Universiteit

Faculteiten: Jammer, maar helaas

Doek valt voor beurspromovendi

Jarenlang vocht de RUG om promovendi te mogen aanstellen als student en niet als werknemer. Maar nu het doek definitief is gevallen voor het experiment, is niet iedereen daar rouwig om. ‘Die ongewenste bijeffecten zijn we nu ook kwijt. ‘
7 juni om 16:15 uur.
Laatst gewijzigd op 8 juni 2022
om 12:49 uur.
juni 7 at 16:15 PM.
Last modified on juni 8, 2022
at 12:49 PM.
Avatar photo

Door Christien Boomsma

7 juni om 16:15 uur.
Laatst gewijzigd op 8 juni 2022
om 12:49 uur.
Avatar photo

By Christien Boomsma

juni 7 at 16:15 PM.
Last modified on juni 8, 2022
at 12:49 PM.
Avatar photo

Christien Boomsma

Christien is sinds 2016 achtergrondcoördinator bij UKrant. Ze plant de achtergrondverhalen en begeleidt de auteurs. Bij haar eigen verhalen ligt de focus op wetenschap en academisch leven. Daarnaast schrijft ze veel over onderwerpen als sociale veiligheid en maakt ze graag persoonlijke interviews. In haar vrije tijd schrijft ze jeugdboeken en geeft schrijftrainingen.

‘Mijn eerste emotie was opluchting’, zegt Martha Buit. ‘Eindelijk verandert er iets! Want op de universiteit heb ik best lang het idee gehad dat we niet gehoord werden.’

Buit is niet alleen beurspromovendus bij de Faculteit Rechtsgeleerdheid, maar ook een van de initiatiefnemers van een manifest waarin 239 beurspromovendi onmiddellijke stopzetting eisten van het Experiment Beurspromovendi: de regeling waarmee de overheid het mogelijk maakte om promovendi aan te nemen op een beurs van 1840 euro en niet langer als werknemer. 

Dat was goedkoper: voor hetzelfde geld konden er meer mensen promoveren. Maar het experiment had een keerzijde: werknemerpromovendi en beurspromovendi deden immers hetzelfde werk, maar niet voor hetzelfde geld. Het feit dat beurspromovendi meer vrijheid hadden dan hun collega’s die als werknemer waren aangesteld en vaker hun eigen onderzoeksvoorstel mochten schrijven, woog daar niet tegen op. 

‘Onze bezwaren werden neergezet als problemen met de informatievoorziening’, herinnert Buit zich. ‘En voor de rest deed het college alsof het ons om geld ging. Maar het was veel meer dan dat. Wij willen ook dat er veel mensen kunnen promoveren, maar niet ten koste van alles.’

Broos draagvlak

Daarin krijgt ze nu gelijk van onderwijsminister Robbert Dijkgraaf. Na een eindevaluatie van het experiment door onderzoeksbureau ResearchNed liet hij weten het verschijnsel ‘beurspromovendi’ niet te zullen verankeren in de wet. Er waren ‘kampen’ ontstaan, constateerde hij. 

‘De evaluatie laat geen overtuigende meerwaarde zien en het broze draagvlak voor dit experiment weegt zwaar in mijn besluit om het experiment na afloop ervan in 2024 geen vervolg te geven. Ook past het toevoegen van het promotieonderwijs als nieuwe categorie promovendi in het stelsel niet bij mijn streven naar meer rust en ruimte in het wetenschapssysteem en een goede positie voor alle onderzoekers.’

Dit sleepte al heel lang, we weten nu waar we aan toe zijn

Dat Buit als beurspromovendus blij is, ligt natuurlijk voor de hand. Maar ook veel faculteitsbestuurders lijken niet extreem rouwig om het besluit. ‘Dit sleepte al heel lang’, zegt bestuurslid Bert Poolman van de Faculty of Science and Engineering. ‘Géén beslissing is vaak erger. We weten nu waar we aan toe zijn.’

En ja, zegt hij, het is wel jammer. ‘Je kan natuurlijk meer onderzoek doen als je met dezelfde hoeveelheid geld een extra persoon kunt aanstellen.’ Bovendien kon hij meer mensen de kans geven het onderzoek te doen dat ze graag wilden.  

Ongemak

Maar de onvrede en het gevoel van willekeur dat in groepen tot discussies leidden waren reëel. Als groepsleider herkent Poolman het ongemak die de verschillende soorten promovendi op één groep met zich meebrachten. ‘Dan heb je een lab met mensen die allemaal aan een PhD werken, maar in verschillende mate betaald worden. Dat wringt’, zegt hij. 

Soms bepaalde de volgorde waarin financiering binnenkwam wie als beurspromovendus en wie als werknemerpromovendus werd betaald. ‘Dat had dan ook zomaar andersom kunnen zijn. Met het besluit van de minister zijn we ook die ongewenste bijeffecten kwijt.’

Ook vicedecaan Ramses Wessel van de rechtenfaculteit is niet bijzonder ongelukkig. In zijn faculteit waren de gevoelens van onderwaardering een ‘lastig punt’. ‘We probeerden de beurspromovendi altijd te laten meedoen met de kerstpakketten en chocoladeletters en zo, en zo coulant mogelijk te zijn, maar laten we eerlijk zijn: het salaris is verschillend. En onderling weten ze dat natuurlijk wel.’

Directeur Rian Drogendijk van de graduate school van economie en bedrijfskunde was om die reden sowieso al terughoudend met het aanstellen van beurspromovendi. ‘We hebben er nooit vol op ingezet’, zegt ze. 

Geen grote klappen

De voordelen waren evident. Maar ze constateert ook dat de groep beurspromovendi zich door de verschillen niet altijd even prettig heeft gevoeld. ‘En dat wil je niet.’ Vandaar dat ze het besluit van de minister ‘begrijpelijk’ noemt. 

En de gevolgen? Daar valt overheen te komen. Er waren al niet heel veel beurspromovendi bij FEB, dus ze verwacht ‘geen grote klappen’, al is enige terugloop wel te verwachten. En er is geld opzij gezet voor de mensen die na afloop van het experiment in dienst genomen moeten worden. 

We zitten in een situatie die financieel rooskleuriger is dan ooit

Ook elders lijken de financiële gevolgen ronduit mee te vallen. Niet alleen hebben verschillende faculteiten al veel eerder voorgesorteerd op een besluit dat ze al langere tijd verwachtten, ook heeft de overheid aangekondigd structureel 700 miljoen extra aan het hoger onderwijs te willen besteden. De aangekondigde sectorplannen en ‘rolling grants’ – die onderzoekers in staat stellen gedurende hun hele academische carrière ongebonden onderzoek te kunnen doen – zouden veel van de pijn kunnen opvangen. 

Weliswaar zal voor veel vakgroepen het aanstellen van promovendi dus duurder worden, maar dit is een prima tijd ervoor, denkt Poolman. ‘We zitten eigenlijk in een situatie die financieel rooskleuriger is dan ooit’, zegt hij. ‘En dat heeft te maken met de enorme studentenaantallen.’

Die zorgen weliswaar voor grote problemen op het gebied van staf en ruimte, maar ze brengen ook geld in het laatje, zegt Poolman. ‘Dat is een ruimte die we twintig jaar geleden niet hadden. Dus onze positie zal niet in gevaar komen.’

Stappen ondernomen

Ook de rechtenfaculteit voorziet geen echte problemen, zegt Wessel. Het is voor rechtenonderzoek vaak moeilijker om de fondsen te vinden voor promoties, zegt hij. ‘Dus het was fijn dat er een middel was om het legertje uit te breiden.’

Maar rechten heeft al stappen ondernomen om een terugval in het aantal promovendi te ondervangen. Zo werden er aan het begin van dit jaar al twaalf met eigen geld gefinancierde plaatsen opengesteld. ‘Misschien doen we nog wel een ronde, om de aanwas vast te houden. En ik zie ook mogelijkheden vanuit de overheid’, zegt hij, ‘en samenwerking met private partners.’ 

Daarnaast heeft hij hoop op de mogelijkheden die het interdisciplinaire onderzoek via de nieuwe RUG schools gaat bieden. Een grote donatie van een anonieme alumnus aan het Ubbo Emmiusfonds maakt het mogelijk om de komende vijf jaar vijftig promotieplaatsen te realiseren binnen het onderzoek van de vier schools en rechten doet mee aan alle vier.

Gemiste kans

Toch is er ook spijt bij bestuurders. En niet alleen bij rector magnificus Cisca Wijmenga, jarenlang vurig pleitbezorger van het experiment. Zij benadrukte in een reactie dat het doel – meer promoties – was behaald en veel van de problemen door de RUG waren ondervangen. ‘Daarom is het jammer als het promotieonderwijs straks stopt.’ 

Het heeft geen zin om tegen windmolens te vechten

Of bij het UMCG, dat samen met FSE de meeste promovendi huisvest. Een woordvoerder sluit zich aan bij de reactie van Wijmenga en heeft ‘weinig toe te voegen’. 

Ook decaan Kees Aarts van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen ziet het als een gemiste kans om een broodnodige aanpassing te doen in het promotiestelsel. ‘Je zag het draagvlak afbrokkelen’, zegt hij. ‘En het heeft geen zin om tegen windmolens te vechten.’

Verkeerd aangepakt

Ja, ook hij ontdekte dat twee soorten promovendi naast elkaar niet goed werkte. Maar de kern, dat een promovendus een student zou moeten zijn en geen werknemer – zoals dat in het buitenland vaak ook het geval is – daar staat hij nog steeds achter.

‘Dit is verkeerd aangepakt’, zegt hij. ‘Het experiment had geen duidelijk doel en er is te lang te veel onduidelijkheid geweest over de twee systemen.’

Dat het voor de promovendi fijn uitpakt, dat is helder. ‘Maar we moeten toch echt kijken naar de macroconsequenties. Een bursaal kost twee ton, een werknemer drie ton.’

En hoewel hij ook aangeeft dat financiële gevolgen op dit moment niet het grootste probleem zijn, is dat misschien tegelijk de moeilijkheid. Want financiële druk om het promotiestelsel te veranderen ontbreekt op dit moment. ‘Was die druk groter geweest, dan denk je sneller: kan dit anders? Kan dit goedkoper?’

Lees ook:

Engels