Zussen en broers van Aletta belicht
Hier zijn de Jacobsjes
Het waren stuk voor stuk boeiende personen, de broers en zussen van de bekende Groningse feministe Aletta Jacobs. Dat wil zeggen: vijf van de tien. Over de anderen kon schrijfster Inge de Wilde van het boek ‘Een sterke wilskracht’ te weinig informatie vinden, of ze waren stomweg ‘niet zo interessant’.
Eind jaren zeventig begon haar Jacobsliefde te bloeien. Ze werkte bij RUG-activiteitenorganisatie Studium Generale, toen ze erop werd gewezen dat het honderd jaar geleden was dat Aletta promoveerde. Ze schreef een boekje over Jacobs’ tijd in Groningen en zette een tentoonstelling op.
De Wilde ging grondig te werk: ze verdiepte zich flink in de materie en vroeg zelfs een brief van Jacobs aan minister Thorbecke op. ‘Ik was verrast wat je allemaal kunt vinden.’
Liefde voor Aletta
Het was de start van een uitgebreide hobby. De Wilde, aan de UvA afgestudeerd in Franse taal- en letterkunde, ontdekte haar grote voorliefde voor Aletta Jacobs en historisch onderzoek en dook als het even kon de archieven in. Zo stuitte ze op de broers en zussen van Jacobs.
‘Ik durf de stelling wel aan dat als Aletta er niet was geweest, de familie Jacobs toch zeer de moeite waard was om over te schrijven’, zegt De Wilde. Razend interessant dus, wil ze er maar mee zeggen.
Alle vijf gingen net als Aletta ambitieus en opvallend door het leven en waren zeer kleurrijk. Julius en Johan Rudolf gingen in dienst bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL). Eduard was de eerste joodse burgemeester van Nederland. Charlotte, de tweede afgestudeerde vrouw van Nederland, streed voor vrouwenkiesrecht en Frederika was het eerste meisje dat de hbs afrondde.
Vooruitstrevend
Ook voor die tijd – rond 1900 – is het volgens De Wilde zeer bijzonder dat een familie zoveel talent voorbrengt. ‘Dit relativeert misschien ook wel de bijzonderheid van Aletta.’ De Wilde heeft wel een verklaring voor het bijzondere gezin. ‘Vader Abraham Jacobs heeft een belangrijke rol gespeeld. Hij was een zeer vooruitstrevend politiek iemand en wilde zelf ook vooruit.’
Voor de opvoeding van zijn dochters speelde het lezen van John Stuart Mills Subjection of Women, een boek waarin de Engelse Mill opkomt voor vrouwenrechten, een belangrijke rol. ‘Hij werd daar zeer door gegrepen.’
Maar ook de joodse achtergrond van het gezin heeft volgens De Wilde veel invloed gehad. ‘Bij het joods zijn is ‘lernen’ grote traditie. Van oudsher vervulden ze alleen zelfstandige beroepen. Geld verdienen bij een gilde was niet mogelijk. Daar werden ze niet toegelaten, dus ze moesten echt hun eigen weg zoeken.’
Onzedelijk
Het boek bevat een aantal opvallende anekdotes. Zo is er het verhaal van Julius, die met een fles wijn naar een kraamvrouw ging, daar vervolgens zou zijn uitgegleden en in zijn val de dame onzedelijk zou hebben betast. Het incident leverde hem ontslag op als assistent bij een hoogleraar vanwege handelingen ‘in strijd met de kieschheid en betamelijkheid’.
De Wildes speurtocht leverde een aantal bijzondere ontdekkingen op. Een mooi verhaal bijvoorbeeld, dat niet is beschreven in het boek, is het verhaal over objecten in het archief van het etnografisch museum in Stockholm.
De Wilde ontdekte dat Julius Jacobs, die autodidactisch etnograaf was, een aantal voorwerpen had geschonken aan dat museum, maar dat ze in het archief te vinden waren als afkomstig van ‘dr. A. Jacobs’. Toegeschreven aan Julius’ beroemdere zus dus. ‘Ze hebben natuurlijk gegoogeld en kwamen haar tegen. Ze waren ook niet meteen door de knieën toen ik ze erop wees, maar het is nu aangepast.’
Vijf borden
Makkelijk was het schrijven van het boek niet, vindt De Wilde. ‘Het is moeilijk om vijf mensen tegelijk te onderzoeken. Je schaakt op vijf borden. In een eerdere fase heb ik geprobeerd om er één verhaal van te maken. Dat werkte niet, want dan zou de lezer het spoor bijster raken.’
Voorlopig is De Wilde even klaar met onderzoeken. Maar voorzichtig denkt ze al weer aan een nieuwe biografie over een journalist van rond 1900. De Jacobsen zijn in elk geval klaar. ‘Je kunt altijd verder gaan, maar het is goed zo.’