Interview met Hans Biemans
‘Trots dat iedereen de schouders eronder zet’
Tot het einde van het academische jaar geen fysiek onderwijs, deelde het college van bestuur (cvb) vrijdag mee. Het was de derde zware maatregel die de universiteit in een week tijd nam om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.
‘Dit is de duidelijkheid die we nu kunnen bieden’, zegt Hans Biemans, de financiële man van het cvb. Terwijl de laatste weken van onderwijsblok drie ingaan, is het nog allerminst zeker hoe de landelijke coronamaatregelen na 6 april zullen worden aangepast. ‘Het verlengen van het online onderwijs naar blok vier zien wij daarom als beste oplossing om enige duidelijkheid te geven en daarmee rust te creëren.’
Hoe de uni te werk ging
Het is een maatregel die volgens een deel van de academische gemeenschap al eerder dan een week geleden had in moeten gaan. De RUG gedroeg zich in deze mondiale crisis te passief, meende deze groep. ‘Maar achter de voordeur gebeurde al van alles’, licht Biemans toe.
Zo pakte het cvb in januari de draaiboeken voor noodsituaties erbij. Haar eerste taak was het oprichten van een centraal crisisteam. Dat kwam onder voorzitterschap van Jouke de Vries en bestaat onder meer uit crisiscoördinator Koen Verelst, algemeen directeur Stephan van Galen, CIT-directeur Ronald Stolk en hoofdjurist Aart Korten.
‘In die periode hebben we met faculteiten en diensten geïnventariseerd wat onze kritische, meest essentiële processen zijn’, licht Biemans toe. ‘En ook wat binnen die processen de sleutelfiguren zijn: dus wie of welke groep mag niet uitvallen?’
Ook wij moesten met vijftig procent van de informatie honderd procent van de besluiten nemen
De vragen werden beantwoord in een periode waarin de precieze impact van het coronavirus op Nederland en de universiteit nog onduidelijk was. ‘Zoals Rutte zei, moesten ook wij met vijftig procent van de informatie honderd procent van de besluiten nemen’, zegt Biemans.
Het crisisteam besloot de richtlijnen van het RIVM en de GGD te volgen. ‘Dat is de lijn die we kozen met de Nederlandse universiteiten en die lijn hebben we steeds gekozen.’
Tot de persconferentie van Mark Rutte op donderdag 12 maart, waarin de minister-president bijeenkomsten van groepen met meer dan honderd mensen verbood. ‘Dat vonden wij als universiteit onwerkbaar, dus besloten we al het fysieke onderwijs stop te zetten. Later bleken andere universiteiten er ook zo in te staan.’
Digitale omschakeling
In drie dagen tijd moest iedereen, student en medewerker, overschakelen op online werken. Dat gaat met vallen en opstaan. Van verbindingen die geen stand houden tot de eerste jubeltweets over een online college met tachtig studenten. Al met al kijkt Biemans tevreden terug op de manier waarop de Groningse academische gemeenschap de noodzakelijke verandering oppakt.
‘Iedereen zet de schouders eronder’, zegt hij. ‘Van het CIT hoor ik dat er dagelijks honderd tot honderdvijftig docenten meedoen aan de webinars over online lesgeven. Het is nog een beetje inschatten, maar het moet lukken om op korte termijn in ieder geval de helft van onze studenten op deze manier te bedienen.’
Op korte termijn moeten we in ieder geval de helft van de studenten kunnen bedienen
De vooruitzichten zijn dat dit over twee weken, bij de start van blok vier, zo ver zal zijn. ‘Belangrijk is dat we het aantal steeds verder omhoog brengen.’
Ook medewerkers, van onderzoekers tot administratief personeel, stappen massaal in de nieuwe digitale situatie. ‘Vanuit technisch oogpunt ziet het CIT geen belemmeringen nu iedereen tegelijkertijd vanuit huis inlogt’, zegt Biemans. ‘Wel is het zo dat thuiswerken niet altijd dezelfde kwaliteit biedt die je op je werkplek gewend bent. Maar in principe staat de voorziening en is die goed.’
Daarmee lijkt de kop van de omschakeling eraf.
Het nieuwe normaal
Toch is dit nog maar het begin, beseft ook Biemans. ‘We wisten niet hoe het virus en de gevolgen ervan precies bij ons zouden landen. Nu we er een week in zitten, zien we dat het met een razend tempo over ons heen komt.’
En in hetzelfde razende tempo ontstaan ook tal van vragen en onzekerheden. Want hoe worden practica bijvoorbeeld ingevuld? Hoe zit het met tentamens die niet online afgenomen kunnen worden? En wat als studenten door de maatregelen studievertraging oplopen?
‘Het is zaak dat we nu nadenken over hoe we in de nieuwe werkelijkheid de bestaande organisatie weer kunnen oppakken’, zegt Biemans.
De eigen crisisteams van de faculteiten zijn ook druk bezig
Er moet, in andere woorden, een nieuwe vorm van ‘normaal’ worden gevonden. Concreet betekent dit dat het crisisteam in plaats van dagelijks vanaf nu twee keer per week ‘bij elkaar’ komt. Terwijl het cvb de centrale leiding weer overneemt, verschuiven de zwaartepunten van het crisismanagement naar de faculteiten en opleidingen.
‘Het crisisteam heeft de kaders voor deze uitzonderlijke situatie geschetst’, licht Biemans toe. ‘Nu gaan we over op de uitvoeringsfase. We hebben eerder ook de faculteiten verzocht een eigen crisisteam in te richten en ook deze zijn druk bezig.’
Concrete vervolgstappen
Aan de faculteiten de taak om de algemene kaders van een concrete invulling te voorzien. Om de vragen over studievoortgang en -vertraging of het voortzetten van werk en onderzoek te prioriteren en te tackelen.
‘Dit soort vragen moet nu per faculteit en per opleiding worden beantwoord’, zegt Biemans. ‘Daarbij realiseren we ons dat het niet mogelijk zal zijn om voor iedereen op heel korte termijn oplossingen te vinden. Het vraagt echt om maatwerk.’
Maatwerk dat ook nog beïnvloed wordt door wet- en regelgeving. ‘Het ministerie van OCW heeft de eerste vragen, zoals die over het bindend studieadvies voor eerstejaarsstudenten, inmiddels beantwoord. Dat geeft onze faculteiten de nodige richtlijnen om mee aan de slag te gaan.’
Maar dat er meer richtlijnen zullen volgen is een feit, waardoor opleidingen en faculteiten niet anders kunnen dan hun studenten en medewerkers stapsgewijs te informeren.
Gezond verstand
Op alle fronten lijkt de toekomst van academisch Groningen in mist te zijn gehuld. ‘Beschouwend bekeken besef ik heel goed dat de universiteit al heel lang bestaat. Er is dus iets in de dynamiek van de instelling die maakt dat ze zich steeds weer vernieuwt’, zegt Biemans.
‘Enerzijds is verandering dus van alle tijden, en dat geeft me op dit moment wat rust. Wij kijken nu ook naar iets waar ik van veronderstel dat het een nieuwe fase in de ontwikkeling gaat zijn van het hoger onderwijs, van de universiteit, misschien wel van de hele samenleving.’
En die ontwikkeling, weet Biemans, kan het bestuur niet alleen bewerkstelligen. ‘Ik ben vol vertrouwen in de kracht van de medewerkers. We doen een enorm beroep op ze, want zij zijn degenen die vorm geven aan hoe wij als universiteit verder gaan. Als bestuurders geven we de richting aan en moeten we het kader scheppen dat binnen wet- en regelgeving mogelijk is, maar uiteindelijk zijn het onze mensen die het doen.’
Het is niet mogelijk om op korte termijn oplossingen te vinden. Het gaat om maatwerk
Tegelijkertijd beseft hij dat iedereen een hoop nieuwe problemen tegenkomt en niemand weet hoe lang deze situatie zal duren. ‘Daarom moeten we met gezond verstand acteren en de problemen die we tegenkomen een voor een evalueren.’
Alle oplossingen zijn bovendien bedacht met de kennis die de universiteit nu heeft over het coronavirus en de nu geldende landelijke maatregelen, benadrukt hij.
‘We weten dat de situatie van dag tot dag kan veranderen en daar moeten we met z’n allen rekening mee houden. Het vraagt enorm veel geduld en aanpassingsvermogen van al onze studenten en medewerkers en we zijn trots om te zien dat zij de schouders eronder zetten. Ook al kennen we de toekomst niet, we komen er samen.’