Ineens is het onderwijs digitaal
‘Goh! Het werkt eigenlijk best goed’
Docent gezondheidsrecht Birgit Toebes sliep niet heel lekker vorig weekend. Ze is, zoals ze zelf zegt, ‘een digibeet’ en bepaald niet handig met computers en online tools. Maar ook zij moest vorige week van het ene moment op het andere overschakelen naar online lesgeven. ‘Ik ben echt het hele weekend zenuwachtig geweest’, zegt ze.
Het eerste wat ze deed, toen ze hoorde dat de fysieke colleges geschrapt waren, was Nestor checken. Daar kwam ze er tot haar verrassing achter dat de middelen om online college te geven gewoon beschikbaar waren en klaar voor gebruik. Vervolgens ontdekte ze dat er mensen klaar zaten om haar te leren die tools te gebruiken. ‘Er was een oudere man die me er echt stap voor stap doorheen heeft gepraat’, zegt Toebes. ‘Hij had me echt wel door.’
Zwetende handjes
En zo zat Toebes afgelopen week met zwetende handjes achter de computer om een hoorcollege te geven waarbij ze normaal gesproken met een microfoon door de zaal zou lopen zodat studenten vragen konden stellen. Nu moest dat via de chat, zelfs al waren er maar tachtig van de ruim tweehonderd mensen die normaal in de zaal zitten aanwezig.
Ik ben echt het hele weekend zenuwachtig geweest
‘Maar eigenlijk’, zegt ze, ‘ging het gewoon heel erg goed.’ De studenten waren tevreden en er was veel interactie. Sterker nog, de drempel om vragen te stellen leek zelfs lager dan normaal.
Over de hele universiteit maakten studenten en docenten de overstap naar online onderwijs. Voor sommigen was er weinig nieuws onder de zon. ‘Ik had de tools al wel eerder gebruikt’, zegt docent accounting Derk-Jan Heslinga. ‘Maar er was geen noodzaak.’ Voor andere docenten was het een enorme uitdaging. Maar iedereen ontdekte: er kan veel meer dan we in de gaten hadden.
Kritisch
Jennifer Spenader, universitair docent language and cognition bij kunstmatige intelligentie, bijvoorbeeld. Haar eerste college, een dag na de aankondiging, zei ze af. Voor het volgende volgde ze eerst het webinar van het CIT en liet ze zich coachen door haar collega Malvin Gattinger. ‘Hij had heel nuttige tips. Zoals: zorg dat er een student-assistent bij is. Als studenten vragen stellen via de chat, kan dat je heel erg afleiden als je aan het praten bent. Maar de student-assistent kan je dan onderbreken en een kort gesprekje voeren.’
Haar college ging goed, al is ze kritisch over haar eigen prestaties. ‘Ik ben heel erg enthousiast en druk. Normaal gesproken loop ik rond in de ruimte en maak ik grapjes, maar nu kun je gewoon niet op dezelfde manier communiceren ’, zegt ze.
Even wennen
Toch was ze blij verrast door alle mogelijkheden die de RUG al voorhanden heeft. Het ‘discussion board’ bijvoorbeeld, waarop studenten vragen kunnen stellen. Een handige tool, die ze vast en zeker zal blijven gebruiken. Ook maakte ze kennis met nieuwe mogelijkheden om opdrachten te uploaden en zelfs na te kijken. Dat zou haar student-assistenten in de toekomst wel eens flink wat werk kunnen besparen, vermoedt ze.
Zelfs hoogleraar farmacie Eelko Hak – altijd een tegenstander van het opnemen van colleges – constateerde: de techniek is goed genoeg. Hij bereidde zich grondig voor met hulp van Nestorsupport, deed een test en vermoedt nu dat dit technieken zijn die we later, als de coronacrisis voorbij is, prima kunnen gebruiken. ‘Voor studenten van buiten biedt het absoluut mogelijkheden’, denkt hij.
De professor zat in een andere map, dus misten we een half uur van het college
Gedwongen door het coronavirus ontdekken docenten massaal de tools die Nestor soms al een eeuwigheid geleden ter beschikking stelde. Maar tegelijk moeten de studenten er ook aan geloven. Dat kan even wennen zijn, vertelt student technische bedrijfskunde Ruben Heinsbroek. ‘We gebruiken Blackboard Collaborate, maar er stonden twee mapjes. We zaten met zeventig man in de verkeerde map en pas na een half uur kwam iemand erachter dat de professor in een andere map zat. Dat was best jammer, want we hadden best wat van het college gemist.’
Het is niet ideaal, zegt hij. ‘In mijn studie wordt veel uitgelegd via een bord met krijt. Dat werd nu niet gedaan. Voor studies als die van mij, waarbij je veel dingen moet berekenen, is het lastiger online.’ Maar toch waardeert hij wat er gebeurt. ‘Ik vind het chill dat het in ieder geval doorgaat. Ze hadden ook gewoon powerpoints online kunnen zetten en zeggen dat we het zelf moeten doen.’
Laagdrempelig
Veel andere colleges lopen minstens zo soepel als toen alle studenten nog gewoon in de collegezaal zaten. ‘Soms is er wel eens een hapering’, zegt Laura Wielaert, een van de farmaciestudenten van Eelco Hak. ‘Maar dat is maar heel af en toe. En je leert meer. Het is laagdrempeliger om een vraag te stellen.’
‘Het werkt goed’, beaamt student media studies Iza Valkema. ‘Af en toe viel de stem van mijn docent weg, maar dat was niet storend. Ik denk wel dat ik dezelfde hoeveelheid leer als in een gewone les.’
En hoewel er heel veel nadelen zijn aan deze vorm van lesgeven, zien zowel docenten als studenten ook de voordelen. ‘De chatfunctie heeft charme’, vindt Hak. ‘Je krijgt direct feedback als je te snel gaat.’
‘Ik zet screencaptures van de berekening die ik maak achter elkaar in een soort film en laat die zien’, zegt Heslinga. ‘Zo kun je synchroon en asynchroon leren heel mooi combineren.’
‘Ik kan me voorstellen dat ik later korte video’s ga maken’, zegt Spenader. ‘Over onderwerpen die mensen ingewikkeld vinden. Dat werkt misschien wel.’
Vanuit je bed
Studenten zelf zijn blij dat ze colleges kunnen terugkijken: eindelijk is er geen verzet meer tegen het online beschikbaar stellen van lesstof. Je kunt ze gewoon vanuit je bed volgen en vragen stellen gaat niet alleen gemakkelijker, maar veel studenten voelen zich ook minder bezwaard om ze te stellen. ‘In een collegezaal moet je echt je hand opsteken en ligt de hele zaal plat. Helemaal als je met 150 man bent. Het valt nu minder op, ook als je bang bent dat je misschien iets doms zegt’, vertelt Laura.
In de chat valt het minder op als je iets doms zegt
Toch zijn er ook zorgen. Want hoeveel studenten volgen de colleges nu echt? Toebes’ college zou ruim tweehonderd man moeten hebben, maar op het online college waren er maar tachtig. Dat van Hak 240; online verscheen maar de helft. Misschien kijkt de andere helft het college online terug, maar het kan ook maar zo zijn dat veel studenten afhaken. ‘Ik maak me daar echt zorgen om’, zegt Toebes. ‘Hoe hou je de jonge mensen aan boord?’
Practicumcolleges kunnen al helemaal niet worden gegeven. Hoe die later moeten worden ingehaald, weet nog niemand. Studenten én docenten maken zich massaal zorgen over hoe tentamens op een goede manier ingevuld moeten worden. ‘De hele situatie is vreemd en onzeker’, zegt student rechten en Midden-Oostenstudies Nine van den Wijngaard.
Iets biologisch
En uiteindelijk zit iedereen te wachten op het moment dat ze weer gewoon college kunnen geven, of volgen. ‘In mijn les laat ik een video zien over taalverwerving’, vertelt Spenader. ‘Daarin spreekt iemand Mandarijn tegen Amerikaanse baby’s via een tv. Maar de baby’s leren geen Mandarijn. Pas als de persoon echt fysiek aanwezig is bij de babies, leren ze de taal.’
Ze is er dan ook van overtuigd dat online lessen de fysieke colleges nooit kunnen vervangen. ‘Als je online lesgeeft, ontbreekt er iets essentieels, iets biologisch waardoor mensen echt leren.’