‘We zijn een van de jongste steden in Europa en we leunen enorm op jongvolwassenen.’
Startups
Vooral de internationale studenten – meer dan tienduizend, een zesde van het totaal – zijn belangrijk. De wisselwerking tussen de verschillende nationaliteiten bevordert innovatie en veel internationals gaan na hun afstuderen iets doen bij een startup. ‘Als er minder studenten komen, zeker internationals, dan werkt dat door in de hele startupscene. Het beïnvloedt hoe bedrijven in deze tak werken’, zegt Vaneker. ‘Uit onderzoek is gebleken dat hoe diverser je team is, des te beter het eindresultaat.’
Daarnaast beginnen heel wat studenten hun eigen bedrijf, wat goed is voor de lokale economie. ‘De effecten zouden in het eerste, tweede of derde jaar nog niet zo dramatisch zijn, maar als er sprake is van een systematische daling, zou de startupcultuur langzaam aan minder aantrekkelijk worden. En dat heeft weer invloed op het besluit van andere bedrijven om hierheen te komen’, zegt Sierdjan Koster. ‘Dat gebeurt niet van de ene op de andere dag, maar áls het gebeurt, heeft dat een zelfversterkend effect. Dan kom je in een neerwaartse spiraal.’
Aziatische supermarkten
En dan is er nog de dynamiek die studenten bijdragen aan Groningen. ‘De diversiteit waar internationals voor zorgen is goed voor onze stad’, zegt Mark van Duijn, universitair docent woningmarkten en vastgoed. Zo heeft de markt een veel breder aanbod aan producten dan tien jaar geleden. Aziatische studenten creëren bijvoorbeeld een vraag naar Aziatische supermarkten, maar daar profiteren de Groningers ook weer van.
Lokale bedrijven zullen moeten vechten om te overleven
Sommige van deze zaken, zeker degenen die vooral studenten bedienen, gaan misschien over de kop als er veel minder klanten zijn, zegt Van Duijn. ‘Als veel studenten besluiten om niet naar Groningen te komen, worden lokale bedrijven dubbel geraakt. Als er minder studenten zijn en het aanbod is groter dan de vraag, zullen ze moeten vechten om te overleven.’
Dus is het alleen maar slecht nieuws als de studenten wegblijven? Niet per se. Sommige Stadjers staan misschien wel te juichen: zij die niet naar bars gaan of naar de Aziatische supermarkt, die geen personeel nodig hebben voor hun startup. Zij hebben dan minder last van studenten die geluidsoverlast veroorzaken met hun feestjes of als kamikazepiloten door de binnenstad sjezen op hun fiets.
Bijbaantjes
Nog een voordeel: de overspannen kamermarkt komt eindelijk tot rust. De huidige studenten kunnen waarschijnlijk makkelijker een fatsoenlijke kamer vinden voor een redelijke prijs. En er zal ook minder concurrentie zijn voor de populaire bijbaantjes.
Zelf de horecabazen hebben er misschien baat bij, zegt nachtburgemeester Merlijn Poolman. ‘Als bars en clubs zich richten op studenten, is het voor oudere generaties minder aantrekkelijk om uit te gaan. Je ziet in de binnenstad nu niet echt een mix van leeftijdscategorieën en er zou meer balans moeten zijn, zodat er voor iedereen van 18 tot 60 iets is.’
Studenten hebben een krap budget en geven aanzienlijk minder uit als ze gaan stappen dan mensen met een vast inkomen. Dus als horecazaken erin slagen om oudere groepen te trekken, kan dat gunstig zijn voor hun omzet.
Maar uiteindelijk zullen zelfs de Stadjers die een hekel hebben aan studenten de negatieve effecten merken. ‘Studenten zorgen voor veel energie’, zegt Koster. ‘Ze zijn vaak lid van een sportvereniging of ze zijn bijvoorbeeld actief in de muziekscene. Als het aantal studenten niet weer toeneemt, houden bepaalde clubs en instellingen misschien wel op te bestaan, waardoor de voorzieningen over de hele linie minder worden. En dat heeft weer gevolgen voor alle burgers.’