Zo dealen onderzoekers met de coronacrisis
De Grote Sluiting
Het was flink schrikken voor Simon Verhulst en zijn promovendus Merijn Driessen. Het tweetal – maar Driessen natuurlijk vooral – doet nu al jaren onderzoek naar veroudering en het immuunsysteem. Driessen wil weten of alle onderdelen van het immuunsysteem tegelijk verouderen, of dat sommige misschien sneller gaan dan anderen.
Hij doet dit onderzoek door ongeveer 170 zebravinkjes te volgen in verschillende volières bij de Linnaeusborg. Sommigen moeten hard werken voor hun eten, anderen leven een easy life. En ieder jaar in maart en september neemt hij bloedmonsters. Hoe staat het met hun antilichamen? Hun bacterial killing essay? Maar toen, vrijwel op het moment dat hij de halfjaarlijkse én laatste monstering zou beginnen, kwam die mail. ‘On Sunday evening, March 15, all buildings of the University will be closed from March 16 to April 10, except for vital activities.’
Zonder deze data zou ik een groot probleem hebben
‘Ik maakte me behoorlijke zorgen’, bekent hij. ‘Dit was het hoogtepunt van mijn onderzoek. Zonder deze data zou ik een groot probleem hebben.’ Sterker nog: waarschijnlijk zijn over een half jaar de meeste van ‘zijn’ zebravinkjes dood – ze worden niet ouder dan een jaar of drie.
‘Experiments cannot continue’, stond er in de mail, ‘except for long-term experiments that have already been initiated and cannot be interrupted.’
Lakmoesproef
De vraag was natuurlijk: was zijn experiment belangrijk genoeg? Zou hij toestemming krijgen om toch het gebouw in te gaan?
Samen met Verhulst nam Driessen contact op met wetenschappelijk directeur Ton Groothuis van GELIFES. Er werd druk heen en weer gemaild. Waarom was het zo belangrijk? Konden deze data echt niet op een ander moment worden verzameld?
Voor Verhulst was de afhandeling een ‘lakmoesproef’. ‘Zijn ze in staat om maatwerk te leveren? Ik hoop dat ze de tijd en rust nemen om goede afwegingen te maken, maar als je heel veel verzoeken krijgt, is de verleiding is natuurlijk groot een algemeen verbod aan te houden.’
Maar in de middag kwam de verlossende mail. Driessen mag vijf maal de dierfaciliteit in om bloedmonsters af te nemen. Hij moet zich aanpassen – hij moet veertig in plaats van zestien vogels per keer monsteren. Daardoor is het tijdstip van bloedafname niet meer exact hetzelfde. ‘Maar het vermoeden is dat dit niet zoveel uitmaakt als we aanvankelijk dachten.’
Ook zal hij één immuuncomponent missen, waarvoor hij elke dag op het lab zou moeten zijn. Maar de overige data zijn voldoende en zijn proefschrift is gered.
Ideale randvoorwaarden
Het is alle hens aan dek voor onderzoekers aan de RUG. Terwijl ze nog volop bezig waren om te bedenken hoe ze het onderwijs op afstand vorm moesten geven, kwam zondagavond de volgende dreun. Wegens het gevaar van besmetting door het coronavirus moesten alle gebouwen van de RUG dicht.
Op faculteiten als die van rechten, letteren of ruimtelijke wetenschappen is dat in veel gevallen goed te doen. Promovenda bij ruimtelijke wetenschappen Fieke Visser rende nog naar de Mediamarkt om snel een computer aan te schaffen om thuis te kunnen werken. ‘Ik hoop dat ik later toestemming krijg dat uit mijn onderzoeksbudget te halen.’
Ik ben thuis, lees artikelen, zet nieuwe dingen op poten
Onderzoeker en docent Matthijs van Wolferen van rechten ziet zelfs wel een zekere charme in de situatie. ‘Ik ben thuis, lees artikelen, zet nieuwe dingen op poten. Even puur op juridisch onderzoek en productiviteit gericht: erg prima. Let wel, ideale randvoorwaarden zijn van toepassing. Iedereen die ik liefheb is gezond en ik heb met iedereen digitaal contact.’
Maar bij de Faculty of Science and Engineering is het lastiger. Net als voor medicijnen of gedrags- en maatschappijwetenschappen.
Experimenten stilgelegd
AGOR, de deeltjesversneller op het KVI-Cart, staat stil. De operateurs de normaal gesproken in ploegendienst werken om hem 24 uur per dag aan de praat te houden, zijn naar huis gestuurd. ‘We hadden natuurlijk experimenten gepland’, zegt Emiel de Graaf. Hij houdt zich bezig met protonenradiografie, een imaging techniek. ‘Vorige week had een aantal promovendi uit Oldenburg al afgezegd, omdat ze niet mochten uitreizen vanwege corona. Maar nu zijn ook de experimenten voor eigen promovendi en commerciële activiteiten stilgelegd.’
Het zal dringen worden als straks alles weer wordt opgestart. Want de cyclotron draait continu, dus je kunt geen afgelast experiment in een rustiger periode later doen. Maar het is niet anders. ‘Ik heb vandaag mijn spullen opgehaald’, zegt De Graaf. ‘We trekken dingen naar voren: het schrijven van artikelen bijvoorbeeld. En we doen meer met simulaties. Maar onze bachelorstudenten doen ook vaak onderzoek met de ‘bundel’ om hun eigen data te verzamelen. Die zullen nu theoretisch moeten werken, dus dat is heel jammer.’
Ook de experimenten en de bouw van de deeltjesvertrager van fysicus Steven Hoekstra zijn tot stilstand gekomen. ‘Het enige wat we kunnen doen is computersimulaties doen en artikelen schrijven’, zegt ook hij. Het is lastig, natuurlijk, maar er gaat niets stuk en er is tijd. ‘Onze atomen en moleculen zijn geduldig.’
Tweede keer
Insectenonderzoeker Leo Beukeboom moet zelfs voor de tweede keer in heel korte tijd dealen met een sluiting. De sluiting van de Linnaeusborg voor de aanleg van ventilatiesystemen, vorige maand, had hem eerder al enkele insectenpopulaties gekost, waardoor promovendi vertraging opliepen. ‘Ik was net bezig met een brief aan de faculteit daarover.’
Ik was net bezig met een brief aan de faculteit over de vorige sluiting
Nu begint het circus weer van voor af aan. ‘Nou ja’, zegt hij. ‘Het was een goede oefening. Deze keer mogen er wel mensen in om de populaties te onderhouden. We maken nu een rotatieschema en zorgen dat er niet meer dan twee mensen in de ruimte komen.’ Voordeel is dat de verwarming en ventilatie deze keer aan blijven. ‘Dat was waarschijnlijk het probleem bij de vorige sluiting.’
Toch kwam de mail van het college van bestuur niet geheel onverwacht. Verschillende onderzoekers hadden al geanticipeerd op sluiting. Hoekstra en zijn postdoc bespraken de mogelijkheid al op woensdag. ‘”Zorg dat je je data bij de hand houdt en je logboek beschikbaar hebt”, zeiden we tegen elkaar. En we hebben het experiment in een nette toestand achtergelaten. Normaal gaat alles in vacuüm, dus je wilt dan niet dat er nog pompen openstaan of zo.’
Voorbereid
Engineer Mónica Acuautla Meneses zegt dat mensen al druk bezig waren met het maken van updates en voorbereidingen voor flexibel werken. ‘En we waren bezig projecten aan te passen, zodat de studenten aan het werk konden blijven.’
Onderzoeksondersteuner Jacob Jolij van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen besefte ook al dat de verscherpte richtlijnen van het RIVM niet meer uitvoerbaar waren in de labs. ‘Bij een EEG-experiment bijvoorbeeld, zitten mensen heel dicht bij elkaar en aan elkaar te frunniken. Dat moet nu natuurlijk niet.’
Hij en zijn collega’s zijn voornamelijk aan de slag om onderzoekers en studenten te ondersteunen om nog zoveel mogelijk wél te doen. Een fikse puzzel, want rond deze tijd doen studenten experimenten voor hun bachelor en mastertheses: respectievelijk zeshonderd en tweehonderd stuks. Allemaal mensen die hij nu moet proberen te helpen om hun onderzoek desnoods online te doen. Want dat kan nog wel.
Begrip
Ondertussen draaiden de uitleenbalies overuren. Demand manager Pieter Zandbergen van GMW kon nog een man of twaalf gelukkig maken met een leen-laptop. Hij hielp mensen met beeldschermen naar huis slepen, verschafte verbindingskabeltjes. Maar maandagmiddag moest hij toch ‘nee’ verkopen.
Het goede nieuws? Mensen begrijpen dit. Vrijwel iedereen is blij met de communicatie en ondersteuning die vanuit de RUG geboden wordt. ‘Ze hebben blijkbaar geleerd van de vorige keer’, denkt Beukeboom. ‘De communicatie vanuit de RUG is heel goed’, vindt ook microbioloog Dirk-Jan Scheffers. ‘Ze zijn echt behulpzaam. Ze sturen ons dagelijks updates met informatie’, vertelt engineer Acuautla Meneses.
Jolij: ‘Iedereen snapt dat je hierop niet voorbereid kunt zijn.’