Heel groot in het piepklein

Feringa gelauwerd

3 Alice
3-1

Alice: vallen en (zelf) opstaan

Geld-, tijd- en energiebesparend moet robot Alice worden. In het lab in de Bernoulliborg werken studenten kunstmatige intelligentie onder leiding van wetenschappelijk directeur Lambert Schomaker aan haar ontwikkeling. Omdat Alice een zelflerende robot is, kan ze haar eigen fouten corrigeren. Maar zonder menselijke sturing lukt dat vooralsnog niet.
3-2

Productielijnen in grote fabrieken zijn tegenwoordig bijna zonder uitzondering computergestuurd. Dat maakt ze nog niet foutloos, legt Schomaker uit. ‘Mensen zijn inmiddels gewend aan de betrouwbaarheid van computers. Daarom wordt snel gedacht dat het ook wel moet lukken om systemen met grote machines betrouwbaar te maken. Maar perfectie realiseren is heel lastig.’ Er is maar één foutje nodig om een hele productielijn stil te leggen. Een beetje vuil op een machine of een slecht gesmeerd onderdeel kan genoeg zijn. Dat kost geld, en niet alleen omdat er tijdelijk niets uit de fabriek rolt.

‘Als een machine een fout maakt, wordt nu vaak een nieuwe, betere en duurdere machine gebouwd. Maar overal in een productielijn worden foutjes gemaakt. Zo blijf je bezig steeds duurdere machines te bouwen om hele kleine foutjes op te lossen, weinig efficiënt. Bovendien is dé perfecte machine lastig te realiseren.’

3-3

Professor Schomaker werkt daarom aan een efficiëntere oplossing: een systeem waarin gemaakte fouten door robots zelf worden opgelost. In het project MANTIS, voor een deel gefinancierd door de Europese Commissie, ontwikkelt hij samen met andere Europese universiteiten een zelflerende robot. Een robot die producenten veel geld kan besparen. Schomaker: ‘De robot die we ontwikkelen, kan zelf onderhoudswerkzaamheden in een productielijn verrichten. Onderdelen schoonmaken, smeren, of olie bijvullen.’ Voorlopig blijft het bij kleine, preventieve taken. Schomaker: ‘We moeten wel realistisch blijven. Grote reparaties zijn zo ingewikkeld, die kan een robot nog niet voor ons doen.’

Voor het onderzoek van Schomaker werd robot Alice gebouwd. In het Robotlab in de Bernoulliborg werkt Schomaker samen met studenten aan haar ontwikkeling.

3-4

Dit is Alice

Alice is nu nog een wat onhandige schoonmaakster, en wie haar zou inhuren, heeft engelengeduld nodig. Een productielijn zal ze nog niet op gang houden. Alice heeft nog wat opvoeding nodig. Letterlijk.

3-5

Robots opvoeden

Schomaker: ‘Een zelflerende robot moet je voordoen hoe hij taken moet uitvoeren. Het is geen tovenarij. Je zult nog steeds zelf informatie in de robot moeten stoppen. Vervolgens moet je de robot vertellen of hij zijn taak goed heeft uitgevoerd. Reinforcement learning noemen we dat. Als hij het goed heeft gedaan, geef je hem een schouderklopje. Net als bij huisdieren eigenlijk.’
Reinforcement learning is veel efficiënter dan traditioneel programmeren. Schomaker: ‘Als je nu een robot een nieuwe taak wilt laten uitvoeren, kan dat prima. Maar daarvoor moet je hem eerst opnieuw programmeren. Met een zelflerende robot hoeft dat niet. Je geeft hem alleen nieuwe informatie.’ Zo kan een robot die machines afstoft dus ook leren hoe hij olie moet bijvullen.
Kan iedereen in de nabije toekomst een eigen Alice thuis hebben? Schomaker: ‘Op dit moment zijn huishoudrobots nog niet zo goed. Je zou er een onhandig huisdier bij hebben.’ Maar het zal niet lang meer duren voordat robots ons ook in huis werk uit handen zullen nemen. Al zal je zo’n zelflerende robotkok dus eerst moeten opvoeden, voordat hij ’s ochtends je ontbijt voor je maakt.

4-1

Smoor op een machine

Verliefd worden op een robot. Je kent het uit series en films als Westworld en HER. Ook in het echt lijkt dit helemaal niet onwaarschijnlijk. Sterker nog, een Française die haar eigen robot bouwde, werd verliefd en wil het liefst morgen met haar machine trouwen. Hoe word je verliefd op een robot en kunnen er ooit wederzijdse gevoelens ontstaan? En hoe zit het met seks, zullen robots onze bedprestaties evenaren of zelfs verbeteren? David Levy, auteur van het boek Love and Sex with Robots, Ronald Hünneman, docent en promovendus bij kunsten, cultuur & media, en docent filosofie van de cognitiewetenschappen Leon Geerdink laten er hun licht over schijnen.

4-2

Kan ik verliefd worden
op een robot?

Ja, dat kan. Sterker nog, de eerste romances tussen mens en robot zijn een feit. Maar wordt het ooit normaal, of blijven deze roboseksuelen een minderheid? Ronald Hünneman: ‘Dat gaat heel erg afhangen van de kwaliteit van de robots. Zo’n robot moet niet alleen maar intelligent zijn. Het lichaam is heel belangrijk bij verliefdheid.’ David Levy, auteur van het boek Love and Sex with Robots: ‘Natuurlijk zullen we verliefd worden op robots! Je ziet nu al dat mensen veel affectie hebben voor bijvoorbeeld robothuisdieren. In Japan zijn zeehondrobotjes super populair.’ Volgens Levy breekt het tijdperk van de roboseksuelen sneller aan dan je denkt. Hij waagt zich aan een voorspelling: tegen 2050 zullen volgens hem de eerste robothuwelijken gesloten worden. En hoe vreemd dat misschien ook klinkt, volgens Levy is het een positieve ontwikkeling: ‘Vergeet niet dat veel mensen op dit gebied heel eenzaam zijn. Deze mensen zijn misschien veel gelukkiger met een robot als partner, dan zonder een partner.’

4-3

Kan een robot verliefd
worden op mij?

Hier hebben we meteen een van de fundamentele kwesties van de kunstmatige intelligentie te pakken: kan een robot bewustzijn krijgen? Een eenduidig antwoord op die vraag is er nog niet. Maar volgens David Levy is de vraag of een robot echt verliefd kan worden helemaal niet belangrijk. ‘Een robot zal je ervan kunnen overtuigen dat hij verliefd op je is. Of hij dat ook echt is, is irrelevant. Als jij maar het gevoel hebt dat jullie liefde echt is. Veel mensen zullen in de toekomst het verschil tussen een robot en een mens niet eens meer merken.’

4-4

Rollebollen met robots

‘Er zullen in de toekomst mensen zijn die alleen nog seks willen met robots’, stelt Ronald Hünneman. ‘Maar in hoeverre dat gebeurt, is afhankelijk van de kwaliteit van die robots.’ De levensechte sekspoppen die tegenwoordig worden geproduceerd zijn nog lang geen robots. ‘Over enkele decennia zullen ze ook kunnen bewegen en reageren als mensen’, voorspelt Hünneman. David Levy denkt dat er rond 2050 al robots zijn die we amper kunnen onderscheiden van mensen.
‘Ik denk niet dat zo’n geavanceerde seksrobot snel mogelijk zal zijn. Het zal nog heel lang duren voordat we robots hebben met general intelligence: het vermogen om zelf keuzes te maken en vaardigheden te leren’, stelt Leon Geerdink. ‘Er moet bovendien nog heel wat gebeuren in de samenleving, voordat dat algemeen geaccepteerd zal worden. Mensen verbergen hun seksspeeltjes nu nog steeds heel goed, en doen daar heel geheimzinnig over. Ik kan me niet voorstellen dat ze over vijftig jaar openlijk toegeven dat ze seks hebben met een robot.’
Hünneman denkt juist dat de seksuele moraal de komende jaren enorm gaat veranderen. ‘Dat gebeurt constant, kijk naar de Grieken, die seks hadden met jonge jongens. Dat zou in de toekomst ook kunnen gebeuren met robots.’

4-5

Waarom moeten we
seksrobots bouwen?

Het ontwikkelen van robots leert ons veel over onszelf. ‘Door het bouwen van robots merken we hoe erg we de aspecten van het menszijn onderschat hebben. Daarom zeg ik: zet heel veel geld in op seksrobots, dat gaat ons veel vertellen over onze eigen seksualiteit’, zegt Ronald Hünneman. ‘Bovendien zijn seksualiteit en intimiteit zó complex. Als we dit kunnen, hebben we de kunstmatige intelligentie wel redelijk in de vingers.’ Die complexiteit schuilt hem volgens Hünneman in het contact tussen mens en robot. ‘Een écht goede seksrobot moet niet alleen vaste programma’s hebben. Hij doet dingen waardoor jij meer zin in seks krijgt, neemt initiatief en probeert zelf nieuwe dingen uit. Seks is prettig met iemand waarmee je een interactie hebt: iemand die zelf reageert en ook kijkt naar de reacties van zijn partner.’
Volgens Fred Keijzer hoeft een goede seksrobot niet zelf te kunnen denken en handelen. Keijzer: ‘De specifieke onderdelen van seks die Hünneman noemt, bestaan in sommige gevallen zelfs al. Google-algoritmes weten bijvoorbeeld precies wat je leuk vindt en passen hun reclame op je aan. Robots leren al emoties lezen.’

4-6

De seksrobot als oplossing

Een seksrobot kan uitkomst bieden voor eenzame personen die moeite hebben met het vinden van een menselijke partner. Maar het kan ook een oplossing zijn voor zedendelinquenten of pedofielen. ‘Er zijn nu al veel mensen die hulpmiddelen gebruiken om hun neigingen te onderdrukken.’ Robots inzetten om deze mensen te helpen is volgens Hünneman een voortzetting van de technieken die er al zijn. ‘De seksuele impuls is een hele sterke impuls. Als je die op dit soort manieren kunt kanaliseren, is dat natuurlijk heel mooi. Hoe dichter je bij de realiteit komt met een hulpmiddel, hoe beter je er mensen mee kunt helpen.’
De vraag is of mensen dit soort behandelmethoden gaan accepteren. Want wat als zo’n robot een heel goed kindje van zes jaar voorstelt? ‘Dan gaat dat toch een beetje raar voelen’, geeft Hünneman toe. Bovendien is er het ‘e-sigaretargument’, de mogelijkheid dat de drempel om iets in het echt te doen lager wordt. Hünneman is daar niet zo bang voor. Want, zo stelt hij: de meeste pedofielen weten zelf best dat hun seksuele ethiek niet klopt.