Pontus Leander en zijn wereldwijde coronastudie
Hoe ver willen we gaan voor die ander?
Pontus Leander is dood- en doodmoe. Hij werkt de laatste weken zeker zestien uur per dag en slapen doet hij nauwelijks. En dat is niet alleen omdat zijn drie kleine kinderen smeken om aandacht en ook niet omdat hij zijn colleges gedragspsychologie plotseling online moet geven.
De hoofdschuldige is de enorme, waanzinnige operatie met de naam PsyCorona die hij de laatste twee weken op poten heeft gezet: een wereldwijd onderzoek naar de manier waarop mensen reageren op het coronavirus, terwíjl het zich verspreidt. En om dat goed te doen, komt hij er niet met honderd of duizend respondenten. Leander heeft er tienduizenden nodig, verspreid over de hele wereld.
Dus dat.
Motivatie
Het begon een paar weken geleden. Leander en zijn PhD-studenten deden een kleinschalig onderzoekje. Niets bijzonders. ‘We waren niet anders dan de rest van de wereld’, zegt hij. ‘We zagen de storm naderen aan de horizon, maar we begrepen niet werkelijk dat het ook ons zou raken. Maar toen, drie weken later, was het in één klap duidelijk: niet alleen moesten we dit onderzoek doen in relatie tot Covid-19, maar als we iets wilden doen waar de maatschappij ook nog iets aan zou hebben, dan moest dat op een ongekende schaal.’
We moesten dit onderzoek doen op een ongekende schaal
Doorgaans houdt Leander zich bezig met menselijk gedrag en wat er gebeurt als doelen of behoeftes in de knel komen. Worden mensen agressief, of gewelddadig? Zijn ze nog bereid om sociale normen te accepteren? Waarom reageert de één zus en de ander zo? Meestal richt hij zich daarbij op schietpartijen of high school shootings, dus hij is gewend aan het opzetten van snelle onderzoekjes wanneer een geschikte situatie zich voordoet.
Dus met die eerste, kleine studie, die hij startte na het verbod op handenschudden, wilde hij nagaan of angst, of bijvoorbeeld bepaalde opvattingen over immigranten of de regering, van invloed was op de bereidheid van mensen om zichzelf te isoleren.
‘Maar we beseften al snel dat zo’n onderzoekje alleen iets zou betekenen op academisch niveau’, zegt hij. En voor Leander was dat niet genoeg. Hij wilde – nee, hij moést – iets wezenlijks bijdragen.
Coronamoeheid
Want ‘flattening the curve’, zegt hij, is in essentie een probleem voor de gedragswetenschappen. Virologen kunnen speuren naar vaccins, epidemiologen kunnen voorspellingen doen, maar je hebt een gedragspsycholoog nodig om te weten of mensen zichzelf zullen isoleren en of ze dat zullen blíjven doen.
‘Mensen vinden het prima om zich op een bepaalde manier te gedragen als de crisis net is begonnen’, zegt hij. ‘Wanneer we allemaal bang zijn en opgewonden. Wanneer we dit allemaal met elkaar gaan doen en het gevoel van solidariteit in de lucht hangt. Maar er zijn voorspellingen die zeggen dat dit maanden kan duren. Misschien wel anderhalf jaar, afhankelijk van het succes van de maatregelen en de bereidheid van mensen om de adviezen op te volgen.’
Coronamoeheid zal sneller intreden dan we nu doorhebben, gelooft Leander, vooral in samenlevingen die vrijheid hoog in het vaandel hebben. Eerst was de vraag: hoeveel levens willen we opofferen om onze economie te beschermen? ‘Maar dat gaat veranderen naar: hoeveel vrijheid wil een individu opofferen om de levens te beschermen van mensen die hij of zij helemaal niet kent’, zegt hij. ‘Dáar lig ik ’s nachts van wakker. En dat is wat ons motiveert bij PsyCorona.’
Voorspellingen
Het is natuurlijk mogelijk dat deze hele toestand overwaait. Soort van, tenminste. ‘Dan mislukt ons onderzoek en dat is dan alleen maar goed.’
Maar de recente voorspellingen voor de VS zijn er ook nog. ‘Het aantal doden in de worstcasescenario’s is verbijsterend en angstaanjagend’, zegt Leander. ‘En wat gebeurt er als we niet in staat blijken het virus te stoppen door zelfisolatie? Kiezen we dan voor een andere aanpak en verliezen we individuele vrijheden en rechten? Of vinden we die belangrijker en accepteren we dat een pandemie nu eenmaal bij het leven hoort, en dat het verlies van geliefden de prijs is die we moeten betalen?’
Dit virus maalt niet om wat wíj willen, of wat sociaal wenselijk is
Leander vertikt het om die keuze zelfs maar in overweging te nemen. Hij wil helpen dat rampscenario te voorkomen door datgene te doen waar hij goed in is: de menselijke emotie bestuderen.
Om dit monster te verslaan, zegt hij, moeten we weten wat mensen denken en wat ze geloven. Want dat is wat hen beweegt. In een samenleving waarin mensen de regering niet vertrouwen, wordt het al snel problematisch wanneer die regering zegt: ‘Weet je wat? We gaan jouw vrijheden heel eventjes weghalen, hoor!’ Maar in een samenleving die transparantie en individuele besluitvorming hoog in het vaandel heeft, krijg je een ander probleem. Een teveel aan informatie kan mensen in de war brengen. En voor je het weet, lopen ze massaal op straat omdat ze denken: ik voel me oké, dus ik bén oké.
‘Maar we vechten tegen iets dat niet maalt om wat wij denken, wat we willen, wat beleefd is, gepast of menselijk. Het verspreidt zich gewoon. Dat is de koude, gevaarlijke realiteit. En daar moet elk van ons mee om zien te gaan, dat moeten we zien te begrijpen en mee leren leven.’
Onderbuik
Dus kijkt hij ook naar de onderbuik van de samenleving. ‘De dingen waar je in beleefd gezelschap gewoon niet over praat. Want die behoeften en gedragingen kunnen van belang zijn om te begrijpen waarom het virus zich op de ene plek wel verspreidt en op de andere juist niet. Of waar en wanneer het virus waarschijnlijk wordt afgeremd.’
Leander heeft informatie nodig op zowel individueel als maatschappelijk niveau. ‘Zodat we kunnen begrijpen wat we met elkaar delen als mensen, waar dan ook ter wereld. Welke behoeften en zorgen maken dat we niet doen wat nodig is om onszelf en onze samenleving te beschermen. Als we dat hebben aangewezen, kunnen we de oplossing vinden.’
Een maand in lockdown is veilig, maar onhoudbaar
Maar hij kan dat niet alleen. Dit onderzoek slaagt alleen als een gigantische hoeveelheid mensen van over de hele wereld bereid is te vertellen over hun emotionele toestand, de informatie die ze krijgen, hun bereidheid om richtlijnen te volgen, zichzelf te isoleren, en nog veel meer. En een deel van deze mensen moet dan ook nog bereid zijn deel te nemen aan wekelijkse vervolgvragen.
Andere landen
Het kleine team dat in Groningen begon is nu uitgebreid tot wel honderd wetenschappers in verschillende landen. Iedereen weet voor zijn eigen land immers het beste wat hij moet doen om het aantal respondenten te maximaliseren. Leander ging een samenwerking aan met de New York University in Abu Dhabi (NYU-AD). Er werd een website opgezet waar mensen een vragenlijst van twintig minuten kunnen invullen, en waar onderzoekers zo snel mogelijk informatie en resultaten zullen plaatsen.
‘We hopen dat over een paar weken te kunnen doen, zelfs als dat betekent dat het nog niet perfect is en we het later moeten aanpassen’, zegt Leander.
Hij hoopt bovendien snel de verspreidingscijfers van het virus toe te voegen. Op dit moment zijn er maar een paar landen die uitgebreid testen, dus is het moeilijk te voorspellen waar Covid-19 over een week zal pieken. ‘Maar als mensen weten dat die piek eraan komt, kunnen ze hun gedrag daar slim op aanpassen, in plaats van een maand lang in lockdown te gaan. Dat laatste is veilig, maar geen houdbare situatie.’
Met deze data kan hij bovendien beter uitzoeken welke mensen in welke gebieden er het beste in slagen om niet besmet te raken.
Zijden draadje
Gaat het hem lukken? Afgelopen weekend hing het onderzoek aan een zijden draadje. Er was een datalek dat IT-specialisten onmiddellijk moesten repareren, want anders moest het project stoppen. ‘Gelukkig sprongen mijn internationale partners bij en namen de vragenlijsten over’, zegt Leander. ‘Zonder hen zou het project mislukt zijn.’
Deze onderneming drijft op pure wilskracht
Nu werkt alles weer, hoewel Leander nog staat te trillen van de stress. ‘Deze hele onderneming zweeft een meter boven de werkelijkheid’, zegt hij. ‘Hij is tot stand gekomen door pure wilskracht van de deelnemende mensen. We houden het bij elkaar met touw en plakband, maar dit kaartenhuis kan elk moment instorten en dan is het voorbij.’
Een beetje subsidie zou prettig zijn, al was het maar zodat de hoofdonderzoekers iets rustiger aan kunnen doen en wat slaap kunnen inhalen. Maar hij wil het doen. Hij móet het doen. ‘We willen iets goeds doen voor de mensen die nu in gevaar zijn, of over zes maanden, door actuele verspreidingscijfers en actueel advies te verstrekken.’
Nu al zijn er vijftienduizend reacties binnengekomen, en het aantal respondenten neemt snel toe. ‘Precies waar ik op hoopte.’
Wil je bijdragen aan het PsyCorona-onderzoek? Je kunt de vragenlijst invullen op PsyCorona.org