Nieuwe rector wil weer trots zijn
Vindicat vernieuwt.
Nee, zegt Floris Hamann, hij schaamde zich niet voor Vindicat. Het is immers een geweldige vereniging die hem heel veel gegeven heeft. Maar hij was wel terughoudend in het praten over zijn lidmaatschap. ‘Niemand van ons zal in een werkgroep snel zeggen dat hij lid is. Niet dat het een schande is, maar weet je? Je kunt het ook níet vertellen.’
Zodra je zegt dat je een Vindicater bent, moet je je immers verdedigen tegen vooroordelen van de buitenwacht. Daar had hij gewoon niet altijd zin in. Niet wéér uitleggen dat niet iedereen zo’n stereotype student is. Niet wéér vertellen dat er ook veel leuke dingen gebeuren. ‘Als je niets zegt, hoef je je ook niet te verantwoorden.’
Maar die luxe kan Hamann zich niet meer permitteren. Nu hij Cappi Wefers Bettink is opgevolgd als rector van de oudste en beruchtste studentenvereniging van Nederland, weet iedereen wie hij is: de man die het ‘nieuwe’ Vindicat gaat leiden. Die moet zorgen dat de cultuur van ‘openheid en transparantie’ wortel schiet. ‘Het is een mooie stip op de horizon’, zegt Hamann, ‘dat je over een paar jaar wél trots kunt praten over je eigen vereniging.’
Hervormingen
Er is het afgelopen jaar alvast keihard gewerkt om dat te bereiken, vertellen student business economics Hamann en de nieuwe abactis Wibien ter Kulve (international relations and international organisations) op het ruime dakterras van sociëteit Mutua Fides. Er zijn enquêtes gehouden, er is gereflecteerd op die enquêtes. Er zijn maatregelen doorgevoerd, tradities aangepast.
En het hele jaar door waren er dialoogsessies, geleid door externe consultants. Kleine groepen studenten – ouderejaars, eerstejaars, meisjes, huisoudsten – werden opgeroepen om in open gesprekken input te leveren voor hervormingen. ‘Zodat we weten hoe we Vindicat kunnen verbeteren en er een nog fijnere plek van maken’, zegt Hamann.
Dat was nodig ook. Na een lange reeks van incidenten – de bangalijsten uit 2016, de vernieling van een sushi-restaurant en diverse gevallen van mishandeling in 2017 en 2018 – trok de RUG vorig jaar de accreditatie in, het stempel van goedkeuring van de universiteit. Niet alleen kostte dat de club 33.000 euro aan bestuursbeurzen, ook mocht Vindicat niet meer aanwezig zijn bij universitaire plechtigheden. Best een blamage.
En dat terwijl het er in juni 2017 nog goed uitzag. De vereniging had een voorlopige accreditatie gekregen. De commissie die de aanvraag moest beoordelen, onder leiding van Martin Sitalsing, zag een ‘breed gedragen veranderingsbereidheid’. Simpel gezegd: ze waren er nog niet, maar als ze nog een tandje bijzetten, lag er een jaar later volledige accreditatie klaar.
Ik denk dat de leden van nu zich meer bewust zijn van de rol die wij in de stad hebben. Dat was zes jaar geleden zeker anders
Maar toen kwam september 2018 en de commissie oordeelde snoeihard. Het gevoel van urgentie om alcoholgebruik te minimaliseren ontbrak, ‘ondanks het feit dat de noodzaak daartoe zeker aanwezig was’. Interne enquêtes onthulden intimidatie, betasting en slutshaming op de Kroeg, maar wat de vereniging daaraan wilde doen, was onduidelijk.
En dan was er nog het interne rechtssysteem, waardoor ernstige incidenten nog altijd niet gemeld werden. ‘Het bestuur neemt hierin geen enkele verantwoordelijkheid, ondanks het feit dat is afgesproken dat het bestuur zelfstandig incidenten zou melden’, schreef de commissie.
Hoe kon dat gebeuren? Nam Vindicat de accreditatiecommissie wel serieus? ‘We vatten het zeker niet te licht op’, haast Hamann zich te zeggen. ‘We baalden heel erg dat de accreditatie werd ingetrokken. Tot op de dag van vandaag. En ik denk dat we vorig jaar een wending hebben gemaakt naar het concretiseren van de plannen.’
Maar het is niet gemakkelijk een vereniging met tweeduizend leden en tweehonderd jaar geschiedenis koers te laten wijzigen. ‘Ik denk dat de huidige generatie leden zich meer bewust is van de rol die wij in de stad hebben. Dat was zes jaar geleden zeker anders. En dat draagt bij aan de manier waarop leden en bestuur denken over de situatie.’
Nare periode
Hamann was tweedejaars toen de ellende begon in 2016. Ter Kulve had net haar ontgroening achter de kiezen. ‘Iedereen had het erover. Het was een nare periode.’ Misschien, overweegt Hamann, is dat wel een van de redenen dat hij en Ter Kulve nu in de senaat zitten. ‘Je wilt laten zien dat niet iedereen van ons hetzelfde is en het op dezelfde manier doet.’
De nieuwe aanvraag gaat binnen twee weken op de bus. Stiekem hadden ze het al voor de zomervakantie in orde willen maken, maar daar is ‘na overleg met de accreditatiecommissie vanaf gezien’. ‘Die wilde graag nóg een intro-tijd zien.’
Misschien maar goed ook. Want nu de IT twee keer soepel en zonder incidenten is verlopen, heeft Hamann alle vertrouwen dat het goed komt. Vindicat verandert immers echt. ‘We doen dit heus niet alleen om geaccrediteerd te worden.’ ‘Het was misschien een externe start’, vult Ter Kulve aan, ‘maar het heeft ons doen realiseren dat wij óók toe waren aan verandering.’
Echt waar?
Echt waar.
Neem dat rechtssysteem. Niet alleen de accreditatiecommissie had daar weinig vertrouwen in. Uit de enquêtes en dialoogsessies bleek dat ook de leden twijfelden. ‘Het was omslachtig’, vertelt Ter Kulve. ‘Daardoor kon er nogal wat tijd overheen gaan.’
We houden nooit een dader de hand boven het hoofd. Als het slachtoffer aangifte wil doen, helpen we daarbij
Ander probleem: als het drie weken duurt om een geweldsincident af te handelen, wordt het slachtoffer drie weken lang geconfronteerd met de dader op de vereniging. ‘Je wilt dan toch dat zo iemand er zo snel mogelijk niet meer is.’
En dus ging het systeem op de schop. Is er tegenwoordig een opstootje, dan gaat de senaat meteen verklaringen verzamelen. Vervolgens komt ze met een eis: een maand schorsing bijvoorbeeld – de straf voor het jatten van een jas. Het rechtsorgaan, dat bestaat uit rechtenstudenten, doet vervolgens uitspraak. Klaar. En mocht het ingewikkeld worden, dan staat een adviescommissie van vijftien oud-leden klaar om te helpen. ‘Een incident kan nu binnen een week worden afgehandeld’, zegt Ter Kulve. Het absolute maximum is nu zeventien dagen.
Het is bedacht met de leden zelf en wordt daardoor veel meer gedragen. ‘We zijn heel pro-actief’, zegt Hamann keer op keer. ‘We melden alles aan de juiste instanties. We houden nooit een dader de hand boven het hoofd en ondersteunen het slachtoffer in wat diegene wil doen. Als hij of zij aangifte wil doen, zullen we daar altijd bij helpen.’
Externe vertrouwenspersonen
Andere maatregelen moeten Vindicat veiliger en vrouwvriendelijker maken. ‘Het kan niet zo zijn dat iemand zich hier niet veilig voelt’, zegt Hamann. Daarom zijn er sinds twee weken drie externe vertrouwenspersonen. ‘De abactis was altijd al vertrouwenspersoon, maar wie zich bij haar niet veilig voelt, kan zich bij hen melden.’
En er zijn sessies georganiseerd om depressie, drugsgebruik of homoseksualiteit bespreekbaar te maken. Meisjes worden gemotiveerd om naar functies binnen de vereniging te solliciteren. ‘Als je rekent dat er sinds 1970, toen vrouwenvereniging Magna Pete en Vindicat fuseerden, maar drie maal een rectrix is geweest, dan is dat storend’, zegt Hamann.
En alcohol? Is de introductietijd nu alcoholvrij?
Zéker voor de aspiranten, benadrukt Hamann. Van de kampleiding is vijftig procent nuchter. ‘Actieve leiders wisselen af met de achterwacht’, zegt hij. ‘Ze zijn nuchter van één uur ’s middags tot één uur de volgende dag.’ De beide hoofdkampleiders houden de regels in de gaten. ‘En er is echt geen ruimte om iets te drinken. Als ze erachter komen dat je het toch doet, leid je geen kamp meer en geen commissie die met de introductietijd te maken heeft, en je wordt geschorst wegens het overtreden van de gedragscode.’
De cultuurverandering is serieus. Maar tegelijk beseft Hamann dat het een proces is. ‘We zullen dit stapje voor stapje moeten doen, op de lange termijn.’ En zelfs dan: Vindicat blijft een vereniging met tweeduizend leden. ‘Er kan altijd een keer een opstootje zijn, waar we geen grip op hebben. Maar we hopen dat de manier waarop we er nu mee omgaan, laat zien dat we er alles aan doen om te verbeteren.’