De PhD’er met zijn eigen oerwoud
‘Ik schreeuw niet van de daken dat ik aan natuurbehoud kom doen’
David Ekkers zag zijn burn-out totaal niet aankomen. Het was ’s avonds laat, hij zat in het lab op Zernike aan zijn promotieonderzoek te werken. ‘Muziekje erbij, eigenlijk best relaxed.’
Tot het mis ging. ‘Van het ene op het andere moment werd ik overvallen. Mijn hart ging bonken; een soort angstgevoel.’ Daarna reageerde zijn lichaam overal gestresst op: ‘Licht, geluid, drukke situaties.’
Drie jaar later gooit Ekkers het roer om en tekenen hij en zijn partner Marina Rillo – die net als hij evolutiebiologie studeerde aan de RUG – een koopcontract voor 231 hectare oerwoud in Rillo’s thuisland Brazilië.
Om de natuur te redden.
Diep van binnen
Je kunt er wel over praten dat het zo slecht gaat met de natuur, bedenkt hij, maar je kunt ook actie ondernemen. ‘Doen wat ik diep van binnen wil.’ Hij belooft zichzelf: ‘Ik laat me niet meer weerhouden door praktische problemen of de gedachte dat dit is niet waar ik voor bent opgeleid. Ik leef maar één keer.’
Als ik naar een vogelsoort vraag vertelt de dorpsoudste hoe ik hem klaar kan maken
En dus gaan ze. Vanaf São Paulo zo’n drieënhalf uur rijden, dan nog veertig kilometer over een semi-verharde weg – ‘sommige stukken zijn heel goed’ – en nog eens vijf over een onverharde weg. ‘Als het hard heeft geregend kunnen we daar niet overheen.’ En tot slot kruist het pad nog een riviertje dat bij hoogtij net te diep is voor de auto.
Maar dan, aan de overkant, komen ze aan op hun eigen stukje oerwoud (zie kaart), dat iets groter is dan het Zerniketerrein. ‘Overal om je heen zie je oorspronkelijk tropisch regenwoud’, schetst Ekkers. ‘Met palmen, lianen, orchideeën, bromelia’s en mangrove, plus toekans, slangen en gordeldieren: alle fauna die er zou moeten zijn.’
Natuurbescherming
Nilton, de opzichter die ze inmiddels hebben aangesteld, woont er al. Een man van 1.40 meter lang en 70 jaar oud. Hij is een soort dorpsoudste. ‘Hij geniet veel respect in het dorp’, zegt Ekkers, dus ze zullen er waarschijnlijk niet zomaar gaan stropen als hij er is.
Hoewel: van het concept natuurbescherming begrijpt Nilton nog weinig. ‘Als ik een vogel zie en Nilton vraag wat voor soort het is – hij weet echt heel af veel van de natuur daar – is het eerste wat hij vertelt hoe je hem klaar kunt maken. ‘Oh ja, die is ook lekker, zegt hij dan.’
De jacht is dan ook, naast de ontwikkeling van grote vastgoedprojecten, de grootste bedreiging voor het gebied, vertelt Ekkers. Zo vertelde Nilton hem doodleuk hoe je jaguars het beste kunt vangen: ‘Met een dood kalfje in een strik en dan moet je drie dagen wachten.’
Ekkers wil daarom ook aan educatie doen in de omgeving. De mensen vertellen dat hun natuur uniek is, dat ze moeten koesteren wat er nog is. En dat er nu al minder dieren zijn, zoals Nilton zelf al opmerkte. ‘Dat komt dus door het jagen, zeg ik dan.’
Niet dat Nilton op jaguars jaagt, zegt Ekkers vlug, want dat is streng verboden: het is een ernstig bedreigde diersoort. Maar het zette de bioloog wel met beide benen op de grond. Hij mag de jacht dan als probleem zien, de lokale bevolking vindt het blijkbaar doodnormaal.
Versnipperd
Het Atlantische regenwoud bestreek ooit de hele kust van het land. ‘Maar er is nu nog maar 12 procent van over’, zegt Ekkers, en slechts 7 procent bestaat uit grotere stukken. Daarom kozen hij en Rillo ook voor dit stuk regenwoud, op een strategische plek tussen land en zee. ‘Het is hier extreem biodivers, met diersoorten die nergens anders voorkomen. Daarom is er ook veel te winnen.’
De volgende stap is om er beschermd gebied van te maken. Want als dat eenmaal gelukt is, kan het volgens de wet niet teruggedraaid. Ekkers hoopt dat hij anderen ook zover krijgt om een stuk grond te kopen en het gebied zo uit te breiden. De vraag is alleen hoe, want niet iedereen heeft een Braziliaanse partner, zoals hij. En dan zijn de regels een stuk strenger.
Ook de nationale parken in Brazilië zijn erg versnipperd. Bovendien worden die onder het bewind van president Bolsonaro steeds meer gekort, zegt Ekkers. Jagers en houthakkers kunnen er rustig zeldzame dieren en planten weghalen. In de Amazone is het helemaal wildwest. Daar worden regelmatig activisten vermoord die de natuur proberen te redden.
In hun gebied is dat minder, zegt Ekkers. ‘Maar je moet niet van de daken schreeuwen dat je aan natuurbehoud komt doen. Tegen aanhangers van Bolsonaro benoem ik vooral dat ik het toerisme wil ontwikkelen. En dat er meer vis te vangen is als het ecosysteem weer gezond is. Ze houden erg van vissen.’
Muggen
De plannen zijn verder nog niet heel concreet, los van de bouw van een nieuw onderkomen op het land. Tot nu toe verbleven ze in een oud huisje dat er al stond. Toen corona in Brazilië toesloeg, zat Ekkers daar een tijd alleen. Afgesloten van de rest van de wereld schreef hij er aan zijn onderzoek, over de evolutie van het koolstofmetabolisme van kaasbacterieën.
Een bureau had hij aanvankelijk niet. ‘Dat heb ik in elkaar getimmerd van wat overgebleven hout.’ Internet was er af en toe. En het was er warm: 35 graden, met een volledig verzadigde luchtvochtigheid.
Ik werd wakker met stukjes van het rottende plafond op mijn gezicht
Het stikte er ook van de muggen, vertelt hij. ‘De hele tijd, overal.’ Maar ook horzels en twee andere soorten stekende beesten, die hem allemaal op verschillende momenten van de dag aanvielen. ‘Er zitten overal kieren, dus je houdt ze ook niet tegen. Je wordt, zeg maar, levend opgegeten.’ Anti-muggenspray werkt slechts een half uurtje. De enige remedie: ventilatoren.
Ook het dak was niet best meer. ‘Dan werd ik wakker met allemaal zooi op mijn gezicht van het rottende plafond. Soms ook met beestjes.’ Hij grinnikt. ‘Je kunt wel merken waarom er niet heel veel mensen wonen. Vrienden die kwamen helpen, trokken dat heel slecht. Maar het is een goeie rock bottom om mee te starten.’
Onderzoek
Hij pakt zijn petje af en wrijft met zijn hand over zijn kaalgeschoren schedel. Achter hem wurmt Rillo zich langs de stoel en de muur door het appartementje in Oldenburg, waar zij een postdoc doet aan de universiteit. Hun huis in Groningen verhuren ze. Ze leven sober. Zoveel mogelijk geld gaat naar hun project.
Want dat is nog zo’n praktisch probleem. Eén optie is om geld te verdienen in Nederland en dan af en toe naar Brazilië te gaan. Maar ze willen liever voor de universiteit in São Paulo onderzoek doen vanuit hun eigen oerwoud. Of voor de RUG. En dan het liefst over biodiversiteit. ‘Dat zou écht een droom zijn.’