Anda Kerkhoven en de Tweede Wereldoorlog
De angsthaas en de heldin
Ben ik mooi klaar mee.
Mijn redacteur vroeg me een artikel te schrijven over Anda Kerkhoven. ‘Maak er een persoonlijk verhaal van’ zei ze. ‘Die Anda was een studente, net als jij. Maar ze werd doodgeschoten door de Duitsers in 1945, omdat ze in het verzet zat. Probeer een soort connectie met haar te maken.’
‘Leuk’, zei ik nog. ‘Ga ik doen.’
En dat dacht ik echt. Want ze was inderdaad een boeiend iemand, als je het zo hoort. Ze studeerde aanvankelijk geneeskunde in Batavia. Maar omdat ze tegen dierproeven was, kwam ze in 1938 naar Groningen. Hier was dat namelijk niet verplicht. Ze was een overtuigd pacifiste en schreef daar veel over in Der Clercke Cronike, een soort voorloper van de Universiteitskrant. Toen de oorlog kwam, sloot ze zich aan bij het verzet.
Ze hielp bij het maken van vervalsingen en het verspreiden van distributiebonnen en identiteitsbewijzen. In 1944 werd ze gearresteerd, gemarteld in het Scholtenhuis aan de Grote Markt – de plek waar tot voor kort het pand van Vindicat stond. En op 19 maart 1945 werd ze doodgeschoten door de Sicherheitsdienst.
Indrukwekkend natuurlijk. Logisch dat zo iemand nu deel uitmaakt van een tentoonstelling in het Scheepvaartmuseum. Dat ze verwerkt is in de glas-in-loodramen van het Academiegebouw. Dat ze is begraven op het Nationale Ereveld in Loenen.
Dus zo moeilijk moet het niet zijn om een stuk over haar te schrijven.
Moralistisch statement
Maar nu blader ik door een exemplaar van Der Clercke Cronike uit 1939 en lees een bijdrage van Anda.
‘Geen tyran zal mij kunnen dwingen, hem te gehoorzamen maar evenmin om moreel zelfmoord te plegen door tegen hem of zijn slaven strijdmethoden te gebruiken die ik verafschuw (…) Met pacifistische verdediging blijft het vaderland ten minste gespaard.’
‘Poeh, wat een ernstig en moralistisch statement voor in een universiteitsblad’, denk ik terwijl ik de ingezonden brief De Verdediging van Anda Kerkhoven lees. ‘Geen tyran zou mij kunnen dwingen?’ Ik vind het nogal wat. ‘Moreel zelfmoord plegen?’
Maar ze schreef deze brief in een tijd dat de wereld totaal anders was, realiseer ik me dan. Hitler was Polen net binnen gevallen, toen zij dit schreef. De Kristallnacht was een jaar eerder gebeurd. Joden vluchtten de grens over en ook Nederland was bang voor een oorlog. En Anda schreef vol overtuiging dat ze niet van plan was zich door een tiran te laten dwingen.
Die tiran was echt.
En dan vraag ik het me af: zou ik dat ook zo stellig durven beweren? Nu? Wat als ik in Turkije woonde, zou ik mij dan verzetten tegen Erdogan? Als Russisch was, zou ik mij uitspreken tegen Poetin? Ik weet haast wel zeker van niet, angsthaas dat ik ben. En over ‘moreel zelfmoord plegen’ hoef ik me al helemaal niet druk te maken. Ik vraag me af of ik überhaupt idealen heb die me dat waard zijn.
Zwarte Piet
Vrijheid misschien? Gelijkheid? Vrijheid van meningsuiting? Ja, best belangrijk, maar die zijn wel een beetje standaard. Ik ben geen vegetariër of milieuactivist, laat staan dat ik ervoor zou willen sterven. Met Zwarte Piet heb ik wel een beetje moeite – die kan eigenlijk echt niet meer. En ik zeg er ook heus wel wat van, als het onderwerp ter sprake komt. Maar ervoor strijden met gevaar voor eigen leven? Ik dacht het niet.
Maar deze teksten zijn geschreven door een 20-jarige studente. Een meisje dat net als ik studeerde aan de RUG. Dat net als ik in Groningen woonde. Die door dezelfde straten liep als ik nu. Hoe moet ik me met haar levensverhaal ‘verbinden’, zoals mijn redacteur vraagt? Al snel kom ik tot de conclusie: ik had niet meer van haar kunnen verschillen.
Neem nou haar keuze om naar Groningen te verhuizen, omdat ze tegen dierproeven was. Alles liet ze achter zich en ze begon helemaal opnieuw in een stad waar ze niemand kende. Behoorlijk dapper, als je het mij vraagt. Zo ver zou ik niet gaan voor mijn principes. Dan maar even m’n ogen dicht knijpen en verstand op nul, zodat ik mijn opleiding gewoon kan afronden.
Doortrokken van idealisme
Anda was doortrokken van idealisme. Zo had ze een enorme liefde voor dieren en de natuur, en was streng vegetariër. Haar vurige overtuigingen – en getinte huidskleur – maakten haar een vreemde eend in de bijt. Mensen noemden haar zelfs een stoorzender. Maar Anda ging door. Ze bleef maar die brieven schrijven bijvoorbeeld, aan Der Clercke Cronike.
De laatste keer dat ík me ergens voor heb ingezet, was toen ik meeliep in de fakkeltocht in Groningen tegen de gaswinning, en zelfs dat was voornamelijk om m’n moeder te vergezellen. En in tegenstelling tot Anda ben ik constant bezig met wat anderen van me vinden.
Een ongemakkelijk gevoel bekruipt me. Ja, ik heb respect voor Anda’s idealen en overtuigingen. Veel zelfs. Tegelijkertijd betrap ik mijzelf erop het gevoel te hebben me te moeten schamen, omdat ik zelf niet zo idealistisch in elkaar zit.
Ik zoek plekken op die veel voor haar hebben betekend. De Ranitzstraat bijvoorbeeld in Helpman, waar Anda in haar studententijd woonde. Waarschijnlijk heeft ze hier, op haar kamertje, zo ijverig al die brieven zitten schrijven.
Doodnormaal
Ik zie een doodnormaal huis, in een doodnormale wijk. Met een gezellig hofje voor de deur en kinderen die buiten spelen. Het lijkt het mij geen straf om hier op kamers te zitten. Maar dan valt mijn oog op de kleine gedenksteen voor het huis: ‘Hier woonde Anda Kerkhoven. Vermoord: 19.3.1945’. Het is meteen weer pijnlijk duidelijk: Anda’s leven was alles behalve ‘doodnormaal’.
Het raakt me. Even. Maar het gevoel blijft maar een kort hangen en ik ga ik weer over tot de orde van de dag. Maar dan beland ik op de Grote Markt, waar in de oorlog het Scholtenhuis nog stond. Het huis dat ooit toebehoorde aan de bekende negentiende-eeuwse industrieel was in de oorlog het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst en is nu de plek waar het Groninger Forum verrijst.
Een interactieve website – die behoorlijk binnenkomt overigens – laat zien wat er zich hier voor vreselijks heeft afgespeeld. Daar waar nu allerlei bouwvakkers hard aan het werk zijn, vonden in de oorlog gruwelijke martelingen plaats. Ook Anda werd hier eindeloos ondervraagd, nadat ze was opgepakt voor haar verzetswerk. Ook hier had ik geen idee van. En ja, nu ik weet wat er hier zich allemaal heeft afgespeeld, kijk ik toch een beetje anders naar deze plek.
‘De schoften’
Maar zelfs in het Quintusbos, het natuurgebied bij Glimmen waar Anda uiteindelijk werd doodgeschoten, blijf ik het moeilijk vinden om die gebeurtenis voor mij te zien. Tot er een oudere vrouw naar mij toe komt. Of ik een idee heb wie Anda Kerkhoven is? Als ik uitleg dat een artikel over haar schrijf, lijkt ze blij verrast. Ze vertelt aangeslagen over hoe Anda hier in 1945 is vermoord: ‘De Duitsers hebben haar hier losgelaten en gezegd dat ze even vrij rond mocht lopen. Vervolgens hebben ze haar uit het niets doodgeschoten. De schoften.’
Nu pas komt het echt binnen. Heeft deze vrouw zelf de oorlog meegemaakt? Heef ze er mensen door verloren? Eindelijk wordt het wat tastbaarder. Voelbaar.
En toch. Ik voel waardering voor haar. Bewondering voor haar. Maar die echte verbinding maken – 75 jaar na haar dood – blijft moeilijk. Omdat we totaal verschillend zijn, ja. Maar misschien wel het meest, omdat we in verschillende werelden leven. En ik kan die van haar niet meer bereiken.
Het verhaal van Anda Kerkhoven maakt deel uit van de tentoonstelling ‘Voortdurend Verzet. Wat zou jij doen?’ die 30 maart van start gaat in het Noordelijk Scheepvaartmuseum.
Anda Kerkhoven
10-04-1919
Geboren in Frankrijk, groeide op in voormalig Nederlands-Indië
1938
Verhuisd naar Groningen om te studeren aan de Rijksuniversiteit
1939
Schreef haar brief De Verdediging in Der Clercke Cronike
1942
Sloot zich aan bij verzetsgroep De Groot
1944
Opgepakt door de Sicherheitsdienst en gemarteld in het Scholtenhuis
1945
Vermoord door de Sicherheitsdienst in het Quintosbos bij Glimmen