Er is nog veel onduidelijk over het plan van onderwijsminister Robbert Dijkgraaf (D66) om het Engels aan universiteiten te beperken en het Nederlands te versterken.
Die onzekerheid klinkt door op de RUG, bleek tijdens de vergadering van de universiteitsraad met het college van bestuur (cvb). Het cvb zei nogmaals kritisch te zijn over de plannen van de minister.
‘Maar nu zitten we ook in de realiteit dat de minister dit proces heeft aangekondigd’, aldus cvb-voorzitter Jouke de Vries. ‘Dan kunnen we er ook voor kiezen om ons standpunt erin te laten zien, in plaats van alleen te zeggen dat we tegen zijn.’
Voorstel
Minister Dijkgraaf wil dat vanaf het studiejaar 2025/2026 maximaal een derde van de vakken in een Nederlandse bachelor in een andere taal worden gegeven. Voor volledig anderstalige bachelors moeten universiteiten de meerwaarde van de niet-Nederlandse voertaal aan kunnen tonen. Meestal gaat het dan over Engels.
Ook is er een wetswijziging in de maak waardoor meer internationale medewerkers en studenten Nederlands zouden moeten leren. Wat de precieze impact van het nieuwe beleid zal zijn, is voor de universiteit onduidelijk. De details moeten nog worden ingevuld en de kaders nog worden vastgesteld.
Vragen
En dat leidt vooralsnog tot veel vragen vanuit de raad: want hebben we een internationaliseringsprobleem? Of gaat het om beter integreren? ‘Taal alleen lost het probleem niet op’, meent raadslid Lorenzo Squintani. ‘Als je wilt dat mensen wezenlijk bijdragen in de samenleving, dan moeten ze elkaar leren kennen.’
En als meer personeel Nederlands moet leren, krijgen ze daar dan voldoende mogelijkheden voor? ‘Er moet betere compensatie komen voor docenten om Nederlands te leren’, stelt raadslid Janet Fuller. ‘Er zijn al honderd dingen die mensen naast hun kerntaken moeten doen om in aanmerking te komen voor promotie. Als we verwachten dat iemand de taal goed kent, moeten ze daar ruimte voor kunnen maken.’
Dat moet dan ook gelden voor mensen die hun Engels willen bijspijkeren, vindt ze. ‘Als we een tweetalige universiteit willen zijn, dan moet er ook aanbod komen in het Engels en moeten mensen ook daar compensatie voor krijgen.’
Impact onderwijsprogramma’s
Ook de impact op de onderwijsprogramma’s is onduidelijk. Want geldt het beleid straks voor kernvakken? Of ook voor keuzevakken die nu vaak in het Engels worden gegeven zodat ze door een grote groep studenten te volgen zijn? En zullen al bestaande Engelstalige programma’s terug moeten naar het Nederlands, of gaat het alleen om nieuwe programma’s?
En hoeveel ruimte krijgt de universiteit om autonoom de regels toe te passen? ‘De autonomie is belangrijk’, vindt raadslid Dinie Bouwman. ‘Hoe verplicht gaat het allemaal worden? Dat is waar ik me zorgen over maak.’