'Soms zitten mensen echt aapjes te kijken'
Studeren met je evenbeeld
Hij zat middenin de ontgroening voor Albertus. Het was augustus, bloedheet, en student kunstgeschiedenis Rens van den Beukel (21) stond in een eindeloze rij te wachten. En te wachten. Achter zich hoorde hij het gefluister: ‘Hij is niet echt, hoor.’ En: ‘Dat is een neppe eerstejaars.’
Even was hij verbaasd. What the hell? En toen viel het kwartje. Ze hadden het niet over hem, maar over zijn identieke tweelingbroer Dirk. Heel toevallig ook Albertuslid. En tweedejaars.
Mensen geloofden niet dat we een tweeling waren
‘Ik legde het uit’, vertelt Rens. ‘Maar mensen geloofden gewoon niet dat we een tweeling waren.’ Want identieke tweeling of niet: Dirk was in een keer geslaagd voor zijn vwo, terwijl Rens de omweg nam naar de universiteit via de havo.
Dirk, die bedrijfskunde studeert, grinnikt. ‘Dat was echt het eerste moment dat we ons realiseerden: nu zijn we dus een tweeling in Groningen.’
Flirten met de verkeerde
Bij één op de 250 zwangerschappen delen twee kinderen een eicel en een zaadcel. Een eeneiige tweeling is het resultaat: twee kinderen die hetzelfde genetische materiaal delen en dus sprekend op elkaar lijken. Ruwweg zouden zo’n 240 Groningse RUG-studenten dus een deel van een identieke tweeling moeten zijn. En dat kan zowel enorm ongemakkelijke situaties opleveren, als hele grappige.
Daar weet psychologiestudent Fransje Meijlink (19) alles van. Ze is lid van Vindicat, net als haar eeneiige tweelingzus Sofie. ‘Er was een feestje op De Kroeg en het was supergezellig. Ik stond met een hele leuke jongen te kletsen. Echt al een hele tijd. Maar toen ging hij bier halen en vervolgens kwam hij maar niet terug.’
Jammer dan, dacht ze al, hij vond mij blijkbaar toch iets minder leuk. Tot hij tien minuten later alsnog opdook. ‘Hij was mijn tweelingzus tegengekomen op de weg terug en begon tegen haar aan te kletsen. Het duurde even voor Sofie doorhad wat er aan de hand was. Toen stuurde ze hem natuurlijk snel weer terug naar mij.’
Beleefd groeten
Persoonsverwisselingen zijn aan de orde van de dag voor student-tweelingen. Soms laten ze het ook maar zo, want anders blijf je aan de gang. ‘Dan word ik weer Fransje genoemd door iemand in een gesprek’, beaamt student international business Sofie. ‘En tien seconden later is het eigenlijk al te laat om de persoon daar nog op aan te spreken. Dus dan laat ik het maar zo.’
Dan word ik weer Fransje genoemd, dat laat ik dan maar zo
‘Het is heel ongemakkelijk voor iemand als die er dan pas achter komt’, vult Fransje aan. ‘Dus dan speel je maar gewoon mee. Ik vind het ook vervelend om mensen in die situatie te brengen.’
Soms zijn ze zelfs te beleefd. Zoals toen Rens op Zernike een clubgenoot van zijn broer Dirk meende te spotten en hem enthousiast groette. Dat ging zo een heel jaar lang door, tot de tweeling de jongen in de binnenstad tegenkwam. ‘Ik tikte Dirk aan en zei: “Hey, daar is je clubgenoot!” Bleek Dirk hem helemaal niet te kennen. Heb ik een heel jaar “hoi” tegen hem gezegd!’
Gemakzucht
Het zijn kleine dingetjes, misschien, maar toch. Wie deel is van een tweeling, wordt al snel in een hokje geduwd. Omdat je er net zo uitziet als je andere ‘helft’, nemen mensen al snel aan dat jullie ook echt hetzelfde zijn. ‘Sommige mensen nemen niet de moeite om ons te leren kennen’, legt Sofie uit. ‘Het is een soort gemakzucht, denk ik. We zijn natuurlijk ook in heel veel dingen hetzelfde, maar dan moet je wel je best doen om ons te leren kennen en te weten wie wij zijn.’
Want de zussen verschillen in karakter. Af en toe kan Fransje bijvoorbeeld wat harder uit de hoek komen. ‘Ik zeg meteen wat ik denk, terwijl Soof vaak conflicten probeert te vermijden.’
We hadden met elkaar afgesproken wie welke kleren aanhad
Ze doen hun uiterste best om die verschillen ook te laten zien. De twee kwamen tegelijk naar Groningen en gingen dus ook tegelijk op zoek naar een kamer. Maar ze konden moeilijk samen komen opdagen voor een hospiteerborrel. Helemaal als Vindicatleden, omdat ze dus concurreerden voor een plekje in dezelfde huizen.
‘We hadden wel met elkaar afgesproken wie welke kleren aanhad op welke dag en dat we niet tegelijk naar dezelfde huizen gingen’, vertelt Sofie. ‘Het was de eerste keer dat we er echt over moesten nadenken hoe we dit aan moesten pakken. Maar we wilden gezien worden als een individu en niet als een ding.’
Aapjes kijken
Dat lukt lang niet altijd. Bij de clubvorming waren ze steevast ‘de tweeling’ en werden ze gezien als ‘één van de twee’. ‘Ik had altijd het gevoel dat mensen ons als een geheel zagen en hun vooroordelen hadden’, zegt Sofie.
Dan hebben ze het nog niet eens over manier waarop mensen hun uiterlijk met elkaar vergelijken. ‘Je gewicht of andere persoonlijke dingen. Mensen zijn altijd super direct daarin’, zegt Sofie. ‘Soms zitten mensen echt aapjes te kijken’, vindt Fransje.
Als mensen om verschillen in uiterlijk vragen, dan hebben de zussen hun standaard riedeltje om er zo snel mogelijk vanaf te zijn, vertelt Fransje. ‘Ik zeg altijd: “Andere mensen zeggen dat Sofie een boller hoofd heeft en ik heb een litteken. Dus zo kun je ons uit elkaar halen.”’
Beste vrienden
En toch: de tweelingen zouden elkaar voor geen goud willen missen. De ouders van Fransje en Sofie verhuisden naar Wenen toen de meiden een tussenjaar hadden na hun eindexamen. ‘Toen wilden we in dezelfde stad studeren. Om elkaars thuis te zijn’, legt Sofie uit.
Als ze elkaar twee dagen niet gezien hebben, dan missen ze elkaar al. ‘We hoeven elkaar niks uit te leggen. Als je elkaar aankijkt weet je precies wat de ander denkt’, zegt Fransje. Sofie beaamt dat: ‘Fransje is echt de belangrijkste persoon in mijn leven.’
Ook Rens en Dirk zijn elkaars ‘allerbeste vrienden’. ‘Ik zou het echt iedereen aanraden’, zegt Dirk. Rens: ‘Al weten we natuurlijk totaal niet hoe het is om géén tweeling te zijn.’