Hoe je activist wordt in het buitenland
Een stem, een doel, een beweging
Louis Sandiford had nooit gedacht dat hij woordvoerder zou worden voor ontevreden internationale studenten. Maar toen de masterstudent Energy and Climate law werd geconfronteerd met de problemen met huisvesting, uitbuiting van studenten, en slechte woonomstandigheden aan de Suikerlaan, zat hij ineens in de voorhoede van een gevecht tegen projectontwikkelaar Rizoem.
‘Iedereen klaagde, maar niemand deed iets’, herinnert hij zich. ‘Dus uiteindelijk heb ik ze maar gebeld.’
Sandiford kwam voor zijn droomstudie vanuit Groot-Brittannië naar Groningen, maar de kamernood en andere problemen waar internationals tegenaan lopen, prikkelden hem om op de barricaden te springen. ‘Ik ging eerst naar Rizoem omdat we problemen hadden met de huurcontracten. En later nog eens, toen de dag van verhuizing werd uitgesteld. Maar het was niet makkelijk om een goede relatie met hen op te bouwen.’
Confrontatie
Hij is een van de vele internationale studenten die in Groningen in het centrum van activistische en politieke actie belanden. Vertrek uit hun geboorteland geeft studenten een frisse blik op de wereld, hun land en hun eigen principes. Dan begeven ze zich in de politiek, sluiten zich aan bij politieke partijen en actiegroepen, zowel binnen als buiten de RUG. Voor hen is er meer in het leven dan het volgen van de studie waar ze zich voor opgegeven hebben. Het gaat ook om het vinden van een stem, een doel en een beweging.
Door Sandifords probleemoplossende instelling kwam hij soms lijnrecht tegenover zijn huisbaas te staan. ‘Ik wilde niemand op de tenen trappen, ik wilde gewoon dat de zaken geregeld waren. Maar dat is lastig als mensen steeds de confrontatie zoeken.’
Gefrustreerd
Hij en 248 andere studenten wonen inmiddels aan de Suikerlaan, maar de connecties die Sandiford heeft opgedaan, zijn nog steeds handig wanneer er nieuwe problemen opduiken. ‘Laatst was het water afgesloten. We konden ‘s ochtends niet douchen, iedereen was gefrustreerd. Ik heb Rizoem een e-mail gestuurd. Het kostte ze twee dagen om iets te antwoorden in de trant van: “We vonden dat het water niet lang genoeg afgesloten was om jullie erover in te lichten.”’
Volgens mij moet je het een grondrecht noemen om ergens te kunnen wonen, geen geluk
Sandiford vindt dat de universiteit hem en zijn medestudenten al het zware werk heeft laten doen wat betreft hun rechten aan de Suikerlaan. Dat zette hem aan het denken. ‘Ze zeiden dat ik mazzel had dat ik een woning had. Maar wat betekent dat nog, mazzel? We horen al constant dat we in onze handjes mogen knijpen dat we naar de universiteit kunnen. Nu geldt dat ook voor ergens kunnen wonen. Volgens mij moet je dat een grondrecht noemen, geen geluk.’
Ultrarechts
Voor de Duitse Malin Menzel, die internationale betrekkingen studeert, was haar komst naar Groningen ook een katalysator voor politiek activisme. Daar zat ze, achter haar laptop; beelden van een gewelddadige demonstratie spatten van haar scherm. Een ultrarechtse actiegroep uit Duitsland was de straat opgegaan om te protesteren tegen immigratie, nadat een man zou zijn vermoord door Syrische immigranten. Menzel verstijfde van angst. Herhaalde de geschiedenis zich? Wat kon ze doen?
‘Ik heb me zo lang hulpeloos gevoeld over de opkomst van AfD-stemmers (Alternative für Deutschland – red)’, zegt ze. Maar haar komst naar Groningen gaf haar de ruimte die ze nodig had om het politieke landschap in haar land en verder in Europa te evalueren. Ze besefte dat ze zich niet hulpeloos hoefde te voelen. Ze kon activist worden.
‘Ik kon gewoon niet klagen en niets doen’, zegt ze. Ze had een doel gevonden: vechten tegen opkomend nationalisme. Maar om te kunnen vechten moest ze eerst de ring in. ‘Ik dacht erover om me aan te sluiten bij een Nederlandse politieke partij, maar zonder Nederlands te spreken was dat geen doen. Toen vond ik Volt, een pan-Europese partij die tegen populistische partijen in Europa is.’
Afwachten
Volt, dat nog maar twee jaar oud is, is transnationaal en pro-Europese Unie (EU). Het leek dus perfect voor een jonge politieke activist die een duidelijk verschil wil maken. ‘Elk lid kan meewerken aan het beleid en meehelpen om invloed uit te oefenen op EU-beleid op lokaal niveau’, zegt Menzel.
Ik merkte dat jonge mensen echt een verschil kunnen maken.
Volt zegt niet rechts of links georiënteerd te zijn. De politieke waarden van de partij gaan over gelijke rechten, rechtvaardigheid, waardigheid en solidariteit. De beweging wordt inmiddels door meer dan 15.000 mensen in Europa ondersteund. In 32 landen zijn groepen ontstaan en in tien daarvan ook een officiële politieke partij, waaronder Nederland. Het doel is om een partij te worden in elk land in Europa. ‘Onze eerste prioriteit zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019. En, als we eenmaal voldoende basis hebben in het Europees Parlement, inzetten op lokaal en nationaal niveau.’
Deze ervaring heeft Menzel hoopvoller en misschien zelfs sterker gemaakt. ‘Ik merkte dat jonge mensen echt een verschil kunnen maken. We hoeven niet toe te kijken en af te wachten.’
Witte mannen
De Britse student medicijnen Kimberly Crossley ontdekte ook dat één student iets kan doen om de wereld te veranderen. In 2015 zat ze als eerstejaars in een propvolle collegezaal te luisteren naar experts die uitlegden wat de toekomst van de geneeskunde was. Toen ze om zich heen keek naar haar medestudenten, zag ze het: ‘We zaten in een zaal met meer dan honderd studenten – vooral vrouwen. Maar het college werd gegeven door witte mannen van middelbare leeftijd.’
Was ze de enige die zich daaraan stoorde? Ze vroeg rond. ‘Ik was zeker niet de enige’, zegt ze. ‘We zaten allemaal met hetzelfde, maar niemand zei er iets over.’
Ze besloot dat dat anders moest. – en dat was het begin van Groningen Feminist Network (GFN). ‘Vanaf dat moment spraken we geregeld met geneeskundestudenten af in Het Concerthuis. Niet lang daarna was het daar te klein.’
Veilige plek
Crossley creëerde een veilige plek voor studenten die feminisme wilden onderzoeken, en zo begon ze een beweging. Toen meer en meer studenten van meer en meer faculteiten zich aansloten, wist Crossley dat ze gelijk had: mensen hebben een plek nodig om te praten en van elkaar te leren.
Die avond veranderde alles; het gaf de activist in mij hoop
Crossley was al politiek bewust voordat ze naar Groningen kwam. Maar hoewel ze betrokken was bij andere feministische groepen in Engeland, was ze nooit echt een leider. De avond dat haar inspanningen effect begonnen te krijgen, herinnert ze zich levendig. ´Die avond veranderde alles; het gaf de activist in mij hoop’, zegt ze.
Met vrienden organiseerde ze een knutselavond, waar iedereen borden en t-shirts beschilderde met grappige feministische slogans. Terwij ze bezig was, zag ze een zooitje ongeregeld samenkomen tot het begin van een beweging. ‘Mensen maakte enthousiast plannen en spuiden ideeën voor een gezamenlijk doel. Ik was zo dankbaar. Ik had de hele weg naar huis een glimlach op mijn gezicht.’
Women’s march
Inmiddels zijn enkele honderden studenten lid van het Groningen Feminist Network. De beweging komt wekelijks bijeen voor discussies en voor bijeenkomsten, om zelf spullen te maken, er is een boekenclub en er zijn zelfs breigroepen. Ze organiseerden ook een Let’s Talk about Sex!-campagne en hielpen een vrouwenmars te organiseren in Groningen.
Crossley is in september afgetreden als voorzitter, maar ze blijft lid en blijft werk verzetten voor de gemeenschap. ‘Ik heb het idee dat ik iets positiefs heb bereikt. Dit is mijn nalatenschap.
De standaard veranderen
Als je als student in een nieuw land gaat wonen, kan alles veranderen. Bovenal: je eigen perspectief op wat oké is en wat niet, zegt Martijn van Zomeren, adjunct-hoogleraar sociale psychologie aan de RUG. ‘Een tijd in het buitenland kan invloed hebben op de sociale vergelijkingen die je maakt, en op jouw opvatting van rechtvaardigheid.’
Je verlaat een land waar je sociaal gezien in het voordeel bent omdat je er thuishoort: je kent de taal en weet de weg in alle normen en waarden. Maar dan beland je in een land waar je misschien een outsider bent, waar je hard moet werken om te communiceren en waar je minder kansen en mogelijkheden lijkt te hebben dan je klasgenoten die er wél geboren zijn.
Het is misschien moeilijk te geloven, maar een concept dat zo vast lijkt te staan als ‘rechtvaardigheid’ kan al veranderen door een landsgrens over te gaan. Dat is te wijten aan iets dat ‘relatieve deprivatie’ heet, zegt Van Zomeren. ‘Ervaren dat jij slechter af bent dan anderen, gebaseerd op subjectieve criteria.’
Als studenten ineens in een nadelige positie terechtkomen, waarin ze minder mogelijkheden hebben – voor huisvesting, representatie of politieke invloed – kunnen ze ‘zich bewust worden van de dubbele standaarden in een vreemd land.’ En vervolgens proberen ze te veranderen wat niet juist lijkt.