LHBTI-onderzoek hoeft echt niet altijd over zware onderwerpen te gaan. En dus organiseren RUG-wetenschappers een evenement om de breedte van het veld te belichten: Roze Wetenschap.
Discriminatie, seksueel misbruik, geestelijke problemen: van onderzoek naar LHBTI-personen word je vaak niet vrolijk, geeft universitair docent sociologie Wouter Kiekens toe. Zijn eigen bachelorscriptie concludeerde bijvoorbeeld dat homo- en biseksuele jongeren meer drinken en roken dan heteroseksuele jongeren, als uitlaatklep voor hun stress.
Maar het vakgebied is echt niet alleen maar kommer en kwel, zegt hij. ‘Dit zijn heel belangrijke onderwerpen, maar we willen ook de positieve kanten van het queer leven belichten, en laten zien hoe divers het is.’
Festival
Met dat doel organiseert het Centre of Expertise for the Study of LGBTQIA+ Issues, een interdisciplinaire onderzoeksgroep binnen de RUG, een speciaal evenement. ‘Tijdens Roze Wetenschap komen allerlei thema’s aan bod, van archeologie tot voornaamwoorden’, vertelt Kiekens.
Op het gratis wetenschapsfestival, dinsdag 4 juni in het House of Connections, zijn er onder meer lezingen over LHBTI-onderzoek en kunnen mensen in gesprek gaan met queer personen, hun kennis testen tijdens een quiz of zelf bijdragen aan een onderzoek. Onderzoeksideeën zijn ook welkom. ‘Het is een kans om met het publiek in contact te komen en om de praktische toepassingen van ons werk te laten zien.’
Safe space
Het evenement is ook bedoeld als safe space voor de queer gemeenschap binnen de wetenschap zelf. ‘Dat is heel belangrijk voor LHBTI-studenten die misschien het gevoel hebben alleen te staan.’
De meeste wetenschappers in het vakgebied zijn zelf queer, weet Kiekens, die homoseksueel is. Het bestuderen van LHBTI-personen is ‘alsof je jezelf tegenkomt in de literatuur’, zegt hij. ‘In dat opzicht was het een soort studie van jezelf. Dan ontdek je: hee, die gevoelens die ik heb, daar zit een psychologisch concept achter.’
Je hoeft niet queer te zijn om je te specialiseren in LHBTI-onderzoek, benadrukt hij. ‘Maar het is misschien wel iets makkelijker als je er persoonlijke ervaring mee hebt.’
Weinig budget
De onderzoeksgroep doet zijn werk met minimale middelen, vertelt Kiekens. ‘We hebben geen eigen budget en zijn afhankelijk van kleine bijdragen van onze afdelingen. Dat is een veel voorkomend probleem voor interdisciplinaire groepen, die vallen overal buiten.’
Toch hopen ze in de toekomst meer geld te werven en dus meer te kunnen doen. ‘De verschillende vakgebieden bestuderen dit soort onderwerpen vaak afzonderlijk. Door onderzoekers uit het onderwijs, de pedagogie, psychologie en sociologie samen te brengen, kunnen we effectiever samenwerken en krijg je uiteenlopende perspectieven. En dat is waardevol voor zowel de wetenschap als voor de LHBTI-gemeenschap.’
Roze Wetenschap is op dinsdag 4 juni van 18-21 uur in het House of Connections, Grote Markt 21