Er komt voorlopig geen nieuwe hoogleraar Friese Taal en Cultuur aan de RUG. Goffe Jensma, die onlangs met emeritaat ging, wordt opgevolgd door universitair docent Anne Merkuur. Zij blijft daarnaast ook werken bij onderzoeksinstituut de Fryske Akademy.
De benoeming is opmerkelijk. In december vorig jaar was er immers nog een conflict tussen de provincie Fryslân en de RUG. De provincie eiste toen een volwaardige positie van de Friese taal en cultuur aan de RUG. Ook wilde ze inspraak bij de aanstelling van een nieuwe hoogleraar. De RUG weigerde echter pertinent alle inmenging, zelfs toen de provincie dreigde de jaarlijkse subsidie van 220.000 euro ergens anders heen te brengen.
Maar nu lijken alle plooien gladgestreken. Zelfs al is met Merkuur – voor het eerst sinds 1941 – geen nieuwe hoogleraar als opvolger benoemd, maar ‘slechts’ een universitair docent.
Tevreden
‘Met de aanstelling investeren we niet alleen in talent op het gebied van de Frisistiek, maar ook in de samenwerking met onze belangrijkste Friese kennispartner’, zegt decaan Thony Visser van letteren. ‘Zo geven we op een toekomstbestendige wijze invulling aan onze verantwoordelijkheid voor de bestudering van de Friese taal en cultuur.’
Ook de Friese gedeputeerde Sietske Poepjes reageert tevreden. ‘De provincie is blij dat er nu een goede basis is gelegd voor de Frisistiek; zowel de academische kant van het onderwijs als het onderzoek met betrekking tot het Fries.’
Merkuur – die precies een jaar geleden promoveerde op werkwoordsvervoegingen in het Fries – voldeed niet aan de criteria voor een nieuwe hoogleraar. Daarom krijgt ze de komende tijd de kans om meer ervaring op te doen, waarna opnieuw zal worden geworven. Joana da Silveira Duarte van Minorities and Multilingualism neemt intussen de leiddinggevende taken van Jensma waar. Ook komt er een haalbaarheidsonderzoek voor universitair en post-academisch onderwijs op het gebied van Friese taal en cultuur.
Teleurgesteld
Jensma zelf is teleurgesteld. Hij vroeg de laatste maanden regelmatig aandacht voor de steeds zwakker wordende positie van het Fries aan de RUG, ‘maar mijn waarschuwingen hebben niet geholpen’, zegt hij.
Hij noemt de procedure ‘niet in de haak’. De sollicitatiecommissie was immers op zoek naar een hoogleraar en heeft die niet gevonden. ‘Hier is iemand uit het veld geplukt en die wordt benoemd zonder dat er een commissie voor was. Dat is een soort onbevlekte ontvangenis en concurrentievervalsing bovendien. Voor zo’n functie komen immers veel meer frisisten in aanmerking.’
Wat hem echter nog veel meer dwars zit, is dat de benoeming een opmaat lijkt voor de verdere verbreding van het onderwijs van het Fries. Sinds 2012 heeft het Fries geen zelfstandige opleiding meer, maar is het enkel nog mogelijk een specialisatie te kiezen binnen de opleiding Minorities and Multilingualism. Op dit moment zijn er slechts twee studenten die daarvoor hebben gekozen.
Afkalving
Jensma vreest verdere afkalving van de tweede rijkstaal, die bovendien een beschermde status heeft. ‘En dat leidt ertoe dat er straks nog minder mensen zijn die thuis zijn in de frisistiek op een niveau dat ze voldoende kunnen functioneren in de kennisinstellingen. En daar is echt veel behoefte aan.’
De belofte van het haalbaarheidsonderzoek naar een zelfstandige opleiding doet daar niets aan af. Zo’n onderzoek is allang gedaan, zegt hij. ‘Dit klinkt als pappen en nathouden. Schuif het voor je uit, neem geen besluit. Hier wordt een wissel getrokken op de toekomst en laat de politiek zich buitenspel zetten en dat ook nog eens op grond van een volgens mij onrechtmatige procedure.’