Hoe komt je uit een ingewikkeld en langdurig conflict als dat van Israël en de Palestijnen? Niet door grote gebaren, weet columnist Gerrit Breeuwsma.
Ruim twee weken zijn verstreken sinds pro-Palestijnse actievoerders het tentenkamp op het Harmonieplein hebben ingericht; al die tijd is het me niet gelukt om te achterhalen wie hier nu iets mee opschiet.
Er zijn eisen gesteld – banden met universiteiten in Israël moeten worden verbroken – maar die zullen vast niet worden ingewilligd. Maar zelfs al worden ze verbroken – wat de actievoerders ongetwijfeld als een overwinning zullen zien – wat is er dan daadwerkelijk gewonnen?
Ik vermoed dat de meeste actievoerders zich ergens links op het politieke spectrum plaatsen, maar vrees dat vooral (extreem)rechts er garen bij spint. Als het niet tragisch was, zou je het ironisch kunnen noemen dat de retoriek van beide extremen – in hun afkeer van politiek en pers – vaak zo sterk op elkaar lijkt dat het soms nog verdraaid lastig is om beide groepen uit elkaar te houden.
Als de acties bij de komende Europese verkiezingen bijdragen aan de verrechtsing in Europa, is dat dan ‘winst’? Ja, maar ik vrees voor Poetin en zijn Europese vazallen. Niet alleen wakkert het conflict in Gaza en Israël de verdeeldheid in de Europese gemeenschap aan, ook leidt de politieke onrust af van de oorlog in Oekraïne, en kan het de bereidheid om Oekraïne in de oorlog te steunen doen afnemen.
Linkse en rechtse retoriek lijken zo op elkaar dat het vaak lastig is ze uit elkaar te houden
Ondertussen neemt het aantal slachtoffers in Gaza iedere dag schrikbarend toe en lijkt Netanyahu er niet aan te denken om in te binden.
Om niet helemaal in moedeloosheid te verzinken, ga ik dan maar te rade bij mensen die ik voor verstandig houd, zoals de Israëlische schrijver David Grossman, auteur van indrukwekkende romans en verhalen, maar ook iemand die zich regelmatig heeft gebogen over de conflicten tussen Israël en de Palestijnen.
In zijn boek – Leven en schrijven in tijden van oorlog – zijn lezingen en essays uit de periode tussen 2006 en 2016 gebundeld. Al lezende valt meteen op hoe de recente gebeurtenissen in ‘het slechtste geval’ een extreme herhaling zijn van wat al vele malen heeft plaatsgevonden. Elk conflict werkt als olie op het vuur van het ‘hermetisch fanatisme’ aan beide kanten.
Grossman beschuldigt Hamas van een pertinente onwil om te onderhandelen, liever houdt het over de ruggen van de Palestijnen heen de terreur in stand. Tegelijkertijd laat hij geen spaan heel van Netanyahu, terwijl hij over Israël schrijft dat het ‘in verbazend korte tijd, [is] afgezakt […] tot een harteloze wreedheid jegens al wie zwak is, arm of noodlijdend’.
Juist in die kleine gebaren ligt de mogelijkheid van een toenadering
Grossman schrijft zijn kritische stukken niet vanuit de luxepositie van zijn werkkamer, maar heeft de gevolgen van het conflict aan den lijve ondervonden toen zijn zoon op 12 augustus 2006 gedood werd in Libanon, twee dagen voor een overeengekomen wapenstilstand.
Het heeft een enorme impact op hem en zijn gezin, maar het heeft hem niet verbitterd gemaakt. Sindsdien blijft hij erop hameren dat er een beroep moet worden gedaan op gematigde Palestijnen – hij benadrukt dat hun lijden moet worden erkend en verlicht – en op zachte krachten in Israël.
Hij heeft daarbij een scherp oog voor de kleine gebaren die er soms, over en weer, in de richting van de tegenpartij worden gedaan en vindt dat die met beide handen aangegrepen moeten worden. Juist in die kleine gebaren ligt de mogelijkheid van een toenadering, zo meent hij.
Hamas en politici als Netanyahu zijn echter meer van het grote gebaar en dat is helaas ook meteen wat fanatieke activisten met hen gemeen hebben.
Eigenlijk zou er in iedere regering plaats moeten zijn voor een ministerie van kleine gebaren, fantaseerde ik nog wat door. Ik ben echter bang dat daar in het beoogde eerste kabinet-Wilders geen plek voor is.
GERRIT BREEUWSMA