Geef je creativiteit een boost
Nu je toch thuis zit: ga eens niksen!
Scheikundestudent Fionn Ferreira, die in 2019 de Google Science Fair won, zweert bij niksen. Hij groeide op in een klein, afgelegen dorpje en de leegte om hem heen was precies wat hij nodig had om zijn ideeën uit te werken. Hij ging vaak kamperen op een klein eilandje voor de kust van Ierland, helemaal alleen en zonder toegang tot sociale media. Dat was cruciaal voor zijn creatieve proces en zorgde er zelfs voor dat hij een ingenieuze manier uitvond om microplastic uit water te halen.
‘Als ik vastloop laat ik alles vallen en ga ik gewoon wat anders doen – of zelfs helemaal niets’, zegt hij. ‘Dan ben ik in mijn achterhoofd nog wel bezig met het vraagstuk, maar dus niet meer bewust. Het gebeurt heel vaak dat ik dan ineens tot de oplossing kom, zonder dat ik er obsessief mee bezig ben.’
Eén van de redenen dat Fionn ervoor koos om aan de Rijksuniversiteit Groningen te studeren is omdat de prestatiedruk hier relatief laag ligt, zeker in vergelijking met de andere universiteiten die hem toelieten. ‘Die stress is echt de dood voor creativiteit. Ik ben op m’n creatiefst als het niet te vol in mijn hoofd is’, zegt hij.
Afdwalen
Bernard Nijstad van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde, die onderzoek heeft gedaan naar creativiteit en besluitvorming, is niet verrast door Fionns ervaringen. ‘Er is onderzoek dat laat zien – hoewel niet onomstotelijk – dat als je bent vastgelopen op een probleem, niets doen vaak beter werkt dan krampachtig doorwerken. Er is ook anekdotisch bewijs dat veel grote ontdekkingen zijn gedaan tijdens het niksen.’
Jij denkt misschien dat je niets doet, maar je hoofd weet wel beter
Een van de redenen dat nietsdoen zo goed werkt is dat je hersenen altijd actief zijn, ook al heb je dat niet altijd door. ‘Jij denkt misschien dat je niets doet, maar je hoofd weet wel beter’, zegt neurowetenschapper Marieke van Vugt. ‘Er is een opmerkelijke hersenactiviteit gemeten bij mensen die aan het niksen waren, opvallend genoeg juist in de delen van het brein die ook actief zijn tijdens het dromen en dagdromen.’
Wetenschappers noemen dat afdwalen. Je gedachten volgen niet dezelfde geordende logica als wanneer je iets specifieks probeert doen, zoals het oplossen van een bepaalde taak. In plaats daarvan gaan ze alle kanten op.
Zorgvuldige voorbereiding
Maar dat is ook direct het addertje onder het gras. Studenten moeten niet verwachten dat ze ineens creatiever worden door maar gewoon niet te studeren. ‘Het toeval geeft de voorkeur aan een voorbereid hoofd’, zegt Nijstad. ‘Alle voordelen van weinig of niets doen vallen of staan met zorgvuldige planning en voorbereiding.’
Advies van wonderkind Fionn Ferreira over hoe je productief moet zijn: Werk 20 minuten achter elkaar en neem dan pauze. Probeer tijdens je pauze niet te denken aan waar je mee bezig bent. Doe iets heel anders en zie hoe je hoofd vanzelf met de oplossing komt.
Dat is precies wat Fionn doet. Voordat hij een probleem naar zijn achterhoofd verbant, denkt hij er eerst behoorlijk lang over na. Als hij dan zit te niksen op zijn kleine eilandje komt zijn hoofd vanzelf met werkbare oplossingen op de proppen. ‘Als je je niet voorbereidt hebben de gedachten en oplossingen die opborrelen misschien wel niets te maken met je probleem, of zijn ze zelfs helemaal onzinnig. Dat helpt natuurlijk niet’, zegt Nijstad.
Verveling speelt ook een belangrijke rol. Nijstad las onlangs een onderzoek dat concludeerde dat mensen een taak vaak beter uitvoeren als ze zich daarvoor verveelden. ‘Verveling is vervelend. Mensen willen iets doen, om het even wat’, legt Nijstad uit. ‘Dus het is logisch dat mensen enthousiaster aan het werk gaan als je ze net helemaal doodverveeld hebt.’
Schuldgevoelens
Het mag dan goed werken, echt fatsoenlijk nietsdoen is nog best moeilijk. UKrant sprak met honderd studenten en vroeg ze of ze wel eens niets deden en hoe ze zich daarbij voelden. 68 procent zei dat dat ze niksen wel leuk vonden, maar er niet aan toekwamen. ‘Ik vind het heerlijk’, zegt student internationaal en Europees recht Patricia Vargova. ‘Maar ik heb gewoon geen tijd meer over aan het eind van de dag.’
Veel studenten zeggen dat ze slechts twee á drie uur vrije tijd hebben op een dag. Degenen die intensieve studies zoals geneeskunde doen hebben nog minder tijd. En de uurtjes die ze dan over hebben spenderen ze door Netflix te kijken, met vrienden te kletsen en dutjes te doen. Maar bijna niemand doet écht niks, waarbij je je gedachten laat afdwalen en dus niet eens een slechte serie kijkt.
Ik vind nietsdoen heerlijk, maar ik heb er geen tijd voor
‘Ja, nietsdoen is heel fijn. Maar je moet ook weten wanneer je moet stoppen’, zegt Mika Lukosevicius, die media studies doet. ‘Het schuldgevoel over nietsdoen is uiteindelijk altijd sterker, en dan ga ik weer bezig. Het is een vicieuze cirkel. Het werkt averechts en valt niet vol te houden’, zegt hij.
Waarom voelen studenten zich schuldig over iets dat zo van belang is voor onze geestelijke gezondheid en waar je ook nog eens productiever van kan worden? Nijstad denkt dat het komt door maatschappelijke druk. ‘Vanuit de evolutie gezien zouden we juist zo veel mogelijk energie moeten bewaren in plaats van altijd maar in de weer te zijn’, zegt hij.
Calvinisme
Godsdienstwetenschapper Arie Molendijk denkt dat de westerse geschiedenis er iets mee te maken heeft. De westerse maatschappij is sterk beïnvloed door de protestantse kerk en de leer van Calvijn – het was tenslotte zeer lang de grootste godsdienst in Nederland. ‘Werk stond centraal in de leer van Johannes Calvijn’, legt Molendijk uit. ‘Hij zei tegen zijn volgers dat ze moesten werken tot ze erbij neervielen. Je moest zoveel mogelijk rijkdom verzamelen, maar je mocht het niet uitgeven.’
Godsdienst is dan tegenwoordig minder belangrijk in de Nederlandse maatschappij, maar sommige academici zeggen dat de leer van Calvijn een eigen leven is gaan leiden. ‘Los van geïnstitutionaliseerde godsdienst’, zegt Molendijk. Maar hij wil niet generaliseren. ‘Anderen hebben het bestaan en de alomtegenwoordigheid van deze ideeën in twijfel getrokken, dus het debat duurt voort.’
Als je echt niets wil doen, is dat hard werken
Dat zou in elk geval wel de reden kunnen zijn dat veel mensen niksen zo ontzettend moeilijk vinden. Zij hebben van hun ouders en grootouders geleerd dat nietsdoen slecht is. Dat je alles wat je hebt moet verdienen met hard werk en dat luiheid tot de verdoemenis lijdt.
Leer dat maar eens af.
Van Vugt zegt echter dat het ook aan iets anders kan liggen. ‘Er is gewoon te veel te doen!’ zegt ze. ‘Je kan de stimulatie van het dagelijks leven bijna niet ontwijken. Je smartphone geeft toegang tot eindeloos veel makkelijk toegankelijk amusement, en je bent de hele dag beschikbaar en bereikbaar. Als je echt niets wil doen, is dat hard werken.’