De strijd van Laura Batstra
Dat kind is anders? Nou en?
Klassenfeestjes.nl
Laura Batstra en de Zuidhornse muziekleraar Wim Venema startten samen het project klassenfeestjes.nl. Het project helpt ouders om feestjes te organiseren voor de hele klas, onder het motto ‘Geen kind buiten de boot.’
Veel ouders denken dat zo’n klassenfeest heel duur is, ontdekte Batstra. Maar zo’n feestje organiseer je al voor enkele tientjes. Zeker sinds – vooral in Groningen – diverse organisaties gratis ruimtes ter beschikking hebben gesteld.
Ook zijn ouders bang dat ze 25 tot dertig kinderen moeilijk kunnen vermaken. Batstra en Venema schreven daarom een gratis beschikbare handleiding met tips en tricks om het feest tot een succes te maken.
Meer weten? Kijk op www.klassenfeestjes.nl
‘Wat goed dat je dit doet’, zeggen mensen vaak tegen Laura Batstra. ‘Wat fantastisch, dat je je zo inzet.’
Kijk, dáár wordt ze nou ongemakkelijk van. Het zou immers normaal moeten zijn dat je een beetje aan een ander denkt. ‘Waarom moet dat meteen als bijzonder worden neergezet?’
In dit geval ging het om de zoon van een collega bij pedagogiek. Die collega is een poos geleden overleden. De jongen is zeventien, laagbegaafd en is gediagnosticeerd met ADHD en een autistische stoornis. Hij komt regelmatig bij Batstra logeren. Dat is deels om de vader van de jongen te ontlasten, maar ze heeft hem ook gewoon graag over de vloer. ‘Het is een schat van een jongen’, zegt ze. ‘Zo’n opmerking doet ook af aan die jongen. Het is geen offer!’
Dát is Laura Batstra.
Protserig
Broodnuchter, hartstikke betrokken en vastbesloten om haar steentje bij te dragen aan een samenleving zoals zij die graag zou zien. Eentje waarin mensen die net een beetje afwijken van de norm, niet worden buitengesloten of geproblematiseerd. En waarin het normaal is om elkaar een beetje te helpen. ‘Daar hoef je niet protserig over te doen’, zegt ze.
Vier jaar geleden was het, dat ze de knuppel in het hoenderhok gooide met haar boek Hoe voorkom je ADHD? Door de diagnose niet te stellen. Het zijn niet de kinderen, die alsmaar drukker worden, stelde ze toen. Het is de samenleving die de drukte niet meer aankan en reageert door te medicaliseren. ‘Door de immense druk op overbelaste leerkrachten en ouders, worden bijzondere kinderen als probleem ervaren.’
Bijzondere kinderen worden als een probleem ervaren
En zeg niet ‘zij heeft makkelijk praten’, want ze weet er alles van. Vijf kinderen heeft ze intussen en de zesde is onderweg. ‘Pittige kinderen’, zegt ze. ‘Er zit een kop op.’ Dus nee, ze zijn niet kneedbaar, niet stuurbaar. En het hele pakket aan mogelijke stoornissen is door de leerkrachten al op haar afgevuurd. ADD, ADHD, PDD-NOS, dyslexie en ook nog hoogbegaafd. Maar Batstra is er de vrouw niet naar, om ze met een diagnose op te zadelen. ‘Mijn zoon houdt niet van lezen’, zegt ze. ‘Hij scoort beneden die eeuwige Cito-grafiekjes. Maar hij wil net als zijn oom timmerman worden en heeft daar geen behoefte aan.’ Hij is prima, zoals hij is, vindt ze. Lekker laten zijn.
Diagnose
Drie jaar geleden liet ze opnieuw van zich horen. Toen was ze initiatiefnemer van het Festival Apaart, waarin dichters, muzikanten en wetenschappers samen een pleidooi hielden voor het andere, het afwijkende. De boodschap is hetzelfde: moeten we nu werkelijk alles en iedereen die boven of onder de norm scoort een diagnose geven? Medicijnen? Of moeten we datgene wat anders is gewoon omarmen, omdat het erbij hoort?
En nu is er dan het klassenfeestproject, waarbij Batstra – samen met partner-in-crime, muziekleraar Willem Venema – ouders aanspoort om op het verjaardagsfeestje van hun kind niet een select groepje, maar eens een keer de hele klas uit te nodigen. Want in elke klas zijn ze er: de kinderen die niet of maar zelden mogen komen. Die te lastig zijn, te vreemd of – ook dat komt voor – gewoon vergeten worden, omdat niemand ze ziet. ‘Die sociale uitsluiting en voortdurende afwijzing, als je niet doorsnee bent’, zegt ze. ‘Dat zorgt echt voor onbeschrijflijk leed.’
Kritiseren
Haar eigen kinderen vielen gelukkig nooit zo buiten de groep. Maar ze hebben vriendjes waarbij ze het wel zag gebeuren. En uit de tijd dat ze nog in een psychiatrische kliniek werkte met ouders van ADHD-kinderen, kent ze het ook. ‘Ouders van makkelijke kinderen zijn sneller geneigd te bekritiseren, dan de helpende hand te bieden.’
Ik was bepaald niet bang om een potje te vechten
Maar Batstra vertikt dat. Ze zwemt al haar hele leven tegen de stroom in. Vroeger al, op de basisschool was er een meisje, Annie. Het gezin had weinig geld, weet ze nog. En andere kinderen zeiden dat ze vlooien had. ‘Ik was het meisje dat dan naast haar ging zitten. Uit medelijden, misschien, maar misschien ook uit een soort opstandigheid.’
Waar dat vandaan komt? Ze komt uit een rood nest, dat zal er vast iets mee te maken hebben. De sociale bewogenheid zat er al vroeg in. En bang om zelf gepest te worden, was ze nooit. ‘Ik ben altijd lang geweest’, lacht ze. ‘En balstjurrig. Ik was bepaald niet bang om een potje te vechten.’
Eigen gebroed
Maar belangrijker dan de vraag waar haar bewogenheid vandaan komt, is die andere vraag. ‘Hoe komt het toch dat veel andere mensen zoveel met zichzelf en hun eigen gebroed bezig zijn, en zo weinig oog lijken te hebben voor anderen en andermans kinderen?’
Die houding levert immers weinig fraais op. Zelf organiseerde ze ooit een verjaardagsfeestje voor haar zoon in het buurthuis, waarbij heel groep drie was uitgenodigd. Gewoon, omdat het haar op dat moment leuk leek. En er was dat ene kind, dat ze nooit meer vergat. ‘Het was een meisje uit zo’n achtergesteld gezin’, weet ze nog. ‘Helemaal blij! Het was de eerste keer dat ze een uitnodiging kreeg.’
De herinnering is haar altijd bijgebleven en speelt nu een belangrijke rol in het klassenfeestproject. Want ouders en de maatschappij, kunnen helpen om dit soort uitsluiting te voorkomen. Bijvoorbeeld door zo’n feestje, waar iedereen mag komen en dat bovendien de zwakkere kinderen een kans geeft om aansluiting te vinden.
Frictie melden
Ze schrikt soms van de manier waarop andere ouders op ‘moeilijke’ kinderen reageren. Hard en overbeschermend, noemt ze dat. ‘Dan horen ze dat een bepaald kind op een feestje komt en dan zeggen ze: “Dan komt de mijne niet, want die wordt door haar gepest.” Maar zo’n ander kind heeft vaak ook een moeilijke achtergrond. Ik zeg altijd: “Geen kind is een klier voor haar plezier.”’
Stelselmatige uitsluiting kun je niet zomaar wegwuiven
Eventuele frictie melden vindt ze logisch. Dan kun je een extra oogje in het zeil houden. Maar in veel gevallen is er vrij weinig aan de hand. ‘Dan hebben ze iets lelijks gezegd of zo.’
Of ze zeggen dat kinderen moeten leren om te gaan met teleurstelling. Helemaal waar, vindt Batstra. ‘Maar stelselmatig uitsluiting is andere koek. Dat kun je niet zomaar wegwuiven.’
Tegenwicht
Batstra zelf grijpt incidenten liever aan om het haar kinderen in gesprek te gaan. ‘Ik kies voor de omgekeerde aanpak. Mijn dochter heeft een vriendinnetje dat moeilijk is. Als zij langskomt moet ik héél goed opletten. Maar ik prijs mijn dochter voor het feit dat ze haar wel uitnodigt. Ook als het eens lastig gaat. Als je kinderen al vroeg leert dat iedereen erbij hoort, ook de pestkoppen, ook de kinderen die moeilijk contact maken, als dát normaal wordt, dan is dat toch prachtig?’
Ze wil een tegenwicht bieden tegen een samenleving waarin mensen zichzelf zien als een levensproject. Waarin iedereen zichzelf en zijn kinderen optimaliseert, maar waarin de zorg voor de ander minder wordt gestimuleerd.
De klassenfeesten zijn een middel, maar ook de gesprekken met haar kinderen, haar blogs, alles. Zorg voor de ander gééft ook energie, wil ze zeggen. Het is leuk en maakt tevreden. ‘In de tijd die je besteedt aan je yoga, de sportschool, of mindfulness, kun je ook een bejaarde in een rolstoel – die anders nauwelijks buiten komt – voortduwen. Dat werkt net zo goed, misschien wel beter.’