Tom Buurkes fascinatie voor evenwicht
Lopen is eigenlijk vallen
Je loopt over de hobbelige keien van de Vismarkt tussen de mensen door, met een half oog op je mobiel. Je slaat een keer linksaf, een keer rechtsaf: allemaal zonder problemen. Je zet een stap, leunt naar voren en voorkomt dat je omvalt door opnieuw een stap te zetten. Lopen is eigenlijk steeds een beetje vallen, waarbij je met elke pas, zonder erbij na te denken, weer opnieuw je balans vindt.
‘Je ziet pas hoe goed we daarin zijn op het moment dat we problemen krijgen met die balanscontrole’, weet Tom Buurke. ‘Denk bijvoorbeeld aan oudere mensen die slecht ter been worden of iemand die tijdens het sporten een enkelblessure oploopt.’
De 26-jarige promovendus bewegingswetenschappen heeft de afgelopen drie jaar van zo’n 120 proefpersonen onderzocht hoe ze lopen. Hij liet hen daarvoor op een ‘split-belt loopband’ wandelen. Dat is een apparaat met twee banden naast elkaar, waarbij de ene sneller gaat dan de andere, legt Buurke uit. ‘Zo krijgen de mensen als het ware een nieuwe looptaak aangeleerd.’ Een andere tred, dus.
Langer effect
De proefpersonen werden opgedeeld in twee groepen: de ene mocht de handrailing van de loopband gebruiken, de andere niet. Wat bleek? De groep die de railing mocht vasthouden, kon het nieuwe loopje heel goed uitvoeren. De andere groep had daar meer moeite mee, maar werd langzaam beter.
De mensen die geen railing mochten vasthouden tijdens het lopen leerden veel meer
‘De echte conclusies konden we trekken uit de na-effecten’, zegt Buurke. Toen de banden namelijk weer op gelijke snelheid werden gezet, konden de proefpersonen met ondersteuning van de handrailing zo weer overschakelen. ‘Dat is een indicatie dat er in de manier van lopen niks veranderd is.’ Bij de proefpersonen die de railing niet mochten gebruiken, ijlde het effect van de veranderde tred veel langer na. Toen ze teruggingen naar de normale bandsnelheid, hadden ze opnieuw moeite met lopen. ‘Bij hen was er wel echt iets veranderd. Zij leerden dus veel meer.’
Hersenbloeding
Voor zijn proefschrift verbleef Buurke drie maanden in Los Angeles, waar hij kon aansluiten bij een lopend onderzoek van neurowetenschapper James Finley. Hij bestudeerde er 21 proefpersonen die een hersenbloeding hadden gehad.
Hij was met deze groep veel langer bezig, ‘al gauw zo’n vier á vijf uur per proefpersoon’. Er kwamen namelijk veel extra testen bij kijken ten opzichte van de gezonde proefpersonen, en deze mensen hadden vaker pauze nodig. Maar hoewel er veel van ze gevraagd werd, wilden ze graag meewerken. ‘Zo kunnen ze iets betekenen voor de mensen die na hen een hersenbloeding krijgen.’
De problemen die ontstaan wanneer lopen niet meer mogelijk is, vind ik heel interessant
Na een hersenbloeding is vaak één zijde van het lichaam aangetast. ‘Als je het lopen verstoort op zo’n split-belt loopband en mensen die val moeten opvangen met hun verzwakte been, dan gaat dat ten koste van hun zijwaartse balans’, legt Buurke uit. Daardoor vallen ze niet naar voren, maar juist naar de zijkant. ‘Dat gebeurde niet bij hun gezonde been.’
Het onderzoek wijst volgens Buurke uit hoe belangrijk balans is bij het leren lopen. En dat is waardevolle kennis voor de praktijk. ‘Als een patiënt looptraining krijgt, is het namelijk beter als diegene zonder ondersteuning loopt. Dan leer je het sneller, net zoals de proefpersonen die geen handrails mochten gebruiken.’
Uniek loopje
Toen Buurke in 2011 begon aan de studie bewegingswetenschappen, lag zijn interesse vooral bij de sport. ‘Maar op een gegeven moment raakte ik ook gefascineerd door lopen. Het gemak waarmee wij lopen en de problemen die ontstaan wanneer lopen niet meer mogelijk is, vind ik heel interessant.’
Als hij over straat loopt, valt het hem altijd direct op als mensen een loopje hebben dat anders dan anders is. ‘Onbewust kijk ik daar toch iets langer naar, denk ik.’ Iedereen heeft zijn eigen manier van lopen, zegt Buurke, en hij herkent mensen daar dan ook vaak aan. ‘Soms hoor ik het ook wel. Dan komt iemand door de gang aanlopen en heb ik al snel door wie het is.’
Buurke wil graag verder in de wetenschap en is op zoek naar een positie als post-doc. Maar eerst staat op 20 januari de verdediging van zijn proefschrift op het programma. Daarvoor komt James Finley speciaal over uit Los Angeles. ‘De gezonde spanning begint nu wel toe te nemen’, merkt Buurke. ‘Het wordt sowieso een heel speciale dag, ik kijk er erg naar uit. Het is een mooie manier om deze periode af te sluiten.’