Waarom het expat-leven soms zo ellendig is
De expat-blues
Ik was gewaarschuwd.
Toen ik naar Groningen kwam met twee kleine kinderen in mijn kielzog, vertelden doorgewinterde expats dat het wel eens een tijdje kon duren voordat ik me echt thuis voelde. ‘Je weet niet hoe je het hier vindt, tot er minstens een jaar voorbij is’, waarschuwde mijn buurman. ‘Rond die tijd denk je misschien dat je bent gewend, maar dan slaan de blues toe. Neem geen belangrijke beslissingen, tot je daar doorheen bent.’
Ik haalde mijn schouders erover op. Enkele jaren daarvoor was ik verhuisd van Texas naar Toronto. Dát was pas een schok. Dit was op alle punten eenvoudiger, niet in het minst vanwege de verrassende efficiëntie van de Nederlandse overheid en de charme van Groningse leven. Het sneeuwt hier zelfs bijna niet. Hoe erg kon het zijn?
Maar een jaar en enkele maanden later – ik had een nieuwe baan die ik leuk vond, mijn kinderen voelden zich thuis op school en werden in hoog tempo tweetalig, en ik reed met veel plezier op mijn tweedehands fiets door straatjes die nog altijd veel weg hadden van een filmset – toen ontdekte ik tot mijn verbazing, dat ik er maar niet van kon genieten. Ik was constant ziek. Ik verlangde naar mijn mensen. Ik verlangde ernaar om ergens thuis te horen. En ik had nauwelijks nog vertrouwen dat ik ooit fatsoenlijk Nederlands zou leren. En ik voelde me schuldig over alles.
Daar waren ze dus: de blues.
Aanpassingen
De aanpassingscurve van een expat lijkt op een achtbaan, blijkt uit onderzoek. De toppen zijn hoog: in die wittebroodsweken lijkt het leven één grote vakantie. Alles is Instagramwaardig. Je neemt zelfs foto’s van straatklinkers.
Ik verlangde naar mijn mensen. Ik verlangde ernaar om ergens thuis te horen.
Maar vervolgens nemen de meeste mensen een duikvlucht richting een cultuurshock, waarin de dalen écht diep zijn: je omgeving voelt vijandig aan en kleine tegenvallers voelen als een ramp. Waarom is het hier zo moeilijk om woonruimte te vinden? Hoe krijg ik mijn nieuwe dokter zover om een recept uit te schrijven? Waarom zitten er koude aardappelen in de salade? Waarom is iedereen hier zo verdomde diréct?
Als je dan eindelijk uit je dip klautert en je gevoel voor humor hervindt, wil je natuurlijk dolgraag geloven dat je aanpassing alleen nog maar een opwaartse lijn zal vertonen. Maar de ervaren RUG-expats weten die achtbaan dan nog lang niet aan het eind is.
Voorspelbaar
Op de lange termijn is aanpassing namelijk niet zo gemakkelijk te voorspellen, zegt Beth Yoder, een interculturele trainer aan de RUG, die kort geleden vanuit Dubai naar Groningen kwam. ‘Er spelen twee belangrijke aspecten mee. Beide voorspellen geluk: de fase waarin je je de cultuur eigen maakt – wat gemakkelijker te voorspellen valt en voornamelijk in het eerste jaar gebeurt – en de psychologische fase, die van persoon tot persoon verschilt en een complete herwaardering van je identiteit met zich meebrengt, in relatie tot de nieuwe cultuur.
De expat-stress komt bovenop de stress die iedereen voelt en die uit zich op verschillende manieren: een verzwakt immuunsysteem, vergeetachtigheid, angst, slapeloosheid, depressie. ‘Allemaal klassieke symptomen van cultuurshock op de lange termijn.’
Toen PhD-student Aurora Signorazzi uit Italië naar Groningen kwam als uitwisselingsstudent, vond ze alles ‘nieuw en opwindend’. Ze verwachtte dat het leven ongeveer hetzelfde zou zijn toen ze terugkeerde voor haar PhD.
Overgang
Maar niets bleek minder waar. Na de eerste drukte waarin ze ‘alles vanaf het begin af moest leren: alleen zijn, de taal leren, uitzoeken hoe je boodschappen moest doen’, belandde ze diep in de put. ‘Al die nieuwe moeilijke dingen, werden normale moeilijke dingen. Ik verwachtte niet dat de overgang zo lastig zou zijn. Ik heb mijn leven zo ingewikkeld gemaakt, denk je. En waarvoor? Was het het waard?’
Ik heb mijn leven zo moeilijk gemaakt. En waarvoor?
Voor Tyas Dyah, een PhD-student uit Indonesië, werd de stress een depressie. In het tweede jaar van haar master maakte ze zich al zorgen over haar scriptie, over geld, het vinden van een baan. Ze probeerde bovendien Nederlands te leren en te sparen voor een verblijfsvergunning. Maar het allergste: ze was heel erg alleen. ‘Een paar keer wilde ik alles achter me laten en gewoon naar huis gaan.’
Ze hoopte dat een PhD-plek zou helpen. ‘Maar ik bleef in de put zitten. Ik wilde de hele dag in bed blijven. Elke dag dag kwam ik thuis uit mijn werk en wilde ik gewoon doodgaan.’ Het kostte Tyas twee jaar om de blues achter zich te laten. ‘Maar ze gingen voorbij. Later ontdekte ik dat ik niet de enige was. Dat het normaal is om je een beetje verschrikkelijk te voelen.’
Lastige dingen
De Canadese psycholoog Jeremy Burman daarentegen, dacht dat hij goed was voorbereid op zijn leven in het buitenland. Toen hij in Groningen kwam, enkele maanden eerder dan zijn vrouw, wist hij wat hij kon verwachten. ‘Ik had twee jaar in Genève gewoond – en dat was een behoorlijk lastige ervaring. Ik beschouwde die tijd als oefening voor Groningen: al die lastige dingen waarmee je moet dealen, wanneer je je nieuwe leven onder de knie krijgt, daar had ik al eerder mee gedeald.’
Hij wist dat hij vrienden moest maken om zich op de lange termijn goed te voelen. Hij wilde voorwerk doen voor zijn vrouw door een kant-en-klare gemeenschap op te bouwen voor wanneer zij hier kwam. ‘Dus ik begon mensen te verzamelen die me deden denken aan thuis. Ik ging op zoek naar mensen met een Canadees accent.’
Het was maar goed dat hij zoveel energie had gestoken in het maken van vrienden. Hij zou ze een jaar later nog nodig hebben. Want toen hij terugkeerde naar Toronto om zijn vrouw op te halen, vertelde ze hem dat hun huwelijk voorbij was.
Steun
Burman denkt dat meereizende partners de grootste klap krijgen. ‘Je weet wat ze zeggen – “it takes a village to raise a child?” – nou, er is een hele faculteit nodig om een internationale medewerker groot te brengen. Er wordt enorm in ons geïnvesteerd door een afdeling die er veel belang bij heeft dat we ons hier thuis voelen. Maar onze partners krijgen niet half zo veel steun.’
Zijn hele leven stortte in, behalve zijn werk, zegt hij. ‘Ik had de ideale baan – wat dat betreft heb ik de loterij gewonnen. Maar de prijs ervoor was mijn leven.’
Je denkt dat alles in orde komt, als je jezelf er maar overheen kan zetten
Wanneer expats vertellen over de blues, hoor je steeds hetzelfde. ‘Ik weet best dat het hier fantastisch is. Ik ben dankbaar voor (vul maar in: mijn baan, de gezondheidszorg, de werk-privébalans, fietsen, wat dan ook). Ik weet dat ik geluk heb gehad.’
Schuldgevoel
Het schuldgevoel is misschien nog wel het allermoeilijkste. ‘Ik was stomverbaasd dat ik me zo beroerd voelde’, zegt Signorazzi. ‘Waarom voel ik me zo verdrietig? Ik zou moeten genieten!’
Internationals hebben bovendien de neiging om in stilte te lijden, omdat ze hun ellende als een persoonlijk falen zien. Alsof je beter voelen te maken heeft met harder zijn, je beter aanpassen, dankbaarder zijn. ‘Het is echt lastig om het gevoel te hebben dat niemand je snapt en dat jíj het probleem bent’, zegt de Amerikaanse Jamie Snow, die voor de Faculteit Economie en Bedrijfskunde werkt. ‘Je denkt dat als je jezelf er maar overheen kon zetten, alles in orde zou zijn.’
‘Het is moeilijk om erover te praten’, beaamt Signorazzi. ‘Niemand wil over zoiets beginnen op een feestje of zo. Niemand wil zeggen: “Oh ja, vorig jaar voelde ik me echt ellendig!”’
De blues uitgelegd
De expat-blues te lijf
De expat-blues zijn doodnormaal, zegt Beth Yoder, interculturele trainer aan de RUG. Het is precies de reden dat haar baan überhaupt bestaat. ‘De malaise die je voelt is normaal. Het ligt niet aan jou! Het goede nieuws, is dat je eroverheen kunt komen.’
Yoder waarschuwt wel tegen ongezonde coping-strategieën, zoals te veel drinken, te veel werken, of jezelf isoleren. Dat zijn slechte oplossingen die op de lange duur een serieus probleem kunnen gaan vormen. ‘Je begint met jezelf wat ruimte te geven’, zegt ze.
Dus, wat kun je eraan doen?
1. Praat erover
Zoek een expat die jouw taal spreekt, en met wie je eerlijk kunt praten. Maar hou in de gaten: expats vertrekken weer. ‘En die cyclus van altijd weer afscheid nemen gaat je niet in de koude kleren zitten. Dus probeer ook aansluiting te vinden bij een gemeenschap die niet alleen uit expats bestaat. Dan ga je voelen dat dit niet zomaar een vreemde stad is, maar je thuis’, zegt Aurora Signorazzi.
2. Ontsnap
Verhalen kunnen een goede manier zijn om de blues te ontsnappen, zegt Jamie Snow. ‘Soms begraaf ik me in boeken of tv-series. Dan leef ik door anderen. Maar het gevaar is dat je je na afloop nog eenzamer en nog geïsoleerder voelt dan daarvoor.’
Dat zijn de momenten waarop ze haar huis verlaat en letterlijk vlucht voor haar gevoelens. ‘Ik ga lange stukken hardlopen, ik ga naar yoga, ik bel een vriend. Ik leid mezelf af. En wacht tot het overgaat.’
3. Neem een huisdier
Burman’s blues verdwenen toen hij zijn kat vanuit Toronto naar Groningen haalde. Plotseling was zijn lege appartement zijn thuis. ‘Ik zeg niet dat iedereen meteen een kat in huis moet halen, maar voor mij werkte het. Het is echt fijn om iemand te hebben die altijd en zonder enige reserve blij is wanneer je thuis komt. We hebben een fantastische zomer gehad met zijn tweeën.’
4. Geef niet op
Veel expats raken ontmoedigd wanneer ze merken dat het langer gaat duren om Nederlands te leren dan ze dachten. ‘Na twee jaar kan ik net koffie bestellen’, lacht Burman.
Het wordt extra moeilijk wanneer je in een Nederlandssprekende omgeving werkt, waar je voortdurend geconfronteerd wordt met je eigen onbekwaamheid. ‘Leven in een andere cultuur roept zo veel vragen op over jezelf’, zegt Yoder. ‘Het tast je identiteit als een bekwaam mens aan. Maar geef niet op. Als het even kan, blijf minstens twee jaar op een plek voordat je ervoor kiest om je biezen te pakken.’