Een eerlijker promotierecht, een slimmer academisch jaar. 2024 stelt de uni voor mooie uitdagingen, zo blikt columnist Dirk-Jan Scheffers vooruit.
Dit is de laatste academische week van het kalenderjaar. December is de tijd voor borrels, terugblikken, snakken naar vakantie en cadeaus. Het beste cadeau dat de Nederlandse wetenschap zich de afgelopen decennia heeft gegeven, is de oprichting van Jonge Academies.
De landelijke Jonge Academie (DJA) is zo piep niet meer, sommige oud-leden zijn inmiddels doorgedrongen tot de colleges van bestuur van verschillende universiteiten. Maar onze eigen YAG is pas zes en dat geldt voor meer ‘lokale’ initiatieven.
Deze clubs van jonge wetenschappers ontplooien allerlei initiatieven om wetenschap voor een algemeen publiek toegankelijk te maken, bijvoorbeeld tijdens Noorderzon. Maar, en dat is minstens zo belangrijk, zij komen ook regelmatig met goed doortimmerde initiatieven om het academische leven te verbeteren.
Heel lang werden in de academische wereld alleen professoren voor vol aangezien
Daarmee hebben zij veel succes – er wordt met regelmaat geluisterd en dat is geweldig. Want heel lang werden in de academische wereld alleen professoren voor vol aangezien. De ‘jeugd’ moest vooral hard werken, de kunst afkijken (van de professor) en verder zijn mond houden.
Een cultuur die gelukkig verandert, iets waaraan in Groningen onder andere een rapport van de YAG heeft bijgedragen, maar waar ook DJA een duit in het zakje doet met het initiatief #iedereenprofessor.
‘Iedereen professor’ is erop gericht de niet-onschuldig cosmetische verschillen in bevoegdheden tussen universitaire rangen (promotierecht, dragen van een toga) op te heffen. Inmiddels mag in Utrecht en in Leiden iedereen in de promotiecommissie een toga dragen.
Dat verdient onmiddellijke navolging in Groningen. Dan kunnen flauwigheden, zoals het gedwongen moeten uittrekken van een alternatieve toga net voor een plechtigheid, worden voorkomen.
Ook over vakantie heeft DJA frisse ideeën. In 2021 verscheen het rapport ‘Een slimmer academisch jaar’ waarin werd geconstateerd dat het Nederlandse academisch jaar aanmerkelijk langer is dan dat in buurlanden.
Dat er in de laatste week voor kerst nog onderwijs gegeven wordt, is een gotspe
Studenten hebben vrijwel geen rustmoment in dit lange jaar. Alleen als je geen hertentamens hebt, heb je af een toe een weekje vrij. Niet bevorderlijk voor de mentale gezondheid, en daarmee is het, volgens recent onderzoek, toch al niet goed gesteld.
Docenten op hun beurt hebben vaak het hele jaar door verplichtingen waardoor het lastig is om op congres te gaan, of eens langere tijd ongestoord aan een artikel of voorstel te werken.
Dat er in de laatste week voor kerst nog onderwijs gegeven wordt, is een gotspe – zeker met het oog op onze internationale medewerkers en studenten. In veel landen wordt kerst vooral op 24 december gevierd, en hoe dichter je tegen kerst aan naar huis gaat, hoe duurder de reis.
Gelukkig wordt er in Groningen, naar aanleiding van het DJA-rapport, hard nagedacht over hoe ons jaar ‘slimmer’ kan worden. Ik hoop dat dat leidt tot een academisch jaar met wat meer rustmomenten dan alleen de komende twee weken.
Fijne vakantie!
DIRK-JAN SCHEFFERS