UK-enquête onder studenten
Geen her? Meer stress
Het maakte vorige week een hoop los: vier RUG-onderwijskundigen zeiden in de UK dat het maar eens afgelopen moet zijn met die oneindige herkansingen. Die moet je op een zo onhandig mogelijk moment plannen. Of zelfs helemaal afschaffen, zoals gebeurde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.
Een tweede poging op voorhand al op de agenda zetten, is vragen om moeilijkheden, denken ze. ‘Dan werk je strategisch gedrag alvast in de hand. Zo van: als het niet lukt, dan proberen we het gewoon nog een keer.’ Het ‘echte’ tentamen wordt ook gebruikt ter verkenning, stellen ze. ‘Studenten gaan even kijken wat er van hen verwacht wordt, maar dat is wel rijkelijk laat.’
Zelfs de benaming ‘herkansing’ is fout. Het is immers geen kansensysteem. ‘Dit klinkt alsof het een loterij is. Maar in feite is het een gelegenheid om te laten zien wat je kunt en hoeveel je weet.’ Bovendien: wie eenmaal een achterstand heeft opgelopen, heeft de grootste moeite om ‘m weer in te halen. Beter zou zijn om vaak te toetsen en compensatiemogelijkheden te bieden, en een herkansing zo onaantrekkelijk mogelijk te maken.
Misbruik
Klopt het dat studenten het systeem van herkansingen ‘misbruiken’? Dat ze denken: ‘Ach, als het deze keer niet lukt, dan wel een volgende keer?’ Hoe vaak hebben ze een tentamen moeten overdoen in het afgelopen jaar? Maken zij zich inderdaad stelselmatig schuldig aan het gehekelde ‘even kijken wat er wordt gevraagd’? En lijkt het ze een goed idee om herkansingen te ontmoedigen?
De UK vroeg 450 studenten (onder wie ruim 60 procent eerste- en tweedejaars) deze week naar hun ervaringen en omgang met herkansingen op twee tentamenlocaties (Martiniplaza en Aletta Jacobshal).
Beginnen studenten te laat met studeren en dreigt daardoor bij voorbaat een hertentamen? Bijna 30 procent zit al vroeg in het semester met de neus in de boeken, zo blijkt. Maar ruim 30 procent wacht inderdaad tot het allerlaatste moment.
Bijna de helft van de studenten (46,5 procent) heeft dit jaar niet hoeven herkansen. Dat betekent dus dat 53,5 procent moest opdraven voor een herkansing. De meesten halen die herkansing wel, maar tegelijk moet ruim 16 procent van alle studenten drie keer of vaker aan de bak.
Studenten herkennen zich niet in het beeld dat een tentamen wordt gebruikt als ‘verkenningstocht’. Zeven van de tien studenten zeggen zich daar nooit schuldig aan te maken. Een kleine 10 procent doet dat wel met enige regelmaat.
En met de dreigende studievertraging, als gevolg van een niet gehaald tentamen, valt het volgens veel studenten ook wel mee. Ruim 60 procent haalde een voldoende voor een her. Maar wellicht toch alarmerend: ruim drie van de tien studenten komen wel in de problemen en lopen blijvende achterstand op.
En ten slotte de vraag: Moeten herkansingen worden ontmoedigd door die op weinig gangbare momenten te houden, ‘s avonds, in het weekend of zelfs in vakanties? Geen gek idee, meent een aanzienlijk aantal studenten (27,1 procent).
De motivatie die het vaakst wordt genoemd: Door de hogere druk zullen studenten eerder beginnen met leren en een tentamen serieuzer nemen. En ook: Veel studenten maken misbruik van de herkansingen en dat is oneerlijk tegenover studenten die wél hun best doen. En heel pragmatisch: Als de resultaten omhoog gaan, waarom niet?
Toch zijn bijna drie van de vier studenten tegen zo’n maatregel. ‘Het zorgt voor extra stress en de prestatiedruk is al zo hoog’, is een veel gehoord argument. Of: Een tentamen is een momentopname, je kunt een keer falen. Nog vaker: Er kunnen onvoorziene omstandigheden zijn (ziekte, ongeval, black-out) en dan mag je niet direct worden afgestraft.