Guido Leurs en het Afrikaanse voedselweb
Hoe de haai de wadvogel beschermt
Een jonge, ernstig bedreigde zwartkin-gitaarrog (Glaugostegus cemiculus) wordt vrijgelaten nadat deze is onderzocht (Bijagósarchipel, Guinee- Bissau). Foto Nadia Hijner
De modderige geur van slijk hangt in de lucht. Zijn voeten zakken diep weg in de zompige bagger. Verderop is het grauwe zand te zien dat achterbleef toen de zee zich uren geleden terugtrok. Maar de wind is niet nat en guur, zoals op het Wad. Haaienonderzoeker Guido Leurs werkt in West-Afrika.
Hij ging de zee in Zuid-Afrika al eens in om witte haaien te zien, zwom met Caribische rifhaaien en deed onderzoek naar hamerhaaien in de Bahama’s. Maar West-Afrika is anders: door de opstuivende modder heb je geen zicht in het water en is duiken onmogelijk. In plaats daarvan struint hij daarom de vismarkten af en gaat hij op jacht met de lokale vissers om te ontdekken wat er eigenlijk rondzwemt voor de kust van Guinee-Bissau.
En dat is hoognodig. Het lijkt er namelijk op dat Nederlandse wadvogels bedreigd worden door de voorliefde voor haaienvinnensoep in – met name – Aziatische landen. De haaien die hier in West-Afrika gevangen worden, zijn voor de internationale afzetmarkt.
Grote hamerhaai (Bimini, Bahamas). Fotograaf Guido Leurs
Fascinatie
Is Leurs een sensatiezoeker? Haaien kunnen immers flinke schade aanrichten. ‘Ik zocht altijd al het gevaar op. Ik was erdoor gefascineerd’, zegt Leurs. Niet voor niets wilde hij als kind altijd al een slang hebben.
‘De vonk sloeg over toen ik met mijn vader naar horrorklassiekers keek als Deep Blue Sea en Jaws’, vertelt hij. Hij dook de bibliotheek in en las alles wat hij kon vinden over haaien – en roggen, want daar is Leurs ook dol op. ‘Al snel leerde ik dat het beeld van de gevaarlijke haai niet klopt. Al is Sharknado is nog steeds wel een beetje mijn guilty pleasure.’
Ik vind het gek dat ze me hiervoor betalen
‘Haaien zijn dé roofdieren van de zee’, zegt Leurs, ‘perfect aangepast op de habitat waarin ze leven door honderden miljoenen jaren aan evolutie.’ En elke haai is anders, net zoals elke rog. Zo gebruiken hamerhaaien en gitaarroggen hun kop als metaaldetector en hebben koeneusroggen grote, gespierde kaken die gespecialiseerd zijn in het kraken van dikke schelpdieren. Er is veel onderzoek naar ze gedaan, maar tegelijk is er ook nog heel veel onbekend.
Dus besloot hij biologie te studeren om haaienonderzoeker te worden. En hoewel zijn docent hem met beide benen op de grond probeerde te krijgen door te zeggen dat die kans echt héél klein was, zette hij door. Nóg kan hij niet geloven dat het hem gelukt is. ‘Ik vind het gek dat ze me hiervoor betalen.’
Vistochten
In West-Afrika kan hij misschien niet duiken, zoals hij zo graag doet. Maar het onderzoek, zegt Leurs, is juist extra interessant. ‘Er is nog bijna niets bekend over de haaien- en roggensoorten in dit gebied. Het is echt een blind spot.’
Onderzoekers weten niet eens welke soorten in de getijdenzone leven, waardoor het ook moeilijk is om vast te stellen hoe ze eraan toe zijn. En dat betekent dat veel van Leurs’ werk heel basaal begint, zoals zijn tochten met de lokale vissers. ‘Zij kennen het gebied als geen ander’, zegt hij. ‘Ze weten precies waar wat te halen valt.’ Leurs vist dan zelf ook, waarna hij de vangsten onderzoekt en levend weer uitzet.
De vissers delen hun kennis graag met Leurs, die tenslotte niet de gemiddelde toerist is. Als ze maar hun werk kunnen doen, is alles goed. Dat begrijpt de onderzoeker: het is nou eenmaal hun bron van inkomsten.
Op de markten – tientallen kramen met droge en verse vis die uitwaaieren langs de stranden – speurt hij ook naar roggen. Niet alleen om de soorten en hun aantallen te inventariseren, maar ook om monsters te nemen voor analyse in het lab.
Snorkelend op de Bahamas als onderdeel van een onderzoeksproject naar het gedrag van deze haaien rondom duikers en zwemmers. Foto Amanda Nicholls
Wadvogels
Leurs werkt samen met wetenschappers van de universiteit van Aveiro in Portugal, die donsveertjes van wadvogels in het gebied afnemen voor hun eigen onderzoek naar de migratie en het dieet van de vogels. Want zijn doel is niet alleen om meer te weten te komen over de West-Afrikaanse haaien en roggen. Eigenlijk wil hij uitvinden welke rol zij spelen in een ingewikkeld voedselweb waar ook wadvogels en schelpdiertjes deel van uitmaken.
Sterker nog: het is – naast het onderzoeksinstituut NIOZ – een wadvogelfonds dat zijn onderzoek financiert. Maar wat hebben West-Afrikaanse haaien te maken met de Nederlandse drieteenstrandlopers?
De haaien- en roggensoorten in dit gebied vormen echt een blind spot
‘Nederlandse wadvogels overwinteren aan de West-Afrikaanse kust, in grote intergetijdegebieden, legt Leurs uit. ‘Bij laag tij pikken ze daar de schelpdiertjes uit het zand. Maar, vermoeden we, bij hoog tij eten roggen dezelfde schelpdiertjes.’
Die roggen worden op hun beurt weer gegeten door haaien. En zolang er niet te veel roggen rondzwemmen, zijn er genoeg schelpdiertjes voor iedereen.
Precies dáár denkt Leurs dat het misgaat. Want het lijkt er sterk op dat er wél veel te veel roggen zijn. En dat komt mogelijk weer doordat mensen dol zijn op haaien. Beter gezegd: op hun vlees.
‘Er zijn dus meer roggen die schelpdiertjes uit de bodem eten’, vertelt Leurs. De wadvogels kunnen daardoor ondervoed te raken, waardoor ze onvoldoende energie hebben om ’s zomers de weg terug naar Nederland af te leggen. ‘Dit verklaart mogelijk deels waarom het aantal wadvogels in de afgelopen decennia zo sterk afgenomen is’, zegt hij.
Isotopen
Maar honderd procent zeker weet Leurs dit nog niet. En dus neemt hij kleine monsters van vissenspierweefsel mee naar het lab, om ze – net als met de donsveertjes gebeurt in Portugal – te onderzoeken op atomen met een ongewoon gewicht: isotopen. En dan vooral op stikstof- en koolstofisotopen.
Van deze atomen bestaan verschillende varianten. Er is koolstof-12 en stikstof-14, de ‘standaard-atomen’ met respectievelijk twaalf en veertien deeltjes in de kern. Maar ze hebben zwaardere broertjes: koolstof-13 en stikstof-15. Die hebben dertien en vijftien kerndeeltjes.
Stikstof en koolstof hopen zich op in weefsel. Maar hoeveel je van elke isotoop hebt, is afhankelijk van je voedsel. Als het ene dier het andere eet, zie je diezelfde verhouding terug in de rover. Dus als de vogels en vissen een vergelijkbare isotopenverhouding hebben, toont dat aan dat ze dezelfde soort schelpdiertjes eten.
Caribische rijhaai op de Abaco’s, Bahamas op een zeegrasveld. Fotograaf Guido Leurs
Tussen zijn expedities door probeert Leurs de bevolking van Guinee-Bissau meer te vertellen over de gevaren van overbevissing. De haaien en roggen zijn waarschijnlijk de toproofdieren van het West-Afrikaanse wad en houden dus het hele voedselweb in toom, zegt Leurs. Ze schakelen de zieke en zwakke dieren uit, waardoor die niet de overhand kunnen krijgen. Haal je haaien en roggen weg, dan komen er te veel zieke dieren en zit vis eten er voor de mens uiteindelijk niet meer in.
‘We kunnen wel allerlei oplossingen verzinnen’, vertelt Leurs, ‘maar de overbevissing doorgaat en de habitat vernietigd wordt, is het dweilen met de kraan open.’
Haaien met de tanden bloot zijn echt altijd uitgelokt
Hij probeert ook de rest van de wereld te laten delen in zijn liefde voor haaien. Bijvoorbeeld door haaien- en roggensafari’s te organiseren bij de Azoren, maar ook door zijn Instagram vol te zetten met fantastische plaatjes van de vervaarlijke vissen.
Want elk onderwaterbeestje is mooi, maar haaien en roggen zijn toch wel de gaafste, vindt Leurs. Duiken in de onderwaterwereld en komen bovendrijven met een mooi kiekje, blijer kan je hem niet maken. En achter elke foto schuilt een verhaal dat hij maar al te graag vertelt. Zo wil hij ook het stereotype van Jaws de wereld uit helpen. ‘Ik plaats expres geen foto’s van haaien met de tanden bloot’, zegt Leurs. ‘Die dieren zijn echt altijd uitgelokt om ze er wat gehaaider uit te laten zien. Dat geeft een verkeerd beeld. Ik wil de wereld laten zien dat haaien te vaak verkeerd worden begrepen. Het zijn prachtige, gevoelige beesten.’