Studentsoldaat
Tijgeren door de modder
Lars Deijkers en Albert van Dijk werken als reservist bij Defensie. Dat betekent dat ze naast hun studie en baan een paar keer per maand het leger dienen.
De voornaamste taak van reservisten is beveiligen en bewaken. Ze kunnen opgeroepen worden bij calamiteiten, bij grote evenementen of bij officiële gelegenheden.
Als je tussen de 17,5 en 55 jaar oud bent, kun je je aanmelden als reservist. Deijkers en Van Dijk komen studenten tegen als collega-soldaten, maar ook timmermannen, artsen en zelfstandig ondernemers.
Onlangs ging Van Dijk nog mee met een grote militaire oefening in Polen. Als reservist meld je je hier vrijwillig voor aan. Je kunt niet zomaar uitgezonden worden naar oorlogsgebied.
Een alternatief middagje ‘shoppen’? Als je je aanmeldt bij de Nationale Reservisten en wordt aangenomen, moet je naar Soesterberg om flink wat kleding te passen en mee te nemen.
Leestijd: 7 minuten (1361 woorden)
Het is 9 juni 2016. Een Zwitserse straaljager stort tijdens de Luchtmachtdagen neer bij vliegbasis Leeuwarden. Al snel krijgt geschiedenisstudent Albert van Dijk een bericht van zijn luitenant: is hij beschikbaar om in de omgeving te patrouilleren? Niet veel later bewaakt hij in legeroutfit het gebied rond het ongeval.
Net als zijn vriend Lars Deijkers (25) is de 27-jarige Van Dijk in februari begonnen aan de premaster geschiedenis. Daarnaast is het duo als reservist werkzaam bij Defensie. ‘Je hebt twee soorten militairen’, vertelt Deijkers. ‘Beroeps en reservisten. Wij vormen een aanvulling op de beroeps. Onze taak is bewaken en beveiligen, waar beroeps vaak ook een gevechtsfunctie vervullen. Zo worden we ingezet bij calamiteiten, maar ook bij officiële gelegenheden, zoals Prinsjesdag.’
In 2010 solliciteert Deijkers met zijn havodiploma op zak naar de functie officier infanterie. Maar door een bezuinigingsronde bij Defensie komt zijn beoogde baan in oktober te vervallen, terwijl hij al redelijk ver in het traject zit. Deijkers besluit een tussenjaar te nemen en begint in 2011 aan de docentenopleiding bij de NHL in Leeuwarden. ‘Daar miste ik al snel een uitdaging op fysiek gebied. Toen heb ik me aangemeld voor een voorlichtingsavond van Defensie.’
Jongensdroom
Van Dijk overkomt hetzelfde, ongeveer tegelijk met Deijkers. Ook hij mist door bezuinigingen de kans om onderofficier te worden bij de Marine. Een jongensdroom valt in duigen: ‘Het uniform trekt me. Ik ben er ook trots op. Vroeger speelde ik heel vaak oorlogje, ook al is dat natuurlijk heel anders.’ Via Deijkers, die hij ontmoet op de NHL, komt hij in 2015 alsnog bij de reservisten terecht: ‘Ik zou er later spijt van hebben gehad als ik dit niet had gedaan.’
Na de voorlichtingsavond volgt voor beide mannen een aanmeldprocedure. ‘Je solliciteert op een functie bij de reservisten, dus het kan zijn dat je even moet wachten. Al is er op dit moment wel plaats’, vertelt Deijkers. In Amsterdam ondergaan ze een fysieke en psychologische keuring. Bovendien wordt hun achtergrond grondig uitgeplozen.
Studenten als reservist
Precieze cijfers van het aantal universitaire studenten dat als reservist actief is bij Defensie, zijn niet bekend. Wel weet Deijkers dat 30 procent van het 20e Natresbataljon een opleiding volgt. ‘Ik ken iemand die een master geneeskunde doet aan de Universiteit van Amsterdam. Maar in mijn peloton bevinden zich ook een gevangenisbewaker en een zelfstandig ondernemer. Mensen met allerlei beroepen en achtergronden komen bij elkaar. Dat is heel interessant.’
Dan wordt het tweetal opgeroepen om met eigen vervoer naar Vliegbasis Soesterberg te komen. In een groot magazijn staat een middagje ‘shoppen’ op het programma. Ze krijgen een complete uitrusting, waaronder een net pak voor ceremoniële gelegenheden, soldatenkleding en twee paar kistjes. ‘In bruikleen, hoor’, voegt Deijkers toe. ‘Als je weggaat bij Defensie, moet je de spullen weer inleveren.’
Allemaal gelijk
De Friese Van Dijk wordt ondergebracht in het 10e Natresbataljon, Deijkers komt als Noord-Hollander terecht in het 20e. Dat heeft te maken met de regio waar zij op dat moment wonen. Het 10e bestaat uit reservisten uit Noord-Nederland, het 20e uit soldaten uit het midden van het land en het 30e uit zuiderlingen.
Twee weken lang ondergaan ze een flinke dril tijdens de Algemene Militaire Opleiding. ‘Je wordt geleerd hoe je alle basishandelingen als soldaat moet uitvoeren, zoals groeten en marcheren. Je uniform moet ook altijd helemaal in orde zijn. Daar wordt echt op gehamerd’, vertelt Van Dijk. ‘Het is wel even schakelen. Je staat tijdens je docentenopleiding zelf voor de klas en ineens ben je weer leerling.’ Deijkers vult aan: ‘Je komt binnen en weet in principe van niks. Dat gaan ze je allemaal uitleggen.’
‘Als ik eraan terugdenk, was dat echt een prachtige tijd’, glundert Van Dijk. ‘Nee, ik zou het niet willen vergelijken met een ontgroening bij een studentenvereniging.’ Deijkers: ‘Wel heeft iedere eenheid zijn eigen tradities. Het leuke is dat we allemaal in ons burgerbestaan iets anders doen. Daar kan iemand best een hogere opleiding hebben gevolgd of meer status hebben. Maar in Defensie is je rang het enige dat telt. Je bent als soldaten allemaal gelijk.’
Naar het buitenland
Gemiddeld genomen zijn soldaat Deijkers en soldaat Van Dijk er zo’n drie tot vier dagen per maand aan kwijt. De laatste vergelijkt het dan ook met lid zijn van een sportvereniging: ‘Het kost ongeveer evenveel tijd. Waar beroepsmilitairen een echt dienstverband hebben, zijn wij een soort freelancers met een nulurencontract. Onze civiele baan of studie staat voorop. Als ze vragen of je ingezet kan worden en het komt je niet uit, dan maakt dat niet uit.’
‘Maar je kan het zo gek maken als je zelf wilt’, vult Deijkers aan. Van Dijk: ‘Ik ben onlangs meegegaan met een grote militaire oefening in Polen. Terwijl de beroepsmilitairen aan het trainen waren, bewaakten en beveiligden wij als reservisten het terrein. De samenwerking met de beroeps loopt heel goed. Ze vragen altijd naar wat je doet in het dagelijks leven en vaak komt er dan een gesprek op gang.’ Deijkers: ‘Al worden er natuurlijk ook over en weer de nodig grappen gemaakt.’
Ook Deijkers ging al eens mee met een militaire oefening in het buitenland. ‘Twee jaar geleden was ik in Duitsland. Je bewaakt en beveiligt, maar kan ook als oefenvijand worden ingezet. Dan fungeer je als een soort separatist, of hoe je het ook wilt noemen. Reservisten zijn er vaak heel fanatiek in, zij zijn er natuurlijk ook omdat ze het echt leuk vinden.’
Terroristische dreiging
Natuurlijk kun je niet zomaar meedoen aan een dergelijke activiteit. Ook voor officiële gelegenheden geldt: je moet inzetbaar zijn. ‘Dat betekent dat je minimaal over een basisconditie beschikt’, vertelt Deijkers. ‘Wij moeten 2400 meter kunnen hardlopen in twaalf minuten, in twee minuten twintig keer kunnen opdrukken en in diezelfde tijd dertig sit-ups kunnen maken.’
‘Twee keer per maand gaan we op maandagavond naar de kazerne. Om half acht is het appel, dan moeten we opstellen in rijen. Vervolgens krijgen we colleges over bijvoorbeeld militaire EHBO, oefenen we met patrouille lopen of volgen we schiettraining. Dat gaat er allemaal serieus aan toe. Immers, als het in de oefening al niet serieus gebeurt, waarom zou dat dan in het echt wel zo zijn?’
‘Mochten de landsgrenzen aangevallen worden, dan worden we meteen gemobiliseerd’, vertelt Van Dijk. ‘Maar datzelfde geldt voor alle mannen tussen de 17 en 45. Dat er op dit moment veel te doen is rond terroristische dreiging, speelt wel. Zo staan meerdaagse trainingen bijvoorbeeld in het teken van terreur. Maar ook dan blijft onze taak beveiligen en beschermen. Reservisten worden alleen uitgezonden naar het buitenland als ze zich daar zelf voor aanmelden, nadat een oproep is uitgegaan.’
‘Het is voor mij prima te combineren met mijn studie. Ik vind het mooi dat ik mij op deze manier in kan zetten en mensen kan helpen’, concludeert Deijkers. Van Dijk knikt: ‘Het is een mooie tijdsinvulling. Ik heb er veel van geleerd. En daarnaast heeft mijn droom, om de wereld van Defensie mee te maken, op deze manier alsnog in vervulling kunnen gaan.’
Militaire discipline
Bij Deijkers en Van Dijk hoefde de militaire discipline er niet in gehamerd te worden. ‘Dat is een instelling die je van tevoren al hebt. Met de wil van iemand staat of valt alles.’ Wel merkt Van Dijk dat hij verder vooruit werkt: ‘Bij het leger moet het nooit op het laatste moment aankomen. Ik weet altijd al waar alles ligt, voordat we het nodig hebben. Onbewust pas ik dat ook toe als docent. Het eerste wat ik doe als ik het klaslokaal binnenkom, is het rechtzetten van de tafeltjes.’
‘Bij Defensie hebben we heel veel spreuken. Eentje luidt: “Haast je als je tijd hebt, want dan heb je tijd als je haast hebt.”‘ Van Dijk kent nog een voorbeeld: ‘Als soldaat moet je om zes uur ‘s ochtends van bed af en zorg je ervoor dat het netjes is opgemaakt. Dat doe ik thuis ook. Maar of dat werkelijk een vertaling is van wat ik meegenomen heb uit het leger, vind ik lastig te zeggen.’